Toetsen zijn een vast onderdeel van het onderwijs, maar ze kosten veel tijd: van samenstellen tot nakijken. En niet zelden leveren ze minder inzicht op dan gehoopt. Het gevolg? De toets voelt losgekoppeld van de leerdoelen en heeft weinig invloed op de lessen die erop volgen. Dat kan anders. Door leerdoelgericht te toetsen gebruik je een toets als hulpmiddel om gerichter les te geven en beter aan te sluiten bij wat leerlingen nodig hebben. In dit artikel lees je hoe je in vijf stappen een toets ontwerpt die je direct helpt om je volgende les scherper af te stemmen op wat leerlingen nodig hebben.
Leerdoelgericht toetsen: wat betekent dat?
Bij leerdoelgericht toetsen staat de toets niet op zichzelf. De leerdoelen vormen het vertrekpunt: zij bepalen de opbouw van de lessen én de inhoud van de toets. Door vooraf na te denken over wat leerlingen moeten kennen of kunnen, wordt duidelijk wat je precies wilt meten.
Bij elk leerdoel horen succescriteria. Die maken concreet wanneer een leerling het leerdoel beheerst en hoe dat zichtbaar wordt, bijvoorbeeld doordat een leerling een begrip kan uitleggen of een opdracht zelfstandig uitvoert. Deze combinatie van leerdoelen en succescriteria vormt de basis voor een toetsblauwdruk (ook wel toetsmatrijs): een overzicht waarin je vastlegt welke leerinhoud je toetst en op welk niveau.
Om grip te houden op het leerproces zijn formatieve checks waardevol. Daarmee krijg je tussentijds zicht op waar leerlingen staan en welke onderdelen extra aandacht vragen. De analyse van toetsresultaten per leerdoel helpt vervolgens om lessen gerichter aan te passen. Zo wordt toetsen geen controlemiddel, maar een manier om leerkansen zichtbaar te maken.
Tegelijkertijd is het goed te erkennen dat leerdoelgericht toetsen niet altijd vanzelf gaat. Tijdgebrek, bestaande toetsen of schoolafspraken kunnen de ruimte beperken. Juist daarom loont het om klein te beginnen en stap voor stap te werken.
In vijf stappen van leerdoel naar lesverbetering
Met onderstaande vijf stappen sluit je toets naadloos aan op de leerdoelen en krijg je direct input voor je volgende les.
Stap 1. Leerdoelen en succescriteria
Kies twee tot vier kernleerdoelen waarmee je in de komende lessen aan de slag gaat. Formuleer daarbij concrete succescriteria, wat moet een leerling kunnen om het doel te behalen? Bijvoorbeeld: ‘kan een opdracht zonder hulp maken’ of ‘legt uit wat begrip X betekent’. Succescriteria maken duidelijk voor jou en voor de leerling wanneer een doel bereikt is.
Stap 2. Toetsblauwdruk maken
Een toetsblauwdruk geeft overzicht. Je koppelt de leerstof aan de leerdoelen en bepaalt per vraag welk beheersingsniveau wordt gevraagd. Daarbij helpt het om bewust te kiezen voor vraagtypen die passen bij het doel: een korte open vraag, een meerkeuzevraag of een toepassingsvraag. Zo verzamel je informatie die je later kunt gebruiken om je les af te stemmen.
Stap 3. Vragen opbouwen en valideren
Heldere toetsvragen richten zich idealiter op één vaardigheid of één mogelijke misconceptie tegelijk. Dat maakt het eenvoudiger om te zien waar leerlingen vastlopen. Een snelle check door een collega kan helpen om onduidelijkheden of dubbelzinnigheden eruit te halen voordat de toets wordt afgenomen.
Stap 4. Formatieve checks plannen
Kleine formatieve momenten voorafgaand aan de toets geven waardevolle signalen. Gebruik bijvoorbeeld een exit-ticket. Hierbij laat je leerlingen aan het einde van de les kort noteren wat ze nog zouden willen leren over het onderwerp van de les. Dit gebruik je als input voor de volgende les. Je kan ook kiezen voor een duo-bespreking waarbij leerlingen samen de antwoorden van een opdracht bespreken. Zo kun je als docent observeren en direct bijsturen waar dat nodig is.
Stap 5. Analyseren: inzichten en een lesaanpassing
Na de toets kijk je niet alleen naar cijfers, maar vooral naar patronen per leerdoel. Welke fouten komen vaak terug? Welke doelen zijn grotendeels beheerst en waar is nog winst te behalen? Op basis daarvan plan je één concrete lesaanpassing voor de volgende les, zoals extra instructie, verlengde oefening of juist verdieping.
Minicase maatschappijleer
Om dit te verduidelijken, een kort voorbeeld uit de praktijk van maatschappijleer.
Leerdoel
De leerling kan het verschil tussen dominante cultuur en subcultuur herkennen en beschrijven.
Succescriteria en toetsblauwdruk
- De leerling beschrijft een subcultuur van zichzelf en één uit Nederland.
- De leerling benoemt per subcultuur twee kenmerken.
In de toetsblauwdruk plan je ten minste één vraag over subculturen, bijvoorbeeld aan de hand van een casus over een multicultureel gezin. Tijdens de les werk je concreet aan dit leerdoel en gebruik je formatieve checks. Zo wordt het abstracte leerdoel concreet en toetsbaar, en sluit de toets direct aan bij de lespraktijk.
Analyseren
Tijdens het nakijken blijkt dat veel leerlingen wel kenmerken noemen, maar moeite hebben met het onderscheid tussen dominante cultuur en subcultuur. In de les na de toets krijgt de groep extra instructie over het onderwerp.
Zes handige tips voor een goede afwerking
Voordat je met het stappenplan aan de slag gaat, helpen deze aandachtspunten:
- Beperk het aantal leerdoelen per toets tot maximaal vier.
- Richt elke toetsvraag op één vaardigheid of misconceptie.
- Plan de formatieve checks tijdig, zodat je tijdig feedback kunt ophalen.
- Laat een collega drie vragen meelezen vanuit een validatie-oogpunt.
- Analyseer resultaten per leerdoel, niet alleen de totaalscore.
- Noteer minstens één concrete lesactie die direct toepasbaar is. Zo wordt zichtbaar voor de leerling waar de leerkansen liggen en dat een lesactie het logische gevolg is.
Doelgericht toetsen via één platform
Met JIJ! Plus Toetscreatie maak je als docent toetsen die perfect aansluiten bij de leerdoelen van je vak. Je kunt toetsvragen labelen zodat je ze kunt koppelen aan specifieke succescriteria. Zo zie je duidelijk wat leerlingen beheersen.
Toetsen kun je samenstellen met eigen vragen, toetsvragen van jouw school of materiaal uit de lesmethodes waarmee je werkt. Vervolgens neem je ze af op papier of digitaal en analyseer je de resultaten per leerdoel. Zo krijg je grip op wat leerlingen al kunnen en waar bijsturing nodig is. In de kennisbank van JIJ! Plus Toetscreatie geven toetsexperts tips hoe je een goede toets maakt. Lees verder of vraag een gratis demo-account aan.
Klein beginnen, groot effect
Leerdoelgericht toetsen vraagt geen grote systeemverandering. Door te starten met één klas en één leerdoel ervaar je al snel wat het oplevert: meer zicht op het leerproces en gerichtere keuzes in je lessen. Zo wordt toetsen geen sluitstuk, maar een logisch onderdeel van het leren.
Werk je met een lesmethode van Uitgeverij Malmberg? Dan staat al het toetsmateriaal al klaar in JIJ! Plus Toetscreatie.

