Een kwarteeuw aan taal

De eerste 25 jaar van deze eeuw zitten erop. Genootschap Onze Taal maakte de balans op en ontdekte dat niet alleen de taal veranderd is, maar ook de manier waarop we ernaar kijken.

Vragen vooraf

1. Waardoor verandert taal volgens jou?
2. Is jouw taalgebruik de afgelopen jaren veranderd? Zo ja, hoe?

Lees het artikel

Een kwarteeuw aan taal | Genootschap Onze Taal

Vragen bij het artikel

1. Wat is het concrete tekstdoel van het artikel?
2. In het artikel worden grofweg zeven ontwikkelingen in de Nederlandse taal omschreven.
   • Welke zeven ontwikkelingen zijn dat?
   • Welke ontwikkeling is voor jou het belangrijkst of het meest merkbaar? Licht je antwoord toe.
3. In het artikel worden enkele Belgisch-Nederlandse woorden genoemd. Wat is volgens jou de betekenis van: kinesist, uit de biecht klappen en induffelen?
4. Een van de tussenkoppen van het artikel luidt: Digitale media: slecht voor taal? Wat is jouw mening over dit onderwerp: zorgen digitale media vooral voor taalverrijking of voor taalverarming? Licht je antwoord toe.
5. Zoals je in het artikel kunt lezen, wordt er gebroed op een nieuwe invulling van het schoolvak Nederlands. Noteer vanuit jouw visie twee verbeterpunten voor het schoolvak Nederlands.
6. Ook de komende 25 jaar zal de taal weer veranderen. Welke taalregel mag wat jou betreft morgen al veranderen? Waarom?

Van de makers van Talent en Taalblokken Nederlands

Aan de slag

Optie 1

Voer in drie- of viertallen een taalonderzoek uit op school: houd een peiling over minstens vier verschillende onderwerpen. Denk bijvoorbeeld aan:

• Wie is de invloedrijkste taalgebruiker op school?
• Wat zijn de meest iconische uitspraken op school?

Verwerk de uitkomst van elke peiling op een creatieve manier in een diagram (zie de diagrammen in het artikel).

Presenteer jullie uitkomsten aan de klas.

Optie 2

Houd een interview met een volwassene over de taalverandering van de afgelopen 25 jaar. Met jouw interview wil je ontdekken hoe de geïnterviewde de taalverandering ervaren heeft, wat die van de veranderingen vindt en hoe die over de taal van de toekomst denkt.

• Bedenk vooraf minstens tien open vragen.
• Neem het interview af.
• Verwerk het interview in een geschreven verslag, waarbij je de vragen en antwoorden verwerkt in alinea’s. Begin met een introductie en gebruik minimaal 400 woorden.