Tegenwoordig is het schooladvies leidend boven de eindtoets, behalve wanneer de toetsscore hoger is dan verwacht: dan kan een basisschool het advies naar boven bijstellen. Daarmee is de eindtoets nu vooral een extra check om te controleren of de leerkracht het niveau van de leerling goed ingeschat heeft. Maar hoe is de eindtoets ontstaan en welke verschillende rollen heeft deze gehad?
De eindtoets is uitgegroeid tot een door de overheid ontwikkeld en verplicht gesteld instrument met twee belangrijke functies: toezicht houden op de kwaliteit van onderwijs én als selectie voor vervolgonderwijs, aldus toetsexpert Karen Heij. Zij beschrijft in haar proefschrift Van de kat en de bel, tellen en vertellen over de eindtoets basisonderwijs de geschiedenis en de politieke beslissingen rond de eindtoets. Een eindtoets die, in verschillende vormen, al weer meer dan vijftig jaar meegaat.
Amsterdamse Schooltoets
De eindtoets ontstond in 1965, toen de gemeente Amsterdam op zoek was naar een toets waarmee de beste leerlingen geselecteerd konden worden voor de hbs, mms en lycea; de voorlopers van het vwo. Een paar jaar later bleek de toets ook geschikt te zijn om alle Nederlandse leerlingen te verdelen over de nieuwe schooltypes mavo, havo en vwo. De meerkeuzetoets werd ondergebracht bij het Centraal Instituut voor Toetsen en Ontwikkeling (Cito). Het uitgangspunt bleef hetzelfde: de beste 20% van de leerlingen gaat naar het vwo. In 1999 ontstond het vmbo. Naast de vaste 20% leerlingen voor het vwo werd nu toegevoegd dat 50% van de leerlingen naar het vmbo moet en 30% naar de havo.
Grip op onderwijskwaliteit
Om grip te krijgen op de onderwijskwaliteit verplichtten onderwijswethouders eind jaren negentig scholen om de Cito-toets af te nemen. Onderwijsonderzoekers maakten ranglijsten van scholen met de hoogste gemiddelde toetsscore. Vanaf 2001 beoordeelde de Inspectie van het Onderwijs basisscholen ook op die gemiddelde score.
Schooladvies en eindtoets
In 2013 voerde onderwijsminister Marja van Bijsterveldt (CDA) een verplichte eindtoets in voor alle leerlingen in het basisonderwijs. Wel paste ze het moment van de toets aan: de eindtoets werd pas ná het schooladvies afgenomen. Daarmee kregen leerkrachten de belangrijkste stem in het schooladvies van leerlingen. Valt de score van de eindtoets hoger uit dan verwacht, dan mag de basisschool besluiten het schooladvies naar boven bij te stellen. Scholen zijn vrij in de keuze voor een eindtoets. In 2020 ging de eindtoets door corona niet door en kregen leerlingen alleen het schooladvies.
Van eindtoets naar doorstroomtoets
In 2020 werd een wetsvoorstel ingediend om van de eindtoets een doorstroomtoets te maken. De toets wordt dan minder bepalend voor de vervolgschoolloopbaan van leerlingen, waardoor er minder druk op dat ene toetsmoment komt te staan. De doorstroomtoets laat aan het einde van groep 8 zien waar een leerling staat op het gebied van taal en rekenen. Mede op grond daarvan bepaalt de basisschool het instroomniveau in het vo. Ook nu houdt de leerkracht dus de belangrijkste stem in het bepalen van het schooladvies. Hoe dat precies zit lees je in het OVM-artikel Wet Eindtoetsing po: wat gaat er veranderen?
Volgens Karen Heij heeft de eindtoets in de loop der jaren teveel verschillende functies gekregen: selectie, verdeling en het beoordelen van de onderwijskwaliteit. Meer horen over haar promotieonderzoek? Luister dan naar de Meesterwerk Podcast waarin zij wordt geïnterviewd door Jan Jaap Hubeek.
Welke rol speelt de eindtoets bij jullie op school? Laat het weten via het reactieformulier.
Toetsen!
Tegenwoordig hangen we teveel aan de toetsen, de waardering van de toetsen en de zeggingskracht van de gemaakte toetsen.
Ik heb tientallen jaren lesgegeven aan de bovenbouwgroepen 7 en 8. In de jaren tachtig deed onze school nog mee aan de Friese eindtoets voor groep 8. Met mijn directeur (lesgevend in groep 5/6) bespraken we lang van tevoren de uitstroom van groep 8. Eerst onafhankelijk van elkaar en daarna legden we onze denkbeelden naast elkaar. Jarenlang kwamen we constant tot dezelfde eindconclusie over de verwijzing van onze kinderen. Daar hadden we geen toets voor nodig. We gebruikten ons gezonde verstand, inzicht in het werk en de motivatie van het kind en korte lijntjes met de ouders (huisbezoeken, elk jaar).
Vanaf de beginjaren 90 gaat ook onze school over op het afnemen van de cito eindtoets. Drie dagen lang moesten de kinderen hun best doen om de toetsvragen te lezen, te begrijpen en te beantwoorden. Voor dyslexiekinderen was er nog geen aangepaste toets. Wij besloten om deze kinderen daarom niet te laten toetsen. Wij hadden immers 8 jaar kennis opgedaan over deze kinderen en kenden hun achtergrond, aangevuld met de denkbeelden van de betreffende ouders.
Toen de inspectie zich ermee ging bemoeien kon je uiteraard niet langer zo handelen. Alles werd uit de kast gehaald om een zo goed mogelijk beeld van kinderen, maar vooral van een school te krijgen. Onze school lag/ligt in een taalzwak gebied, maar ach, het landelijk gemiddelde moest volgens de inspectie haalbaar zijn! ………..
ROOD! De school werd gecertificeerd als een slechte school, met slechte collega’s en een slechte onderwijsvisie, dus tevens een slechte directeur. Hoeveel verdriet en spanning dit oproept laat zich raden. Vele gesprekken met diverse instanties moesten leiden tot onderwijsvernieuwing (wat elk jaar al gebeurde) en betere resultaten! Naar het schoolklimaat, het welbevinden van de kinderen en de tevredenheid van ouders over de uitstroom naar het VO werd niet gevraagd. Eerst moesten de resultaten omhoog. ………..
Jammer dat er door de invoering van de toetsen en de invloed van de inspectie n.a.v. de resultaten van diezelfde toetsen zo weinig werd gekeken naar het plezier van de kinderen en de meesters en juffen op betreffende school.
In de 21 ste eeuw wordt besloten om de toets als een back up te gaan gebruiken. De toenmalige minister besluit om de toets na de verwijzing af te laten nemen. Bij een hogere score hoefde je vervolgens alleen maar de verwijzing aan te passen naar een hoger plan. Extra gesprekken, extra schrijfwerk, extra contact met VO-collega’s, etc.
Opnieuw werd het inzicht van de meester of juf in twijfel getrokken.
In al die jaren dat ik kinderen heb mogen verwijzen (honderden) zijn er weinigen meteen in het brugjaar opgestroomd, na examens wel opgestroomd. Na al die jaren hebben mijn collega en ik alleen maar blije verwachtingsvolle kinderen doorverwezen.
Wat kan onderwijs toch geweldig mooi zijn, als je maar oog hebt voor het kind dat voor je zit in de klas. Fantastisch!
Toetsen?
Handarbeiders, afgeserveerd door de toetsen mogen er ook zijn.
Toch?