Home » jong ondernemen

jong ondernemen

Ondernemerschap is een vaag begrip voor veel jongeren. Het actieprogamma Onderwijs en Ondernemen moet dit gaan veranderen. Uit een onderzoek naar de effectiviteit van dit actieprogramma blijkt dat meer studenten enthousiast zijn over ondernemerschap en positief denken over het starten van een eigen bedrijf.
 

Het actieprogramma Onderwijs en Ondernemen richt zich op onderwijsinstellingen die graag met ondernemend leren aan de slag willen. Hierbij is ook het bedrijfsleven in de regio van de school betrokken. Aan het actieprogramma Onderwijs en Ondernemen doen 350 onderwijsinstellingen mee.

 

Het doel is om bij jongeren een positieve houding ten opzichte van ondernemerschap te bewerkstellingen en ze te stimuleren na hun opleiding een eigen bedrijf te beginnen. Om te bepalen of deze doelen zijn bereikt, voerde EIM Onderzoek voor Bedrijf en Beleid een onderzoek uit door middel van internetenquêtes onder 1.011 onderwijsinstellingen, telefonische diepte-interviews met 36 onderwijsinstellingen en een internetenquête onder 1.058 studenten. Dit resulteerde in het rapport ‘Onderwijs en Ondernemen’.

 

De focus van het onderzoek was gericht op drie onderwerpen. Allereerst is gekeken in hoeverre ondernemerschap opgenomen is in het onderwijsprogramma. Vervolgens is gekeken naar de betrokkenheid van docenten, leerlingen, bedrijven en ouders bij de invulling van ondernemerschap in het onderwijs. Tenslotte keken de onderzoekers naar de percepties van ondernemerschap onder mbo-, hbo- en wo-studenten.

 

Ondernemerschap in het onderwijs


Ongeveer eenderde van de onderwijsinstellingen heeft ondernemerschap opgenomen in de missie of visie. Ondernemerschap is voor middelbare scholen een vaag begrip, waardoor het geen duidelijke vorm krijgt in het onderwijsprogramma. Op mbo, hbo en wo heeft ondernemerschap bij 80% van de instellingen een duidelijker omlijning in het onderwijs (in de vorm van specifieke vakken bijvoorbeeld).

 

Betrokkenheid docenten, leerlingen, bedrijven en ouders


In het hbo zijn de meeste docenten betrokken bij ondernemerschapsactiviteiten. Docenten aan deze instellingen (mbo, hbo en wo) hebben veel contact met ondernemers in de regio. Leerlingen uit het middelbaar onderwijs en mbo zijn het meest betrokken bij ondernemerschap: zij gaan vaak op bedrijfsbezoek. Door het actieprogramma zijn er meer partnerships tussen onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven ontstaan. In het primair onderwijs zijn de ouders het meest betrokken bij ondernemerschap.

 

Percepties van ondernemerschap


60% van de studenten ziet zich als tamelijk tot zeer ondernemend en voor 63% maakt ondernemerschap een belangrijk deel uit van de beroepswens. Een meerderheid (70%) van de studenten geeft aan tijdens de opleiding dingen te leren over ondernemerschap, maar is slecht op de hoogte van de faciliteiten op dit gebied (zoals een organisatie voor studentondernemers of toegang tot bijvoorbeeld de netwerken van de Kamer van Koophandel). De meeste studenten hebben wel eens contact gehad met een bedrijf of ze hebben les gehad van een ondernemer als gastdocent. Over het algemeen vinden studenten dat er meer aandacht besteed mag worden aan ondernemerschap.

 

Metta (24 jaar) volgt een minor Jong Ondernemen op de Hogeschool Leiden in samenwerking met Jong Ondernemen. Zij heeft met medestudenten het bedrijfje CEMtech opgericht. “Ik heb hiervoor gekozen omdat het mij heel interessant leek. Het is een lange minor (hij duurt een jaar) en als je niet gemotiveerd genoeg bent, dan is het ook geen optie om deze minor te volgen. Je bouwt een echt studentenbedrijfje op. Je moet aandeelhouders zoeken, vergaderingen plannen en houden, zorgen dat de promotie in goede banen wordt geleid en je financiën in het oog houden. Ik heb de minor nu afgerond, en sta zeker positiever tegenover het starten van een eigen bedrijfje.”

 

Het actieprogramma Onderwijs en Ondernemen heeft een aantal succesvolle actielijnen waarbij ondernemerschap steeds meer in het onderwijs geïntegreerd wordt. Een paar voorbeelden:

  • Regeling Onderwijs Netwerk Ondernemen (ONO): deze regeling biedt de mogelijkheid tot een samenwerking tussen onderwijsinstellingen en het regionale bedrijfsleven.
  • Onderzoek naar de effecten van het actieprogamma: het blijkt dat één op de vijf studenten momenteel een bedrijf heeft en 19% bezig is met het opzetten ervan.
  • Centers of Entrepreneurship: activiteiten rondom ondernemerschapsonderwijs. Hierdoor zijn meer studenten enthousiast over ondernemerschap en starten ze tijdens hun studie al met hun eigen bedrijf.
  • Uitwisseling met een programma van de Kaufmann Foundation: studenten worden uitgezonden om in de Verenigde Staten ervaring en kennis op te doen op het gebied van ondernemerschapsonderwijs. Zij zijn bij terugkeer ambassadeurs voor ondernemerschap en kunnen dan een eigen bedrijf starten.
  • The Next Level Leren Ondernemen Prijs: een prijs ter promotie van ondernemen in het onderwijs, voor het meest ondernemende project.

 

Het onderzoek is interessant voor bedrijven die met onderwijsinstellingen in contact willen komen en hun kennis en ervaringen willen delen. Leerlingen en studenten worden door middel van het actieprogramma op school gestimuleerd. Het enthousiasme krijgt vooral vorm wanneer ze bijvoorbeeld een bedrijfsbezoek doen of mee mogen denken over ondernemerschap in de vorm van cases.

 

In 2010 is er opnieuw een ONO-subsidie beschikbaar voor projecten die tot doel hebben:
a. het ondersteunen van de deelnemende onderwijsinstellingen bij het effectief vormgeven en verankeren van het leren ondernemen in de eigen instellingen;
b. het structureel ondersteunen van kennisopbouw en -uitwisseling over het leren ondernemen in het onderwijsnetwerk ondernemen;
c. het stimuleren dat andere onderwijsinstellingen en partijen in de regio actief worden in het leren ondernemen.

 

Indienen kan tot 1 oktober 2010.

 

© Trendport, 2010

Laatste onderwijsnieuws

Onbeperkt toegang
met je OvM account

Met het OvM account krijg je als onderwijsprofessional toegang tot meer artikelen en regel je welke informatie je wilt ontvangen. Bijvoorbeeld de nieuwsbrief of Juf & Meester.