Met de snelle opkomst van AI sta je als docent voor uitdagingen. Hoe bepaal je bijvoorbeeld of studenten een opdracht zelf hebben gemaakt en niet een AI-bot aan het werk hebben gezet? Detectietools kunnen je helpen dat verschil te zien. Maar is het wel zo verstandig om die te gebruiken?
AI-detectietools
Vermoed je dat een student door AI een tekst heeft laten schrijven, dan kun je er een AI-detectietool naar laten kijken. Die analyseert taalpatronen, zinsbouw en de complexiteit van een tekst. Een voorbeeld is het Nederlandse hulpmiddel Chat-detective, dat is gemaakt om misbruik in het onderwijs op te sporen, net als het Amerikaanse Smodin. Al beheerst die bot het Nederlands niet feilloos.
Voor- en nadelen
Ook OpenAi (het bedrijf achter ChatGPT) heeft een detector klaarstaan, de AI Text Classifier. Maar de makers voorzien problemen. Studenten en andere gebruikers kunnen AI-bots namelijk de opdracht geven teksten menselijker te maken. Ook voorzien ze dat de tool mensen benadeelt die een andere moedertaal hebben en AI gebruiken om goede zinnen te maken.
Hoe handig de hulpmiddelen ook lijken om te kunnen bepalen of studenten een opdracht zelf hebben gemaakt, het is de vraag of dat voordeel opweegt tegen de nadelen. Wantrouwen is natuurlijk nooit een gezonde, pedagogische basis voor de relatie met je studenten. En wat als je studenten onterecht in een kwaad daglicht stelt? Een gevaar dat ook neurodivergente studenten lopen. Bijvoorbeeld vanwege autisme kunnen zij zich vaak wat zakelijker uitdrukken, waardoor jij misschien denkt dat ze de tekst niet zelf hebben geschreven.
Het proces in beeld
Er zijn inmiddels verhalen bekend van studenten die hun schrijfproces filmen, om maar te kunnen aantonen dat hun werk authentiek is. Dat moet je niet willen, toch? Zinvoller is het om te kijken hoe je AI kunt inzetten als leermiddel. Op die manier help je studenten vaardigheden te ontwikkelen die relevant zijn in een wereld waar AI nu eenmaal een plek heeft.
AI op school
Detectietools lijken dus niet de oplossing, toch kunnen we niet meer om AI heen. Hoe integreer je het op een doordachte manier in je onderwijs? Met deze tips bijvoorbeeld.
1. Moedig AI-gebruik aan als ondersteuning
Stimuleer studenten om AI in te zetten bij het brainstormen, proeflezen en ter inspiratie. Daarmee benadruk je dat AI een hulpmiddel is.
2. Leg de nadruk op het leerproces
Laat studenten tijdens het maken van een opdracht hun denkproces en AI-gebruik documenteren, zodat ze inzicht krijgen in hoe ze tot een eindproduct komen en welke vaardigheden dat vraagt. Het versterkt ook hun analytisch vermogen.
3. Bespreek de ethiek rondom AI
Praat met studenten over de ethische kant van AI. Heb het over plagiaat en verantwoordelijkheid voor hun werk. Dat helpt hen om kritisch te zijn en om op een verantwoordelijke manier om te gaan met technologie.
4. Verken alternatieve toetsvormen
Overweeg toetsen waarbij studenten AI gebruiken als hulpmiddel, en laat hen uitleggen hoe ze dat hebben gedaan. Openboektoetsen of projectopdrachten kunnen studenten stimuleren AI als een aanvulling te gebruiken.
5. Begeleid studenten in het kritisch gebruik van AI
Help studenten om AI-antwoorden te beoordelen en er kritisch over na te denken. Leer ze om resultaten te interpreteren en bewerken, zodat ze technologie op een constructieve manier kunnen gebruiken.
Conclusie
AI biedt naast uitdagingen ook kansen voor het onderwijs; het kan een bron van leermogelijkheden zijn. Belangrijk is dat jij daar de ruimte voor schept. Dus parkeer je weerstand tegen AI eens en ga de mogelijkheden – schoolbreed – verkennen, zodat jullie studenten kunnen begeleiden op weg naar een toekomst waaruit AI niet meer is weg te denken.
