Nog niet zo lang geleden schreef ik een stukje over Aziatische landen die internetverslaving als een ziekte zien en daarom hard aanpakken. Uit recent onderzoek van het onderzoeksinsituut voor verslaving, IVO, blijkt nu dat van de Nederlandse jongeren tussen de 13 en de 14 jaar ongeveer 3% in de categorie compulsieve (verslaafde) internetters valt. Niet erg veel dus, het is zelfs een daling ten opzichte van een paar jaar geleden. Maar 3% betekent toch nog dat bijna in elke klas wel een kind zit dat een probleem heeft met te veel internetten.
Uit het onderzoek van het IVO blijkt dat de internetverslaafde jongeren zich vaker eenzaam voelen, vaker depressieve gevoelens en een lagere zelfwaardering hebben en sociaal angstiger zijn dan niet-verslaafde internetgebruikers.
VMBO’ers en jongeren met een allochtone achtergrond hebben meer kans op internetverslaving. En ook onder de jongeren die online games spelen komt internetverslaving aanzienlijk vaker voor. Iedereen die wel eens een game heeft gespeeld begrijpt denk ik wel hoe verslavend zo’n spelletje kan zijn.
Aan de ander kant hoeft het gamen op zich niet slecht te zijn. Uit hetzelfde onderzoek bleek namelijk ook dat jongeren die wel vaak online games spelen, maar hun internetgebruik onder controle hebben zich op psychosociaal vlak juist beter voelen.
Het onderzoek geeft helaas geen inzicht in hoe je het beste om kunt gaan met internetverslaving. Ook op de site medialessen.nl kon ik niets vinden. Voorlopig kan ik alleen verwijzen naar de site van Jellinek waar je kunt testen of je internetverslaafd bent.
(Het plaatje bij dit artikel is gemaakt door een gamer voor andere gamers. Hij wil ermee zeggen dat je in een online game een heel leuk leven kunt hebben, maar dat je je echte leven daardoor niet moet vergeten. Via Deviant Art)
