Home » Motivatie: het het machtsmotief en het vermijdingsmotief

Motivatie: het het machtsmotief en het vermijdingsmotief

Iedere klas heeft geboren leiders. Maar ook leerlingen met faalangst. In de vorige aflevering over de motieven van leerlingen zagen we al dat leerlingen verschillende motieven hebben om te leren en daardoor ook ander – herkenbaar – gedrag vertonen in de klas. Toen ging het om het prestatiemotief en het sociale motief, nu gaat het om twee behoorlijk tegengestelde motieven: het machtsmotief en het vermijdingsmotief.

 

Simpel gezegd: leerlingen die worden gedreven door het machtsmotief willen invloed uitoefenen, ook op de situatie in de klas. Vaak voorkomend gedrag is waarde hechten aan prestigieuze bezittingen (bijvoorbeeld een duur mobieltje) en zich omringen met minder opvallende vrienden. In het leren richten machtsgeoriënteerde leerlingen zich op het streven naar hoge cijfers of wenden ze zich juist af van het leren.

 

Leerlingen die gedreven worden door het machtsmotief spelen een belangrijke rol in de klas. Meestal zijn zij de onbetwiste leiders en bepalen zij in hoge mate de sfeer. Sommige machtsgeoriënteerde leerlingen proberen met hun provocerende gedrag de docent onderuit te halen. Zij genieten daarbij van de respons van hun klasgenoten. Het is wijs beleid als docenten deze leerlingen niet behandelen als hun natuurlijke tegenstanders, maar hen betrekken bij de gang van zaken in de klas. Zij voelen zich dan erkend. Via drie of vier van deze leiders bereik je de hele klas. Ook hebben juist deze leerlingen goede begeleiding nodig. Voor docenten is het belangrijk om ervoor te zorgen dat deze leerlingen zich toch meer op de leertaken werken, dus taakgeoriënteerd gaan werken. Deze leerlingen kunnen pas succesvolle leiders worden als ze een positieve levenshouding koppelen aan taakoriëntatie. Hier ligt een belangrijke taak voor hun leraren.

 

Een heel andere groep in de klas: leerlingen die werken vanuit het vermijdingsmotief. Deze leerlingen

leren het best als zij menen dat de taak gemakkelijk is. Ze hebben dan een hoger tempo om daardoor tot stress-reductie te komen. Deze leerlingen kiezen voor gemakkelijke of juist heel moeilijke doelen. Het kiezen voor gemakkelijke doelen ligt voor de hand, maar het kiezen voor moeilijke doelen heeft ook een verklaring. Immers, als zo’n taak mislukt, ligt de mislukking bij de moeilijkheidsgraad van de taak en niet bij hun capaciteiten. Zij beschermen hiermee hun zelfbeeld.

 

De link met faalangst ligt natuurlijk voor de hand. Faalangst ontstaat wanneer belangrijke personen uit de wereld van het kind hoge doelen voor hen formuleren, maar tegelijkertijd minder vertrouwen uitstralen wat betreft hun mogelijkheden Er wordt dan rond het kind een sfeer van kritiek en straf geschapen. Zo van: Je zult het beter moeten doen, maar ik weet dat je dat niet kunt. Daarom is onvoorwaardelijk geloof in de mogelijkheden van ieder kind voorwaarde voor hun zelfvertrouwen en hun uiteindelijke succes.

 

Faalangst is een belangrijk onderwerp in het onderwijs en hier valt nog veel meer over te vertellen. Dit onderwerp komt zeker nogmaals aan bod in deze reeks.

 

Laatste onderwijsnieuws

Een kind fluistert een zin in het oor van een ander kind

 8 tips voor taalspelletjes

Deze tips helpen je om spelenderwijs te oefenen met taal. Ze zijn erg leuk in de klas, maar ook ideaal om kinderen thuis met hun ouders te laten oefenen.

Bekijk

Terugkijken: de (v)mbo-show

Om aandacht te schenken aan de beroepen waar vmbo'ers & mbo'ers onmisbaar in zijn, maakte NOS Stories een grote liveshow over o.a. het imago en gelijkheid.

Bekijk

Onbeperkt toegang
met je OvM account

Met het OvM account krijg je als onderwijsprofessional toegang tot meer artikelen en regel je welke informatie je wilt ontvangen. Bijvoorbeeld de nieuwsbrief of Juf & Meester.