In de rekenonderwijs wordt veel aandacht besteed aan functioneel rekenen, ook wel functionele gecijferdheid genoemd. Wat is functioneel rekenen precies? Waarom is het zo belangrijk én effectief? En hoe zit functioneel rekenen door de rekenmethodes van Malmberg heen verweven? Je leest het in dit artikel.
Wat is functioneel rekenen?
Bij functioneel rekenen gaat het niet alleen om het uitrekenen van kale sommen, maar om het herkennen wanneer en hoe je rekenvaardigheden in het dagelijks leven gebruikt. Om je rekenvaardigheden op de juiste manier in het dagelijkse leven en in de beroepspraktijk toe te kunnen passen, moet je begrijpen wat je doet. Daarom kiezen we een onderwijsaanpak die leerlingen niet alleen kale vaardigheden leert, maar ze ook leert begrijpen wat de verschillende berekeningen inhouden en hoe je ze kunt toepassen. Zo ontwikkelen de leerlingen zelfvertrouwen bij het rekenen en leren ze hoe ze hiermee dagelijkse ‘problemen’ kunnen oplossen. Denk aan juiste hoeveelheden gebruiken bij het koken, op tijd komen, routeplanners kunnen lezen als je reist met het OV en kortingen uitrekenen in een winkel. Als je erover nadenkt gebruik je rekenvaardigheden de hele dag!
Begrip ontwikkelen kinderen allereerst door te rekenen in een context. Leerlingen leren dus niet alleen (of direct) in het rekenonderwijs een ‘kale’ rekensom, zoals 5+3=8. Dat is veel te abstract voor een beginnend rekenaar. Maar als je 5 ballen neerlegt en er 3 bij legt, snapt een leerling al beter wat een som als 5 + 3 = 8 nu écht betekent; je voegt hiermee context toe. Wat is de 5, wat is de 3, wat willen we weten (hoeveel ballen hebben we totaal) en wat betekent dan de 8? Op die manier creëer je meer begrip en inzicht.
Hoe belangrijk zijn die contexten?
Er is tegenwoordig veel te doen over contexten in het reken-wiskunde onderwijs. Die discussie wordt helaas niet altijd helder gevoerd. Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen verschillende soorten contexten en hun doelen.
Allereerst het creëren van begrip door contexten, ofwel realistische situaties, te gebruiken bij de uitleg en het inoefenen van rekenvaardigheden. Zo gaat het rekenen meer ‘leven’ voor kinderen en snappen ze beter wat ze doen en waarom. Deze begripsvorming is ook belangrijk voor de opbouw van leerlijnen. Wanneer je na optellen ook aftrekken introduceert, is het belangrijk dat een kind het verschil tussen beide snapt en weet in welke gevallen je de min gebruikt en in welke gevallen de plus. Bij breuken leren kun je bijvoorbeeld in het begin, heel concreet, met een echte taart voor de klas staan. Later wordt dit een cirkel in stukjes en daarna echte breuken – zo wordt het stap voor stap steeds abstracter. Realistische contexten zijn een voorloper van de didactische modellen die het leren rekenen ondersteunen.
Verschil tussen context en redactiesommen
De contexten aan het begin van het leerproces zijn heel anders dan bijvoorbeeld de traditionele redactiesommen waarbij de rekensom in een context verpakt is. Voor veel mensen voelen dit soort toepassingscontexten erg gezocht. Vaak wordt bij het rekenen in context aan deze traditionele contextopgaven gedacht. Het doel én de vorm van deze contexten is echter heel anders. Bovendien kan het woord ‘context’ je op het verkeerde been zetten. Een context is niet altijd een som met veel regels tekst. Alleen al door bijvoorbeeld achter een cijfer het woord ‘appels’ te plakken, bied je een context. Het vooroordeel dat rekenen met realistische contexten veel tijd kost en heel talig is, is dus niet waar.
Kortom, naast het creëren van begrip in de didactische opbouw van het leren rekenen, wil je dat een kind de rekenvaardigheden ook actief kan toepassen in echte (authentieke) rekensituaties. Op die manier werk je aan functionele gecijferdheid.
Waarom functioneel rekenen?
In de kerndoelen voor rekenen en wiskunde staat dat leerlingen leren om zelfredzaam te worden in de maatschappij. In het leergebied leren ze rekenen en wiskunde ervaren, begrijpen en toepassen om vaardigheden te ontwikkelen die ze later nodig hebben. En dat is nou precies waar het om gaat bij functioneel rekenen.
Bovendien verandert de wereld in een razend tempo waarbij we tegenwoordig altijd een rekenmachine of een AI-tool bij de hand hebben die ons kan helpen. Daarom wordt het in de maatschappij in toenemende mate belangrijker dat je weet wanneer en hoe je bepaalde sommen moet toepassen. Het rekenen an sich wordt steeds vaker door een digitale tool gedaan. Het is daarom belangrijk dat een leerling niet alleen maar trucjes leert, maar de essentie van de sommen begrijpt. Heeft een leerling dit basisbegrip door, dan zal uiteindelijk de som ook beter beklijven.
Functioneel rekenen in de rekenmethodes van Malmberg
Het functioneel rekenen zit door de rekenmethodes van Malmberg heen verweven. In deze methodes worden namelijk verschillende didactische modellen gebruikt: het drieslagmodel, het handelingsmodel en het hoofdfasenmodel. Deze didactische modellen sluiten aan hij het bouwen aan functionele gecijferdheid.
Het drieslagmodel focust op de stappen context, bewerking en oplossing bij probleemoplossend rekenen. Het handelingsmodel helpt om instructies aan te passen aan de handelingsniveaus van leerlingen. En het hoofdfasenmodel beschrijft de vier fasen van een leerlijn die je volgordelijk moet doorlopen: begripsvorming, strategieontwikkeling, automatiseren en toepassen.
Deze didactische modellen komen uit het ERWD-protocol, het protocol Ernstige Reken-Wiskundeproblemen en Dyscalculie. Dit protocol biedt ondersteuning voor kinderen met rekenproblemen, maar biedt ook veel handvatten om te voorkomen dat rekenachterstanden ontstaan. Hiermee bevat het protocol goede tools die ingezet kunnen worden om alle kinderen goed rekenonderwijs te geven.
Of leerling de rekenstof goed beheerst, is meetbaar en merkbaar. Het is meetbaar of een leerling weet dat 5 plus 3, 8 is – dat kun je toetsen. Of hij of zij begrijpt wat optellen is, is een merkbaar doel. Daarvoor zul je als leerkracht genoeg moeten observeren. Om je als leerkracht daarbij te helpen heeft Malmberg in haar methodes concrete observatievragen genoteerd. Daarnaast bieden de methodes ook toetsen aan voor de meetbare doelen. De combinatie van al deze tools helpen jou als leerkracht om kinderen goed te leren rekenen, op een manier waar ze later in de dagelijkse praktijk en in hun beroep veel baat bij zullen hebben en waarmee ze met recht als functioneel gecijferde burgers door het leven zullen gaan!

