Home » Puberbrein 8 – Mag een puber homo zijn?

Puberbrein 8 – Mag een puber homo zijn?

Anders dan in diverse andere landen is homoseksualiteit in Nederland niet strafbaar. Artikel 1 van de grondwet luidt dan ook: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan”.

Geen probleem dus, zou je zeggen. Maar met wetten kun je sociale acceptatie niet afdwingen. Zo kunnen religies bijvoorbeeld tegenwerken. Oud-Minister Plasterk stelde zelfs dat religie “homo-acceptatie afremt”. In een kamerdebat over grotere acceptatie van homo’s en lesbiennes, kondigde hij maatregelen aan om geweld en discriminatie jegens hen tegen te gaan. Van der Vlies (SGP) zag er een streven in homoseksualiteit aanvaardbaar te maken voor de gehele samenleving. Een dergelijk stimuleren van “heilloze overtuigingen” vond hij echter geen taak voor de overheid.
Het gebrek aan sociale acceptatie wordt in het bovenstaande filmpje helder uitgebeeld. Wat in de grotemensenwereld gebeurt, vindt ook nog regelmatig op scholen plaats. Hiertegen wil ik in dit artikel stelling nemen.

Waar komt het afwijzen van homoseksualiteit vandaan?
Homoseksualiteit moet wel zo oud zijn als de mensheid. In het spraakmakende boek Wij zijn ons Brein (2010) beschrijft Prof. Dr. Dick Swaab dat zeker 1500 diersoorten homoseksueel gedrag vertonen. Van de oude Grieken en Romeinen is bekend dat zij minder krampachtig tegenover seksuele variaties stonden dan nu het geval is in vele hedendaagse culturen. Toch is homohaat al eeuwenlang wijdverbreid en buitengewoon hardnekkig. Zou het in onze genen kunnen zitten? Deze vraag houdt mij al enige tijd bezig en ik heb geprobeerd daar een antwoord op te vinden.
Mensen hebben in de prehistorie in groepen over deze aarde getrokken. Wij weten dat deze groepen nooit groter waren dan ca. 150 mensen. Veel groter konden deze groepen ook niet worden, want dan zou hun jachtgebied te klein worden om de hele groep te voeden. Wat hen bijeenhield was het stamverband, uitgedrukt in taal, cultuur en religie. Religie heeft waarschijnlijk een belangrijke rol gespeeld, omdat het geloof in een god de groepsband versterkte. Aanbidders van de  zon konden zich als groep afzetten tegen aanbidders van de maan, net zoals christenen zich kunnen afzetten tegen moslims en vice versa. Een gezamenlijke god maakt de groep dus krachtiger, waardoor de overlevingskansen stijgen. Dit is een evolutionair voordeel. De groep kende ook een zwakte; de geringe omvang. Mensen leefden korter en er was dus snelle reproductie nodig. Mensen die hier niet aan bij wilden dragen (omdat ze geen seks wilden hebben met het andere geslacht), vormden dus een bedreiging. Een verwijzing naar de gramschap van hun god was dan al snel gemaakt. We zien dit ook in de Bijbel. In Leviticus 20:13 wordt homoseksuele seks beschreven als een gruwel, waarop de doodstraf dient te staan.
Deze en andere teksten uit heilige boeken hebben tot veel verdriet en angst geleid onder homoseksuele mannen en lesbiennes. Hitler noemde homoseksualiteit erger dan de pest, met onvrijwillige castraties en gevangenschap in concentratiekampen als gevolg.

Je wordt al homoseksueel in de baarmoeder
Nog steeds bestaat bij veel mensen de opvatting dat homoseksualiteit een eigen keuze is. Dat er dus sprake is van ‘eigen schuld, dikke bult’. Anderen denken dat de omgeving schuldig is, of een dominante moeder. Niets is minder waar! Er is namelijk onomstotelijk wetenschappelijk bewijs dat de seksuele oriëntatie zich vormt in de baarmoeder, onder invloed van hormonen en andere chemische stoffen. Meisjes die om wat voor reden dan ook hoge testosteronspiegels hebben in de baarmoeder, hebben meer kans op bi- of homoseksualiteit. Bij een jongen neemt de kans op homoseksualiteit o.a. toe met het aantal broers dat vóór hem werd geboren, vermoedelijk ten gevolge van een afweerreactie die de moeder tijdens de zwangerschap heeft op mannelijke stoffen van de foetus. Swaab (2010) wijst er bovendien op dat uit onderzoek blijkt dat 50% van je seksuele oriëntatie genetisch is bepaald. De seksuele differentiatie van onze geslachtsorganen (penis of vagina) vindt plaats in de eerste (embryonale) maanden van de zwangerschap, en de seksuele differentiatie van de hersenen (voel ik me man of vrouw?) in de tweede (foetale) helft van de zwangerschap. Men vermoedt dat homoseksuele geaardheid zich ontwikkelt doordat er tijdens de embryonale ontwikkeling wèl testosteron vrijkomt, maar bij de foetale ontwikkeling niet. Dit blijkt mede uit onderzoeken van Dick Swaab.

Conclusie
Nieuwe wetenschappelijke inzichten bieden ons de kans de duistere tijden van homohaat achter ons te laten en alle mensen te accepteren zoals ze zijn. Help onze homoseksuele leerlingen trots te zijn op hun geaardheid; het is hun door God geschonken. Het antwoord op de titel is dus: “Ja”, pubers mogen homo zijn. En dan niet alleen gesteund door de grondwet of het geloof, maar vooral ook door de sociale omgeving van thuis, de sportclub, en niet te vergeten van de school. Hoe zou u als docent ervoor zorgen dat een homoseksuele leerling zich sociaal geaccepteerd voelt in de klas?

Laatste onderwijsnieuws

Onbeperkt toegang
met je OvM account

Met het OvM account krijg je als onderwijsprofessional toegang tot meer artikelen en regel je welke informatie je wilt ontvangen. Bijvoorbeeld de nieuwsbrief of Juf & Meester.