Kinderen gaan steeds vaker zelf aan de slag met AI. Maar gaat dit ook op een goede manier? In groep 7 en 8 leg je het fundament voor verantwoord, bewust en doelgericht mediagebruik. AI is daar ook onderdeel van. In dit artikel leggen we uit waarom het belangrijk is om aandacht te besteden aan AI, welke leerdoelen het raakt en hoe je het werken met AI veilig en haalbaar organiseert in je klas.
Leer hoe prompts werken
Kinderen in groep 7–8 maken de stap naar meer zelfstandigheid. Ze zoeken informatie, maken werkstukken en presenteren. Door ook te beginnen met doelgericht inzetten van AI, bronnen checken en reflecteren op eigen keuzes, gaan ze beter voorbereid naar het vo. Het schrijven – en herschrijven – van prompts is hierbij een belangrijke eerste stap.
Opdracht
Start met het doorlopen van korte cycli in tweetallen: prompt → resultaat → controleer → herformuleer. Laat de kinderen steeds opschrijven: wat liet ik AI doen en wat controleerde ik zelf?
Koppel elke AI‑opdracht aan één of twee domeinen
Digitale geletterdheid is opgedeeld in vier domeinen waar AI direct op aansluit:
- Mediawijsheid: herkennen van manipulatie, desinformatie en deepfakes.
- Digitale informatievaardigheden: zoekstrategieën, betrouwbaarheid en bronvermelding.
- Computational thinking: denken in stappen, verbeteren van prompts.
- Praktische ICT‑vaardigheden: veilig en effectief omgaan met (school)tools.
Maak de leerdoelen zichtbaar en bespreek met kinderen telkens waarom dit belangrijk is bij het gebruik van AI.
Gebruik de actualiteit
Kinderen krijgen dagelijks aanbevelingen, advertenties en berichten die door algoritmes gestuurd worden. Leren hoe zulke systemen werken, vergroot hun weerbaarheid en kritisch denken. AI‑gebruik vraagt om bewuste keuzes rond persoonsgegevens en datasporen. In groep 7–8 kun je dat concreet maken door afspraken als: deel geen privégegevens en noteer in werkstukken hoe je AI hebt ingezet. Bespreek ook ethische vragen: Wat is eerlijk? Wat is transparant? Wanneer vertel je dat je AI hebt gebruikt?
Opdracht
Gebruik nieuwsberichten over bijvoorbeeld deepfakes om te praten over veiligheid, online weerbaarheid en privacy. Maak hier samen klasafspraken over.
Transparantie en gelijke toegang
AI kan kinderen op school ondersteunen met begrijpelijke uitleg en voorbeelden. Tegelijkertijd zijn er risico’s als bijvoorbeeld: vooroordelen in data, ‘hallucinaties’ en een oneerlijk voordeel voor wie handiger is met tools. Door transparantie en gelijke toegang in de klas te organiseren, verklein je die risico’s en help je iedereen mee te doen.
Reflecteer op het proces
Goed AI‑gebruik vraagt net zoals bij andere leerlijnen plannen, monitoren en bijsturen. Je laat kinderen expliciet nadenken over: Wat is mijn leerdoel? Wat laat ik AI doen en hoe check ik de kwaliteit? Dat maakt hen zelfstandiger en kritischer.
Opdracht
Werk aan metacognitieve vaardigheden met vragen als: wat hielp AI jou vandaag en wat doe je volgende keer anders? Bespreek de antwoorden klassikaal om iedereen mee te nemen in het proces en laat de kinderen elkaar aanvullen en tips geven.
Wat kun jij doen?
- Zet kleine stappen: start met één lesdoel en één tool.
- Modelen: denk hardop bij het prompten en controleren.
- Beoordeel kinderen op het proces in plaats van het product. Gebruik daarvoor criteria als: gebruik, controle, transparantie en reflectie.
- Borging op schoolniveau: leg afspraken vast en stem af met collega’s en directie.
Juist op de basisschool
Door met behulp van deze tips in groep 7 en 8 AI te gebruiken, bereid je kinderen niet alleen technisch, maar vooral maatschappelijk en kritisch voor op de toekomst. Ze leren bewust omgaan met digitale hulpmiddelen, verantwoord keuzes maken en reflecteren op hun eigen leerproces. Zo groeit AI uit tot meer dan een handige tool: het wordt een middel om inzicht en digitale weerbaarheid te versterken.

