Home » Online co-creatie met collega’s: 4 tips uit de praktijk

Online co-creatie met collega’s: 4 tips uit de praktijk

Er wordt veel geschreven over het samenwerken van docenten binnen het voortgezet onderwijs. Niet alleen op scholen zoeken docenten elkaar steeds vaker op, maar ook via sociale media of vakcommunity’s weten ze elkaar te vinden. Wil jij ook online co-creëren? Met deze tips van wiskundedocent Jörgen van Remoortere kun je meteen van start.

Op sociale media wordt veel met elkaar gedeeld. Met name links naar inspiratiebronnen als artikelen, filmpjes, lesmateriaal, infographics en facebookgroepen doen het goed. Dat delen van interessante content staat echter nog ver af van online co-creatie: in dit geval het samen creëren van lesmateriaal of andere onderwijs-gerelateerde content. Dit blijkt voor veel docenten nog een brug te ver, terwijl eigen lesmateriaal inmiddels wel al veelvuldig ter beschikking wordt gezet – onder meer op platforms als Kahoot, Socrative of LessonUp.

Lesmateriaal overnemen en aanpassen

Binnen zulke webapplicaties kunnen andere docenten jouw lesbrief, quiz of toetsvragen overnemen en vervolgens naar eigen behoefte bewerken, hergebruiken en wederom ter beschikking stellen. Van co-creatie kun je echter niet spreken, want iedere docent is individueel bezig met lesmateriaal voor de eigen les.

Co-creatie project van Jörgen

Afgelopen zomer hebben ik en andere wiskundedocenten uit de facebookgroep Leraar Wiskunde gewerkt aan een vertaling van een Engelstalige poster, met daarop 100 vragen die wiskundig denken kunnen bevorderen. In die online samenwerkingen hebben we de vragen vertaald naar het Nederlands en vervolgens in een nieuwe grafische lay-out weergegeven. Daarna hebben we deze posters opgesplitst naar een leerlingen- en een docentenposter. Allemaal online, in samenspraak en samenwerking met elkaar. Wat maakt dat deze online co-creatie succesvol verliep?

1. Massa

Daarmee bedoel ik dat de groep waarin ik de samenwerking zocht groot was. De Facebook-groep Leraar Wiskunde bestond toen uit ongeveer 1500 leden, waarvan vijf leden actief hebben deelgenomen aan de samenwerking. Ga na hoeveel leden er net als jij actief bezig zijn met een bepaald onderwerp. Hebben ze tijd om er samen met jou in te duiken? Of kunnen ze daar tijd voor maken? Hoe specialistischer de groep is waarin je de samenwerking zoekt, hoe kleiner de omvang van de groep wellicht moet zijn om ook echt actieve gebruikers te vinden die mee kunnen én willen werken.

2. Gelijk spoor

In het verlengde van de massa, ligt het vinden van collega-docenten die op hetzelfde spoor zitten. Het helpt bijvoorbeeld al erg als je docenten vindt die niet alleen lesgeven in hetzelfde vak, maar ook op hetzelfde niveau en aan dezelfde klassen. Ook helpt het als je qua onderwijsvisie op dezelfde golflengte zit; dat maakt de samenwerking een stuk eenvoudiger.

3. Toegankelijkheid

De online omgeving waarin je samenwerkt, moet concreet en makkelijk toegankelijk zijn. Zo hebben wij alleen gewerkt in de aan de Facebook-groep gekoppelde Google Drive-map. De groepsleden hebben die map aan hun eigen Drive gekoppeld, waardoor de map – en daarmee de samenwerking – met een enkele muisklik bereikbaar was. De grafische opmaak deden we in Word, waarbij opviel dat leden toen afhaakten. Er werd namelijk offline bijgewerkt waarna het bestand weer werd geüpload, waarbij een ander het bestand dan weer moest downloaden om verder te kunnen. Je kunt er dus niet tegelijkertijd aan werken, wat niet erg praktisch is.

4. Trekken zonder duwen

Je hebt iemand nodig die zo’n online omgeving in orde maakt en inricht, die mensen enthousiasmeert en nog even zorgt dat ook de laatste puntjes op de i worden gezet. Iemand die de complimentjes en de bedankjes uitdeelt en die eventuele onduidelijkheden nogmaals aanstipt. En dat alles zonder de rol van een echte projectleider op zich te nemen. Tenminste, bij kleine co-creaties als deze. Waar het om gaat is: je wilt het vuur blijvend laten branden en dankbaar gebruik maken van elkaars expertise en tijd, omdat je elkaar daarmee helpt. De output is immers voor iedereen bruikbaar. Als de co-creatie groter wordt, zou je natuurlijk wel kunnen overwegen om rollen en deadlines af te spreken.

Wat is jouw meest succesvolle online co-creatie? En wat was daarbij de meest kritische succesfactor? Of heb je misschien een prangende vraag over dit onderwerp? Laat een reactie achter via onderstaand reactieformulier.

Laatste onderwijsnieuws

Een van de bekendste stoepplantjes: de paardenbloem

Natuur dichtbij: stoepplantjes

Geen natuur in de stad?! Kijk eens naar beneden of naar een muur en ontdek de allerlei prachtige stoepplantjes.

Bekijk

Onbeperkt toegang
met je OvM account

Met het OvM account krijg je als onderwijsprofessional toegang tot meer artikelen en regel je welke informatie je wilt ontvangen. Bijvoorbeeld de nieuwsbrief of Juf & Meester.