Home » Meer werkgeluk? Zet vaker je talenten in

Meer werkgeluk? Zet vaker je talenten in

Wat zijn jouw talenten? Waar ben je goed in? En wat doe je met plezier? Hoe kun je je talenten meer inzetten en zo je werkgeluk vergroten? Deze en meer vragen beantwoordt auteur Gerdy Geersing in Het Grote Inspiratie Doeboek. In dit artikel beschrijft Geersing hoe je in vier stappen meer werkgeluk creëert.

Het is een gevoel dat iedereen kent: je dagelijkse werk begint wat sleur te vertonen en je gaat op zoek naar nieuwe inspiratie. Misschien overweeg je om eens iets heel anders te gaan doen, wil je jezelf verder ontwikkelen of meer de dingen gaan doen waar je goed in bent. Groei, ontwikkeling en werkgeluk bereik je als je kunt aansluiten op je talenten en drijfveren, zo blijkt uit recent onderzoek. Het is daarom belangrijk dat je weet wat je talenten zijn en breed onderzoekt hoe je ze kunt inzetten. Want om talenten te laten bloeien, heb je de juiste potgrond nodig.

In Het Grote Inspiratie Doeboek motiveer ik lezers om hier op een systematische, maar ook speelse en creatieve manier mee aan de slag te gaan. Daarbij komen de volgende vier stappen aan bod:

1. Inspiratie opdoen

Het begint allemaal met het opdoen van inspiratie en het krijgen van ideeën. Veel mensen denken dat inspiratie iets is wat je overkomt, maar in werkelijkheid is het hard werken. Je moet je ervoor openstellen en op zoek gaan naar nieuwe prikkels. Wat jou inspireert, zegt veel over waar je energie van krijgt en vaak heeft dat ook te maken met je talenten.

2. Een Wild Plan

Als tweede stap maak je daarom eerst een Wild Plan, waarin je beschrijft wat je zou willen doen als àlles zou kunnen. Het helpt als je weet wat je inspireert, waar je energie van krijgt en in de flow van raakt. Een oefening die daarbij helpt gaat over Flowmomenten: Wanneer had jij zo’n piekmoment? En kun je beschrijven wàt het zo leuk maakte en wat je goed afging?

3. Realistisch en haalbaar

Om jouw Wilde plan realistisch en haalbaar te maken, breng je in kaart wat je eigenschappen zijn, wat je goed kunt en wat je belangrijk vindt in werk. Mensen in je directe werkomgeving kunnen vaak goed benoemen waar jij goed in bent, maar je kunt het ook zelf doen met de kaartenset uit het boek. Hiermee breng je letterlijk in kaart wat je in werk belangrijk vindt en wat jou motiveert. Dit is niet altijd hetzelfde als wat je goed kunt. Soms kun je dingen goed omdat je ze vaak doet, maar beleef je er verder weinig plezier aan. Je talenten zijn juist die eigenschappen en vaardigheden waar je goed in bent, waar je energie van krijgt en waar je plezier uit haalt.

4. Kom in actie

Tot slot breng je je talenten in actie. Je bedenkt hoe je met jouw talenten en drijfveren aan de slag kunt. Misschien kun je aanpassingen doen in je werk, waardoor je je talenten meer kunt inzetten? Of wil je ze verder ontwikkelen door middel van een opleiding of cursus? Of misschien ga je toch op zoek naar ander werk? Je werkt dit uit in een actieplan, inclusief to-do-lijst. Tip: Gebruik hiervoor de 8-8-8 regel en beschrijf wat je de eerste 8 weken, de eerste 8 dagen en de eerste 8 uren al kunt doen.

Het grote inspiratie doeboekWil jij deze zomervakantie aan de slag met je talenten? Lees dan verder over Het Grote Inspiratie Doeboek. Doe alvast de inspiratietest en check hoe geïnspireerd jij momenteel bent.

Eerder op OVM verschenen: 5 tips voor meer werkgeluk

Hoe blijf jij jouw talenten benutten en jezelf uitdagen? Laat een reactie achter via onderstaand reactieformulier.

Laatste onderwijsnieuws

Onbeperkt toegang
met je OvM account

Met het OvM account krijg je als onderwijsprofessional toegang tot meer artikelen en regel je welke informatie je wilt ontvangen. Bijvoorbeeld de nieuwsbrief of Juf & Meester.