
Svante Pääbo’s eerste wetenschappelijke succes was de identificatie van een DNA-fragment dat nu bekend staat als het FOXP2-gen of taalgen. Bij een groep mensen die niet of slechtkunnen spreken, vond hij in dit gen een mutatie. Later deed hij onderzoek naar het DNA van fossiele mensachtigen zoals Neanderthalers en Denisova-mensen.
Bekijk de video. Maak daarna de opdrachten.
Opdrachten
1 Leg uit hoe een mutatie in het FOXP2-gen kan leiden tot slechte spraak.
2 Zo’n 2 tot 3% van de genen van de Neanderthaler komt voor in het DNA van de moderne mensen uit Europa en Azië.
Welke conclusie kun je daaruit trekken?
3 Bij mensen uit Afrika vinden we geen genen van de Neanderthaler. Wat is daarvoor een verklaring?
4 Alle nu levende mensen horen tot dezelfde soort: Homo sapiens.
Uit onderzoek blijkt dat de DNA-variatie onder de Afrikaanse mensen groter is dan de variatie onder de totale verzameling van alle andere mensen. Geef daarvoor een verklaring.
5 In het Altajgebergte in Russisch Centraal-Azië vond de groep van Pääbo in fossiele botresten DNA van een andere mensachtige, de Denisova-mens. Bij veel mensen uit Melanesië, zoals op de Fiji-eilanden, Vanuatu en Papua-Nieuw Guinea, komen vaak Denisova-genen voor
Welke conclusie kun je daaruit trekken?
6 Mensen hebben in hun DNA niet alleen puur menselijk DNA, maar ook DNA van eencelligen.
In welk organel komt dit DNA voor?
Van de makers van Biologie voor jou
Antwoorden bekijken
Om de antwoorden te kunnen zien, moet je zijn ingelogd. Heb je nog geen account? Meld je dan nu aan! Het is GRATIS.
