De ideale les: het lijkt moeilijk bereikbaar, maar soms is een eenvoudige aanpak heel effectief. Als onderwijsadviseur heb ik honderden lessen bezocht. De les van de leraar natuurkunde op Thorbecke VO in Rotterdam heeft op mij diepe indruk gemaakt. Deze docent heeft een bijzondere achtergrond. Hij is samen met zijn broer uit Iran gevlucht. In Iran was hij al een gerespecteerd docent. Ook in Nederland heeft hij succes met zijn bijzondere aanpak.
Het succes van de lessen van deze docent ligt in de consequente aanpak van een afgewogen lesmodel. Elke les doorloopt een aantal vaste stappen (zie schema hieronder). De les is hierdoor optimaal effectief. Bovendien zijn de lessen motiverend voor de leerlingen, omdat ze weten waar ze aan toe zijn. Vooral de laatste stap (reflectie) maakt dat leerlingen betrokken zijn bij de les en nadenken over hun rol hierin. Tijdens mijn lesbezoek stelde de docent een reflectievraag aan Stefan. “Stefan, welk cijfer geef jij jezelf voor aandacht?”. Stefan, keek even bedenkelijk en zei toen: “Een zes, mijnheer”. “En wat zou je moeten doen om daarvoor een acht te krijgen?” Stefan, keek weer even bedenkelijk en zei: “Minder kletsen, mijnheer”. “Goed zo, Stefan, je hebt jezelf een goed advies gegeven”.
Het bijzondere van deze aanpak zit naar mijn mening in het feit dat de docent zich heel bewust is van het belang van een gestructureerde aanpak. Deze bewustheid geeft hij door aan zijn leerlingen.
Verloop van de les in zes stappen:
Stap |
Activiteit |
Doel van de activiteit |
1 | De docent geeft leerdoelen aan | De docent legitimeert de gevraagde inspanning. Hij bevraagt ook leerlingen om de zin van het leerdoel uit te leggen. Gevolg: meer motivatie bij de leerlingen. |
2 | De docent activeert voorkennis | Wat weten we al? Wat hebben we de vorige les geleerd? Op deze manier komt de nieuwe stof in de zone van naaste ontwikkeling (theorie van Vygotsky). |
3 | De docent geeft een korte instructie (circa 10 minuten) | De attentieboog is op deze leeftijd niet veel langer dan 12 minuten. Te lange instructie gaat verloren door verlies aan aandacht. |
4 | De leerlingen maken hun huiswerktaken in de klas (circa 20 minuten) | De leerlingen mogen samenwerken. Omdat ze weten dat ze dan van hun huiswerk af zijn, wordt er stevig doorgeweerkt. De leraar loopt (coachend) door de klas. |
5 | Wat hebben we geleerd? Evaluatie | De docent vraagt leerlingen aan te geven wat ze van de lesstof begrepen hebben. Hij vat de lesstof nogmaals kort samen. |
6 | Reflectie | Wat hebben we geleerd van het leerproces? Hoe kunnen we daar in de toekomst ons voordeel mee doen? Drie leerlingen vertellen dit voor de klas. |
Helemaal mee eens. Niet zo maar wat doen, maar een duidelijke structuur aanbrengen in je les. Zorg dat je leerlingen ook wat LEREN in de les.
Prachtig, maar ik mis het belangrijkste aspect van een natuurkunde les. Het practikum. Natuurkunde is vooral een vak om iets te onderzoeken. Op deze wijze geeft de docent het vak alleen maar theoretisch. Jammer.
Jac , je hebt helemaal gelijk als de betrokken docent het puur bij een theoretische les zou houden. Gelukkig besteedt hij ook veel aandacht aan de praktikum lessen. In dit speciale geval heb ik zijn les bezocht, omdat ik hoorde hoe gestructureerd hij zijn theoretische lessen verzorgde. Ik ben er zelf een voorstander van dat de praktikumlesen centraal staan. Dit is beter voor de motivatie van de leerlingen en vooral beter voor de kennisverwerking vdoor de leerlingen. Wat ik bij docenten wel vaak zie is dat de leerlingen de praktikumlessen en de theorielessen als totaal verschillend ervaren. De reden hiervan zal vermoedlijk zijn dat theorielssen de leerstof semantsich benaderen en praktikumlessen procedureel. Ik wijs in dit verband eop en aantal artikelen de ik schrijf voor deze site over de geheugens. Verder..succes met je mooie vak!
Henk Witteman
Tineke, bedankt voor je reactie. Structuur in je les is inderdaad belangrijk. Ik maak nogal een lessen mee met weinig structuur. Typerend voor deze lessen is dat leerlingen vaak voortijdig hun boeken gaan inpakken (omdat ze vinden dat het tijd is). Niet de structuur van de les bepaalt dan de eindtijd, maar de motivatie (of ontbreken daarvan) bij de leerlingen.
Hoe is het mogelijk dat een kind van +/- 11 jaar van school moet omdat hij niet meekomen kan en daarom naar een specialeschool moest altijd thuis is en nooit op school,
Ziek is hij niet, want hij rend en speeld buiten moeder laat hem uren alleen en een leerplicht amtenaar zie of hoor je niet
is dit wta jullie voor ogen hebben iemand klaar stomen voor de sozawe. Samuel wordt hier niet wijzer van, jullie kloten maar way aan. Vreewijk Rotterdam.
Reactie op änonie”m. Ik begrijp uw frustratie. In het logge apparaat dat onderwijs heet vallen nog steeds kinderen buiten de boot. As hier geen haan naar kraait is dit schandelijk. Wij hopen met deze site te bereiken dat er mensen zijn die goede ideeën naar ons toe wilen sturen zodat we ook voor kinderen als Samuel iets kunnen bereiken. In de Amerikaanse grondwet staat “No child left behind”- Geen kind mag in de steek gelaten worden. U constateert dat dit bij Samuel wel gebeurt. Als er meer mensen zijn die dit soort gevallen kennen, mail ze mij.
Haal het reflectie gedeelte er af (want daartoe zijn leerlingen op die leeftijd helemaal niet in staat!). Vertaal dat stappenplan in gewoon nederlands. Attentieboog van 12 minuten? Ik geloof er geen barst van. Ik kan verhalen houden van 40 a 50 minuten waarbij ik de concentratie van leerlingen heb. Coachend door de klas lopen?? Sorry hoor, maar dit stukje staat vol met managerstaal. Flauwekul.
Wat je zegt over de spanningsboog, lijkt me juist. Ik heb ook regelmatig lessen waarin ik de volledige lestijd de aandacht heb. Aandacht is van meer factoren afhankelijk dan hier wordt gesuggereerd. Als er juist een incident heeft plaatsgevonden dat indruk op de leerlingen heeft gemaakt, is er nauwelijks interesse in je les. Als je je les geeft op het 8e uur, is de aandacht moeilijker vast te houden dan wanneer je de klas tijdens het derde uur hebt. Zo zijn er nog wel een dozijn factoren te bedenken, niet in de laatste plaats speelt de mate waarin de docent weet te enthousiasmeren een rol. Het punt is alleen dat je niet ieder uur een top-les kan geven, en dat er daarnaast een hoop factoren zijn waar je als docent niet of nauwelijks invloed op hebt, maar die wel van invloed zijn op de spanningsboog van de kinderen. Ik noemde er al twee. Het is daarom goed dat de leraar uit het verhaaltje rekening houdt met een korte spanningsboog bij zijn leerlingen. Echter, hij doet hen tekort door die korte spanningsboog als vaststaand gegeven aan te nemen.
Waar ik het met je oneens ben, is je opmerking over coachend lesgeven. Natuurlijk, het is een popi-jopiterm in de kringe van de APS-mannetjes en aanverwanten. Maar in weze is het niet anders dan door de klas lopen en kinderen helpen terwijl ze aan het werk zijn. Dat doe jij toch vast ook?
Ideaal zo’n les, maar wat op het Vmbo?
Spanningsbogen van 5 tot 10 minuten zijn niet vreemd.
Ik ben het met iedereen eens dat je structuur moet aanbrengen, En dat het soms mogelijk is om 45 minuten de lln geboid te houden, alleen dat zijn uitzonderingen.
Door een juiste combinatie van praktikum en theorie kun je wat leren, maar als je bij Kolb aan de onderkant van de helft zit, wordt theorie moeilijk. Ze leren vooral op het sociaal emotionele vlak, iets belangrijk als samenwerken, zelfstandigheid. Toch maar eens nadenken over competentiegericht onderwijs?
Dez bullshit komt me bekend voor van de lerarenopleiding van zo’n 25 jaar geleden. In de praktijk komt hier geen barst van terecht. Of heb je soms een grote stopwatch voor in je lokaal staan. Bovendien ben ik veel te chaotisch voor dit soort dingen.Het is onzin om te suggereren dat je voor 40 lesweken van 25 lessen je lesdoelen exact in kaart brengt. Het vak natuur- en scheikunde blijft natuurlijk prachtig alleen jammer dat de leerlingen, bijna zonder uitzondering, één niveau te hoog zitten.
Na zo’n introductie verwacht je wat bijzonders. Dan komt er zo’n schema uit een boekje. Ik voel me voor de gek gehouden, wie denken jullie wel wie je lezers zijn?
‘@ RMdenHaan
Coachen is zeker een pop-jopi term, die rechtstreeks voortkomt uit de managerstaal. Het is een oprukkend virus. Alles moet tegenwoordig in schema’s en volgens regels. Onzin. Laat het lekker aan de docent over. Zeg niet: de ideale les is bereikbaar in deze 6 stappen. Want ik gebruik dit schema nooit en ik hoor van mijn leerlingen echt niet zoveel klachten. Uiteraard loop je soms rond en help je leerlingen. Maar dat noem je toch geen coachen. Een coach hoort thuis op het voetbalveld. Ergerlijk: die vermanegering van de collectieve sector. Je ziet dit soort termen overal opduiken: in de zorg, in het onderwijs, enz. Deze site is wat dat betreft opnieuw een grote teleurstelling.
Reactie op anoniem en vooral op Ron
Deze reacties zijn heel begrijpelijk van ervaren docenten. Ze zijn met een bagage aan theorie van de opleiding gekomen. Maar we weten allemaal dat een competentie past wordt bereikt na veelvuldige oefening. En deze oefening wordt bereikt in de weerbastige praktijk in een omgeving die niet in de leerboekjes staat beschreven. Ik ben het met Ron eens dat het onmogelijk is 25 uur geinspireerd en gemotiveerd les te geven. Toch zie je dat goede leraren succes hebben, omdat ze het ooit geleerde schema in de loop van de tijd hebben geïnternaliseerd in hun kennisbestand en dat zij het schema onbewust zijn gaan toepassen. Het moet bijna wel, anders zouden veel lessen een stuurloze indruk maken. Het impliciete schema dat de leraar in de casus gebruikte hield de leraar zelf bij de les en tegelijkertijd hield het de klas met onrrustige pubers in toom. Wat mij opviel van deze les was dat het veel raakvlakken had met het probleemgestuurd onderwijs (PGO) zoals dat o.a. op de Universiteit van Maastricht en op de Erasmus Universiteit wordt toegepast. Deze formule heeft de afgelopen 35 jaar zo veel succes gehad in binnen- en buitenland dat ook HBO instellingen het hebben geadopteerd. Het schema van de Zevensprong wordt in het PGO zeer strak gehandhaafd en biedt docenten en studenten veel houvast. Het geeft een kractige sturing aan alle actoren binnen de leeromgeving. De kracht van het PGO als systeem is dat het over de gehele instelling wordt ingevoerd en dat alle docenten, alle studenten en alle afdelingen met het systeem werken. Dit geeft het PGO een geweldige collectieve kracht. Dit gezamenlijk optreden van alle docenten ontbreekt vaak in het VO waar goedwillende leraren zich bewust van hun autonomie individueel aan de slag gaan. De les is bij iedere leraar anders ingedeeld en brengt verwarring bij de leerlingen die daar overigens maar al te graag gebruik van maken. Advies: ga gezamenlijk als team aan de slag!
Reactie op Adri Lodewijkx.
De spanningsboog bij leerlingen jonger dan 16 is inderdaad laag. Pas vanaf het 16e jaar wordt de prefontale cortex volwassen en beginnen leerlingen in staat te geraken tot zelfsturing. Een competentieachtige structuur met theorie geïntegreerd in de praktijk is dan een voor de hand liggende leeromgeving.
Reactie op docent geschiedenis – Rmde Haan
Interessante bijdrage. Ik ben het echter niet eens met de stelling dat leerlingen niet in staat zijn tot reflectie. Zelfs kinderen van 8, 9 jaar kunnen reflecteren. Als ze dat niet zouden kunnen, zouden ze nooit van mening kunnen veranderen. Het is een reden waarom ik het vak filosofie op de basisschool propageer zoals dat bijvoorbeeld gebeurt in het Verenigd Koninkrijk. Ik geloof wel in je verhalen van 40 minuten. Maar dat kun je geen 7 uur per dag. En daar nu is dat schema voor. Voel je je echter geïnspireerd, vergeet dan alle schema’s en geef ze dat verhaal. Ik vergeet nooit mijn oude leraar geschiedenis die zulke prachtige verhalen kon vertellen. Ik zie nog Hannibal met zijn olifanten over de Alpen trekken, want ik was er zelf bij via deze begenadigde leraar geschiedenis. Als je zo’n leraar bent, trek je dan niets van mijn schema aan en ga zo door. Word je soms toch wat moe, val dan terug op een goed schema (automatische piloot).
‘@ Henk Witteman
Als het zo zou werken als u zegt, dan vind ik het geen probleem. Iedereen heeft recht op zijn of haar eigen schema. Het probleem is dat dit soort dingen vroeg of laat opgelegd worden vanuit de managerslaag. Op de opleiding wordt je er al helemaal suf van. Vervolgens in je werk op school worden dit soort dingen ook opgelegd en gepropageerd. Gekmakend. Filosofie op de basisschool lijkt me een onzalig idee. Leer de leeringen daar eerst maar goed schrijven en rekenen. Ik blijf bij de stelling dat leerlingen op die leeftijd niet in staat zijn om te reflecteren. Dat wil niet zeggen dat ze niet van mening kunnen veranderen. Kinderen kunnen namelijk wel léren, i.p.v. reflecteren. Voor zinnige reflectie heb je kennis nodig en moet je eerst geleerd worden hoe het dan wél moet.
Ron en Socrates – Tot mijn spijt kon ik niet eerder reageren op jullie welkome bijdrage, omdat ik enkele dagen in het ziekenhuis heb moeten doorbrengen. Ik wil in ieder geval tegen de collega geschiedenis zeggen dat ik de woorden vastgeroeste ideeën niet heb gebruikt. Natuurlijk zijn er docenten met vastgeroeste ideeën, maar deze zullen vermoedelijk de moeite niet nemen om deze site te bezoeken. Socrates vraagt zich af welk belang ik dien. Ik dien het belang van het onderwijs. En dat doe ik al heel veel jaren. Met veel plezier!
Dear Mr Witteman,
I am relatively new to the teaching profession. In fact this is my third year. As such, I am always on the look out for new ideas or the opportunity to glean techniques from my fellow colleagues. This is also why I log on to sites such as “onderwijsvanmorgen.nl”. I have read quite a few of your articles with great interest and found your article concerning the ideal lesson which you observed most interesting. This is because I try to teach in a similar way. It is also comparable to the method taught at Fontys.
I am teaching full time at a Dutch secondary school and I find it very important to have a lesson plan that suits me as a teacher of the English language. Of course I realise that not everyone is the same and that there are many different ways in which a lesson can be delivered. So it is not really my place to say what is right and what is wrong. However, I would like to say what works for me. Not only what works for me but also the fact that I too have been visited on numerous occasions. On each occasion I have always been complimented on my clear structure and that after the first few minutes of the lesson my students know exactly what to expect for the rest of that lesson.
At the beginning of my lesson and once I have checked who is present and made sure that my students have their books on their desks etc I do the following:
1. Explain exactly what the lesson will consist of. To me this is a perfectly logical thing to do, since our students need guidance and direction.
2. If I am beginning with a new subject, I always find that it is important to first check what they already know. Compliments at this point are very important to a students confidence.
3. Once I have activated previous knowledge I then set about with my explanation. The use of an “attention grabber” usually helps but this is not always possible depending on the subject. It helps if you are also creative in this respect. Otherwise, good use of the board is in my view essential for those students that need to see things visually on the board.
4. It is important not to spend too much time with your explanation, but then again it depends on the complexity of the subject. Once my explanation is complete, I always set assignments for my students to commence working. This can be done either individually, in pairs or in small groups.
5. My next step is to check the exercise/assignment and to ask why? Some students have a good feel for languages and can quite often get the answer correct just because if sounds right or feels right. By asking why? they then have to think about it more and discover the rule.
6. Before ending my lesson and depending on the subject, I always like to undertake my own double check to see what my students have learnt. I ask questions at random so my students know that there is no place to hide! Again compliments are in my view essential. I always like my students to feel safe in a learning environment and make them feel proud of themselves which is important for their self esteem.
7. Finally, I set homework if necessary and wish them a nice day.
As I mentioned above, everyone has their own method of teaching and this works for me very well. I am very motivated in my profession despite the negative image that teaching has. I still have a long way to go before I am completely satisfied. However, despite this I am content with the fact that I will get there.
Best wishes,
Steve Reidy
Steve, thank you for your contribution. I noticed that your way of teaching is very similar to the approach of the Iranian teacher described in “the ideale les” I found this all the more interesting as you are a language teacher and your colleague is a science teacher. Good luck!
Herken ik in dit plan niet het OVUR-principe uit het talenonderwijs? (Dat ‘loopt’ toch al wel een decennium, niet? http://taalunieversum.org/onderwijs/termen/term/272/) In mijn vak (Nederlands, moedertaal) wordt het al jarenlang gepromoot als een effectief lesschema. Ik zeg niet dat het het enige zaligmakende schema is, maar het ‘werkt’ wel, weet ik uit ervaring.
De ‘ideale les’ allitereert voor mij met immersie en informeel. Web 2.0, dus.
Ik zag die reflectie ook bij de Franse les van Nadine van het Pius X College. Zie: https://staging-onderwijsvanmorgensowmedia.kinsta.cloud/vtv-reeks-14-de-zeven-van-witteman-in-de-praktijk/ .Goed idee om daar aandacht aan te besteden. Het is eigenlijk heel vanzelfsprekend, maar ik geloof niet dat veel van mijn collega’s dit doen.
Er is nog een 7e stap: de diagnose (Toets). De 7 stappen vormen samen het lesmodel van de ZEVENSPRONG.
Zijn hier ook curcussen voor?
Het benoemen van een ideale les in 6 + toets 7 vind ik zeer oppervlakkig. Je hebt te maken met mensen en ieder persoon is anders. Niet met machine’s met een vaste handleiding. Leerlingen verschillen. Ieder heeft zo zijn eigen aanpak nodig. Daarom vindt ik wel degelijk dat mensenkennis van zeer groot belang is bij een leraar/lerares. Over het herhalen van bepaalde stof kan als snel worden beschouwd als saai. Jij wilt ook niet 5x op een dag horen van je buurman dat hij zijn rozen heeft gevoed met kunstmest. Echter is wel bewezen dat herhaling resultaten boekt. En het uiteindelijke doel is toch je leerlingen van bepaalde kennis te voorzien. Je kunt dit saaie aspect verhelpen door speelsgewijs les te geven. Jong of oud iedereen houdt wel van een spelletje. Plus spelletjes laten mensen nadenken en dat is wat we willen bereiken. Ik ben echter nog maar eerste jaars student en dit is mijn mening. Feedback op mijn visie altijd welkom.
Het benoemen van een ideale les in 6 + toets 7 vind ik zeer oppervlakkig. Je hebt te maken met mensen en ieder persoon is anders. Niet met machine’s met een vaste handleiding. Leerlingen verschillen. Ieder heeft zo zijn eigen aanpak nodig. Daarom vindt ik wel degelijk dat mensenkennis van zeer groot belang is bij een leraar/lerares. Over het herhalen van bepaalde stof kan als snel worden beschouwd als saai. Jij wilt ook niet 5x op een dag horen van je buurman dat hij zijn rozen heeft gevoed met kunstmest. Echter is wel bewezen dat herhaling resultaten boekt. En het uiteindelijke doel is toch je leerlingen van bepaalde kennis te voorzien. Je kunt dit saaie aspect verhelpen door speelsgewijs les te geven. Jong of oud iedereen houdt wel van een spelletje. Plus spelletjes laten mensen nadenken en dat is wat we willen bereiken. Ik ben echter nog maar eerste jaars student en dit is mijn mening. Feedback op mijn visie altijd welkom.