Home » Maken jullie het ook weer goed?

Maken jullie het ook weer goed?

Tijdens de werkles is Bart erg wild en onrustig. Met de Kapla op de mat spelen is dan geen goede combinatie. Verschillende torens zijn al omgevallen en ik zie dat de kinderen met wie hij speelt dit niet leuk vinden. Ik ga bij Bart op de mat zitten en vraag hem hoe zijn weekend was. ‘Niet leuk, juf,’ antwoordt hij.

Omdat dat doorgaans niet het antwoord is dat ik van kinderen krijg, vraag ik Bart of hij het fijn vindt om bij me te komen zitten om er samen over te praten. Bart kruipt bij me op schoot. ‘Vertel eens, wat was er niet leuk in jouw weekend?’ vraag ik.
Bart vertelt me dat papa en mama ruziemaakten.

‘Wat vervelend Bart, dat moet heel naar voor je zijn om dat te zien. Komt het daardoor dat je je vandaag wat wiebelig voelt?’ ‘Ja, want ik moet daar steeds aan denken.’
‘Ja, dat snap ik heel goed. Het is heel naar om zoiets te zien en heel normaal dat je daar dan vaak aan moet denken. Vind je het fijn als ik daar strakjes even met mama over praat?’ Dat wil Bart. Als ik hem vraag of hij daarbij wil zijn, geeft hij aan dat hij dan liever even op de gang wil wachten.

Tijdens het kringmoment vertelt Bart uit het niets aan zijn klasgenoten dat zijn papa en mama ruzie hadden. Een mooi moment om hier met de groep wat dieper op in te gaan. Ik vraag de klas bij wie dat ook weleens zo is. Veel vingers gaan de lucht in. We bespreken met elkaar hoe we dat vinden. En we geven elkaar ook tips over wat je zelf kunt doen als papa en mama ruziemaken, zoals vragen om te stoppen, je vingers in je oren stoppen of in je bed gaan liggen met je hoofd onder je kussen (maar dat is wel heel donker…).

Ik vertel de kinderen dat het heel normaal is dat papa en mama een keertje ruziemaken, maar dat één ding van ruziemaken heel belangrijk is: dat je het daarna altijd weer goedmaakt. Ik verklap de kinderen dat papa’s en mama’s het meestal weer goedmaken als de kinderen er niet bij zijn.

‘Maar hoe weten wij dan of ze het weer goedgemaakt hebben?’ vraagt Roos. Mark zegt: ‘Ik merk dat ’s morgens gewoon, want dan doen ze weer normaal tegen elkaar.’ Ik vul Mark aan dat wanneer je het niet zeker weet, je altijd aan papa of mama kunt vragen of ze het weer goedgemaakt hebben.

Na schooltijd vraag ik de moeder van Bart of ze even tijd voor me heeft. Bart wacht ondertussen op de gang. Ik vertel haar wat Bart me vanmorgen verteld heeft. Ze geeft aan dat haar man en zij twee weken geleden ruzie hebben gehad. Vader heeft op het hoogtepunt van de ruzie zijn jas aangedaan en is een frisse neus gaan halen. Moeder moest op dat moment erg huilen. Even later was het tijd voor Bart om naar bed te gaan. Ik vraag haar of Bart weet dat ze het weer goedgemaakt hebben. Ze denkt van niet.

We halen Bart erbij. Hij kruipt bij zijn moeder op schoot. Zijn moeder legt hem uit wat er gebeurde. Daarna kijkt hij zijn moeder aan en vraagt: ‘Mama, hebben jullie het ook weer goedgemaakt?’ ‘Ja, we hebben het weer goedgemaakt, toen jij in bed lag.’ De lach die ik op dat moment op het gezicht van Bart zie en de last die ik van hem af zie vallen, zijn onbetaalbaar. Ik krijg er tranen van in mijn ogen, maar slik die gauw weg, omdat ik professioneel wil blijven.

Wat voor ons volwassenen vaak zo vanzelfsprekend is, is voor een kind soms zo onbegrijpelijk.

Laatste onderwijsnieuws

Onbeperkt toegang
met je OvM account

Met het OvM account krijg je als onderwijsprofessional toegang tot meer artikelen en regel je welke informatie je wilt ontvangen. Bijvoorbeeld de nieuwsbrief of Juf & Meester.