Home » Zo belangrijk is goed technisch leesonderwijs

Zo belangrijk is goed technisch leesonderwijs

Het is en was volop in het nieuws: het leesniveau van de Nederlandse jongeren daalt en ze behoren bovendien tot de minst gemotiveerde lezers wereldwijd. Om het tij te keren ontplooien scholen, overheid en leesbevorderingsinstanties talloze initiatieven, van een upgrade van de schoolbibliotheek en het stimuleren van thuislezen tot boekgesprekken en schrijvers in de klas. Dat verdient alle lof, maar het succes ervan valt of staat met de aanpak van het technisch leesonderwijs op school. Want pas als een kind goed kan lezen, zal het lezen met plezier en steeds beter de teksten gaan begrijpen.

Het is dus belangrijk dat het technisch leesonderwijs op school op orde is. Goed technisch lezen is de basis voor al het lezen van een kind, op school en daarbuiten. Technisch leesonderwijs is de vaardigheid van het ontsleutelen van woorden en zinnen.

Lezen is noodzakelijk voor leren, via lezen slaan we kennis en informatie op. Bovendien is het een basiscompetentie om deel te nemen aan de maatschappij. Dagelijks worden we immers geconfronteerd met tekst: op verkeersborden, op social-media, in de krant en noem maar op. Lezen is het cement van de samenleving en helpt ons om sociaal te functioneren.

Een doorgaande leerlijn

Op iedere school wordt technisch leesonderwijs aangeboden. Het is een kernvak dat start in groep 3. In de kleuterfase worden er voorbereidende oefeningen gedaan die een vervolg krijgen in groep 3 met het aanvankelijk lezen en dat doorgaat in groep 4, 5 en 6 met voortgezet technisch lezen. Het is uiterst belangrijk om te zorgen dat eind groep 5, begin 6 alle nieuwe categorieën zijn aangeboden zodat je dit in de bovenbouw alleen nog hoeft te onderhouden. Er is dan voldoende tijd om aandacht te besteden aan boeken en teksten lezen waar informatie in staat die belangrijk is om hun algemene kennis te vergroten. Kinderen blijven lezen als ze het kunnen én als ze van de leerkracht horen dat ze het goed doen. Gebeurt dit niet en de kinderen lezen niet, dan gaat het niveau omlaag.

Goed technisch leesonderwijs: dit zijn de aandachtspunten

Waar moet je nu op letten bij het geven van technisch leesonderwijs? Wat zijn de do’s en de don’ts?

Teamvisie

Stem het leesonderwijs met elkaar af, zorg voor een doorgaande lijn door de hele school heen en bewaak die doorgaande lijn zorgvuldig. Weet welke onderdelen belangrijk zijn, zodat er een logisch vervolg is in de volgende groep. Het is belangrijk dat de directie het inhoudelijke proces nauwgezet volgt en ondersteunt.

Aandachtspunten in groep 2

We weten dat het ‘zingend lezen’ spellende lezers voorkomt. Dan moeten we al in groep 2 de auditieve synthese ‘zingend’ voordoen. En niet, zoals in veel materiaal en in toetsen staat, de klanken spellend voordoen. Om ieder kind een goed begin te kunnen laten maken met leren lezen in groep 3 is het heel verstandig om de zwakke oudste kleuters al veel klank-tekenkoppelingen aan te bieden en ze gevoelig te maken voor auditieve synthese op mkm-niveau. Om omkeringen te voorkomen kun je de kinderen recht voor je zetten in plaats van in een kring. Zo kunnen ze de letters goed zien en kunnen ze eventuele klankgebaren goed imiteren.

Aandachtspunten in groep 3

  • Wees je ervan bewust dat je als leerkracht het belangrijkste model bent. Zorg voor veel interactie tussen leerkracht en kinderen om letters aan te leren en om ervoor te zorgen dat de kinderen deze zo snel mogelijk in allerlei klankzuivere woorden leren lezen. Ze leren de nieuwe letter en de woorden ook meteen schrijven. Oefen elke dag het lezen van de letters, woorden en zinnen. Geef korte, afwisselende beurten. Zo kun je iedere dag observeren wie goed leest en wie minder goed en geef je zo snel mogelijk extra hulp aan kinderen die het nodig hebben. Wacht daarmee niet tot na het toetsen.
  • Laat de kinderen vanaf het begin veel en verschillende soorten verhaaltjes lezen, zodat ze ervaren wat lezen is.
  • Het is belangrijk dat je dagelijks op meerdere momenten bezig bent met lezen (en spellen), dat je als leerkracht heel precies voordoet hoe er gelezen (en geschreven) moet worden en dat je alles stapsgewijs uitlegt bij de instructie. Voorkom dat er verkeerde koppelingen ingeslepen worden en combineer horen (klank), zien (teken) en bewegen (klankgebaar en schrijfmotoriek).
  • Bekijk elke dag wat goed gaat en wat nog niet lukt binnen elk onderdeel van de leesles. Ga meteen aan de slag met de kinderen bij wie het nog niet helemaal goed gaat.
  • Doe de volgorde van de oefeningen steeds hetzelfde en bouw de moeilijkheidsgraad op binnen deze oefeningen. Dan is de vorm voorspelbaar en is er meer aandacht voor de inhoud. Besteed er tijd aan: zo lang het nog niet goed gaat, is er extra tijd nodig.
  • Houd de groep zoveel mogelijk bij elkaar bij de instructie. Laat kinderen door gezamenlijk oefenen van elkaar leren.
  • Net als bij groep 2 is het heel effectief om de kinderen recht voor je zetten in plaats van in groepjes. De kinderen moeten de letters goed kunnen zien en het gedrag van de leerkracht goed kunnen imiteren.
  • Nauwkeurig lezen is belangrijker dan snel lezen. Het aanwijzen met de vinger helpt hierbij.

Aandachtspunten in groep 4, 5 en (6)

Na het aanvankelijk lezen volgt het voortgezet technisch lezen. Na groep 3 is het principe van het lezen helder. De kinderen leren in groep 4 en 5 de pittigere categorieën ontsleutelen. Begin groep 6 zijn dan alle categorieën behandeld en geoefend.

  • Stel elke week in de leesles een nieuwe categorie centraal. Geef kort expliciet instructie, praat niet te veel, laat vooral de kinderen hardop lezen. Herhaal dit gedurende vijf dagen. Lees teksten en boekjes in het tweede deel van de les.
  • Voor-koor-door-lezen is effectief bij het aanleren van nieuwe categorieën. De kinderen krijgen het op de juiste manier aangeleerd en het geeft ze vertrouwen. Het hoeft echter niet altijd. Een risico bij teveel voor-koor-door-lezen kan zijn dat een kind de woorden eenvoudigweg ‘napapegaait’ en dan weet je niet of een kind het echt kan lezen.
  • Laat kinderen na de eerste dag per twee rijtjes of per alinea in duo’s voorbereiden en geef dan individuele beurten. Met een snelle afwisseling tussen duo’s en beurten blijven de kinderen betrokken: twee rijtjes en dan weer beurten of één alinea en dan weer beurten.

 

Ook hier is het belangrijk dat de kinderen de leerkracht goed kunnen zien. Het wordt zo een les die afwisselend is en waarin veel echt geoefend wordt door alle kinderen. Laat de kinderen geen nutteloze (of talige) opdrachten maken, maar vooral veel oefenen met technisch lezen. Ze moeten vooral veel leeskilometers maken.

Aandachtspunten in groep 6, 7 en 8

De kinderen kunnen nu in principe alles technisch lezen. Wat we in veel scholen zien, is dat er tegen sommige kinderen gezegd wordt dat ze niet goed kunnen lezen. Dit wordt gebaseerd op toetsuitslagen. Dat zijn meestal de AVI- of DMT-toetsen. Als we echter goed naar de toets kijken dan blijkt een deel van de ‘zwakke’ lezers helemaal geen zwakke lezer te zijn, maar een langzame lezer. De kinderen lezen weinig fouten, maar de tijd wordt overschreden (AVI). Of bij de DMT zijn er te weinig  woorden gelezen binnen één minuut, maar er worden nauwelijks fouten gemaakt. Maar ben je een zwakke lezer als je langzaam leest? Om een tekst goed te begrijpen, moet je rustig lezen. Bij hoog tempo is het risico van fouten lezen veel groter.

Wanneer we bij het toetsen het ‘doorleesniveau’ hanteren, zien we dat sommige van deze kinderen in plaats van zwakke lezers nauwkeurige, rustige lezers zijn en dat ze tot de laatste kaart kunnen lezen zonder de foutennorm te overschrijden. Dan nog blijft het verstandig om goed naar het soort fouten van de kinderen te kijken. Lezen ze bijvoorbeeld een enkele keer ’de’, ‘het’ of ’op’ fout, dan is dat natuurlijk geen echte fout als dat woordje alle andere keren goed gelezen is. Ze kunnen deze woorden lezen en deze foutjes zouden dus minder zwaar moeten wegen bij het trekken van een conclusie over het leesniveau van dat kind.

Het is demotiverend om te horen dat je niet kunt lezen als je maar twee fouten hebt gemaakt, maar alleen de tijd hebt overschreden. Je moet extra oefenen op het niveau dat je al kan ontsleutelen. Dan is het doorleesniveau motiverender voor kinderen en voor de leerkracht. Niets is immers zo motiverend als succeservaring. Kinderen die steeds horen dat ze goed lezen en dat ze  mooi op toon lezen, pakken sneller een boek en oefenen daardoor weer meer, waardoor het lezen nog beter gaat.

Kunnen lezen zorgt voor leesplezier

Zorg dus dat het technisch leesonderwijs op orde is: stel een doel centraal, geef gerichte instructie en oefen veel (maak meters!) en effectief met als doel succeservaringen op te doen. Leer de kinderen echt goed lezen. Een kind dat goed kan lezen, leest met meer plezier en vanwege dit succes zal het dan vanzelf meer gaan lezen. Een opwaartse spiraal waar de kinderen hun leven lang profijt van hebben.

José Schraven is orthopedagoog, ontwikkelaar van de methodiek ‘Zo Leer je Kinderen Lezen en Spellen’ en conceptauteur van taalmethode Staal.

Laatste onderwijsnieuws

Onbeperkt toegang
met je OvM account

Met het OvM account krijg je als onderwijsprofessional toegang tot meer artikelen en regel je welke informatie je wilt ontvangen. Bijvoorbeeld de nieuwsbrief of Juf & Meester.