Home » Puberbrein 9 – Het belang van de mentor

Puberbrein 9 – Het belang van de mentor

Ook in de jaren ’70 van de vorig eeuw waren er al verschillen van inzicht tussen ouders en mentoren, zoals we in het filmpje van Van Kooten en De Bie kunnen zien. We gaan nu weer terug naar het heden met zijn eigentijdse kansen en problemen. In een voorafgaand artikel hebben we eerst het meisje kunnen volgen op weg naar de brugklas. Na deze kennismaking vertelde ik u over de jongen op weg naar diezelfde brugklas.

 

We hebben gezien hoe ze beiden onder invloed van genen en hormonen een eigen ontwikkelingsproces doormaakten.

 

Invloed van de thuisomgeving
Dit artikel kijkt naar de ontwikkeling die pubers in de klassen 2, 3 en 4 van het VO doormaken onder invloed van hun thuisomgeving en hun schoolomgeving. Het is duidelijk dat deze beide omgevingen grote invloed hebben op hun verdere groei naar volwassenheid.  Als we het over de thuisomgeving hebben, wordt hun ontwikkeling sterk beïnvloed door hun opvoeders, meestal de ouders. Opvoeders hebben allemaal zo hun eigen opvattingen en hun eigen achtergronden. Daarom verschillen zij in de stijl van hun methodes. De stijl van opvoeden van de ouders en het omgaan met emoties en gevoelens -woede, angst en verdriet- van hun kind, heeft ook effecten op het gedrag van het kind op langere termijn. Een beschrijving van de kenmerken van de 4 opvoedingsstijlen van ouders, en de latere effecten ervan op kinderen, vindt u in het schema hiernaast.

Invloed van de schoolomgeving
Als we het over de schoolomgeving hebben, wordt de ontwikkeling van de leerlingen sterk beïnvloed door hun docenten, mentoren en niet te vergeten hun medeleerlingen. Volgens  E. Crone (2008) heeft een deel van de tweedeklassers, en de meeste derde- en vierdeklassers, het zelfbeschermende egostadium achter zich gelaten. In het zelfbeschermende egostadium (10 – 13 jaar) willen leerlingen vooral zélf dingen regelen en menen ze zichzelf te kunnen beschermen. Er is een betere zelfcontrole op emoties en een algemeen gevoel van onaantastbaarheid. De relaties worden meer opportunistisch en instrumenteel. Een kenmerkende reactie bij kritiek is dat het kind ontkent dat die kritiek hem of haar raakt. Het betaalt met gelijke munt terug. Dat is al heel anders in het conformistische stadium (13–17 jaar). Dit stadium is veel meer socio-centrisch, wat wil zeggen dat de puber zich los gaat maken van de ouders en zich gaat richten op de eigen sociale omgeving, en met name op leeftijdgenoten in dezelfde peergroup. Dat kan een groep zijn met heel uitzonderlijke kenmerken en uitingen (conformistisch moet hier dan ook niet gelezen worden als ‘conventioneel’). Gelijkheid binnen de groep is belangrijk en relaties moeten wederkerig zijn. Het moet vooral leuk zijn om met elkaar om te gaan. In dit stadium trekt men zich kritiek aan en trekt er lering uit.

Naar een krachtig autoritatief mentoraatsmodel
Het lijkt logisch een mentoraatsmodel te ontwikkelen dat voldoet aan een steeds diversere vraag vanuit de samenleving en dat aansluit bij de meest voor de hand liggende opvoedingsstijl. Op het niveau van de onderwijspolitiek wordt er steeds meer gedacht aan passend onderwijs voor de grote variatie aan leerbehoeften bij leerlingen met leerproblemen. Voor het gewone voortgezet onderwijs heb ik samen met het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum (APS) en enkele scholen de ontwikkeling in gang gezet van het expeditiemodel, waar het SER-magazine november vorig jaar over berichtte.

Het lijkt dan ook logisch een mentoraatsmodel voor het gewone onderwijs te ontwikkelen dat aansluit bij de opvoeding thuis. Dit autoritatieve mentoraatsmodel zal in het ideale geval een doorgaande lijn vormen met de opvoedingsstijl van de ouders. Als de opvoedingsstijl van de ouders eerder autoritaire, permissieve of laissez-faire trekken vertoont, kan het autoritatieve mentoraatsmodel van de school een corrigerende rol vervullen.
Uw vragen, opmerkingen en suggesties zijn zoals altijd zeer welkom.

 

Laatste onderwijsnieuws

De voeten van een persoon op een kruispunt

Column: Leren twijfelen is leren denken

Directeur Danny Weeda over de kracht van twijfelen: 'Zo liet ik zien dat twijfelen niet zwak is, maar kritisch leert kijken op je eigen denken.'

Bekijk

Onbeperkt toegang
met je OvM account

Met het OvM account krijg je als onderwijsprofessional toegang tot meer artikelen en regel je welke informatie je wilt ontvangen. Bijvoorbeeld de nieuwsbrief of Juf & Meester.