Home » Docent van de maand december: Jeffrey Klavert ging van de NS naar de mavo

Docent van de maand december: Jeffrey Klavert ging van de NS naar de mavo

Docent van de maand

Naam: Jeffrey Klavert
Docent: Nederlands en ethiek & filosofie
Leeftijd: 37
School: Melanchthon MAVO Schiebroek
Geeft les aan: (bijna) alle jaarlagen
Hobby’s: lezen, vechtsport MMA, hardlopen en vlogs maken 

Docent van de maand december Jeffrey Klavert

Vijf jaar geleden maakte Jeffrey een flinke carrièreswitch: hij ging van regiomanager bij de NS naar lesgeven aan pubers op de mavo. Maar spijt? ‘Zeker niet. Ik heb 100 procent meer werkvreugde.’

Je bent regiomanager geweest bij een thuiszorgorganisatie en bij de NS. Hoe kwam je erbij om vervolgens het onderwijs in te gaan?  

‘Na mijn bachelor sociologie en master sociaal werk, kwam ik erachter dat – toen ik eenmaal afgestudeerd was in 2013 – de sociale sector op z’n gat lag. Daarom besloot ik het zakenleven in te gaan. Het ging me goed af, maar ik merkte steeds meer dat ik mijn werk eigenlijk helemaal niet zo leuk vond. Mijn promotie van regiomanager naar regiodirecteur was in zicht en ik zou het alleen maar drukker krijgen en nog meer taken krijgen die ik niet leuk vond. Ondertussen zat mijn vriendin wél in het onderwijs en dacht ik steeds vaker: dat lijkt me veel leuker.’

Ondanks het tekort aan docenten kreeg je veel afwijzingen op je sollicitaties. Hoe kwam dat?

‘Ik merkte al snel dat het een hele gesloten beroepsgroep is. Docenten denken dat mensen die zelf niet in het onderwijs werken, geen idee hebben hoe het is om docent te zijn en alleen de mooie kanten zien. Deze mensen hebben volgens hen geen idee hoe het is om een klas te temmen. Dat vond ik destijds vervelend, maar nu ik zelf docent ben begrijp ik het beter. Je wilt niet heel veel tijd in iemand investeren die er na een (paar) jaar weer de brui aan geeft omdat het tegenvalt.

Zelf werd ik vaak op basis van mijn cv al afgewezen. Toen ben ik met wat HR-mensen op scholen gaan spreken en heb ik mijn cv meegenomen. Zij lieten me inzien dat de dingen die ik uitlichtte op mijn cv, niet van belang waren voor het onderwijs. Mijn profielfoto moest minder zakelijk en ik moest de ervaring die ik met kinderen heb meer uitlichten. Dat is voor scholen het belangrijkst. Dat hielp: uiteindelijk kon ik bij de MAVO Schiebroek terecht.’

Waarom heb je voor het vak Nederlands gekozen?

‘Ik ben heel talig; ik lees veel, schrijf graag en vind het leuk om spoken word te maken. Bovendien had ik gehoord dat er voor bepaalde vakken wél veel docenten zijn, zoals maatschappijleer en geschiedenis. Docenten Nederlands zijn er weinig. Ik vergrootte hiermee simpelweg mijn kansen. Inmiddels krijg ik nog wekelijks berichten op LinkedIn of ik interesse heb om op andere scholen Nederlandse les te geven. Bovendien is het vak minder van belang dan het feit dat ik met tieners wil werken. Deze tieners zitten niet te wachten op jouw verhaal; je moet dus niet vanuit een passie voor een vak willen lesgeven, maar omdat je met tieners wil werken. Maar inmiddels geef ik ook het vak ethiek & filosofie, wat wel – nog meer – vanuit mijn eigen interesse ontstaan is.’

Het is vijf jaar geleden dat je als zij-instromer het onderwijs in kwam. Hoe kijk je nu terug op je keuze? 

‘Ik heb 100 procent meer werkvreugde. Dit beroep staat veel dichter bij wie ik ben als persoon. In dit vak kan ik meer mezelf zijn. Dat zit ook al in iets als kleding. In mijn vorige baan moest ik in pak naar mijn werk. Nu draag ik kleding die ik zelf leuk vind en bij mij past. Hoe authentieker je bent als docent, hoe krachtiger. Want die kinderen zijn spiegels; die geven meteen terug wat ze zien. Toen ik in het begin nog weleens in pantalon en colbert voor de klas stond, kreeg ik te horen: “Meneer, voor wie doet u dit? Het lijkt wel of u naar een begrafenis gaat.”’

Maar ik moet erbij zeggen: mijn carrièreswitch ging niet heel makkelijk en docent-zijn is hard werken. Ik werk net zo hard als in het zakenleven, maar het is anders werken. Mijn werkgeheugen is voller door alle taken bij elkaar en alle prikkels die ik krijg te verduren op een dag. Intellectueel is het minder zwaar. Kortom, het is intens af en toe, maar ik vind werken met jongeren ontzettend leuk; ze zijn heel puur. Op het vmbo zitten leerlingen vooral op de relatie. Soms vinden ze je vak niet leuk, maar als je een band met je leerlingen hebt, zeggen ze: “Ik doe het wel voor meneer Klavert.”’

Wat vond je de grootste uitdaging als beginnend docent?

‘Ik ga niet stoer lopen doen dat ik een natuurtalent ben, haha! Het was een reality check in het begin. Ik moest keihard werken. In het begin gaf ik over de hoofden van leerlingen les; dan knikten ze “ja”, maar dachten: waar heeft die man het over? Ik moest erg schakelen hoe ik dingen eenvoudiger uit kon leggen. Daarnaast vond ik orde houden in de klas echt wel lastig. Jongeren tornen openlijk aan je rol als docent en vechten om de aap op de rots te zijn. Als een leerling dan iets doet in de klas, vraag je je af: moet ik hier iets mee? En als een leerling niet doet wat je vraagt, wat doe je dan? Inmiddels ken ik veel trucjes en gaat het me goed af.’

Je bent zelf opgegroeid in een achterstandswijk in Schiedam. Werkt dat in je voordeel als docent?

‘Ja, 100 procent. De wijk waarin ik woonde had ooit de twijfelachtige eer van slechtste wijk van Nederland. Maar ik had dat als kind niet door; dat was mijn “normaal”. Ik was als tiener al twee keer bedreigd met een pistool en van de meeste van mijn klasgenoten was de vader niet meer in beeld. Toen ik later in Breda naar een vwo-school ging, was ik de vreemde eend in de bijt en werd ik helemaal niet gezien.

Daardoor werd dat vlammetje ontstoken: ik wil die docent zijn die ik vroeger zelf niet heb gehad. Iemand die jou misschien niet begrijpt, maar wel zijn of haar best doet en je zíet. Er zijn hele onderwijsfamilies die in een hele andere wereld leven dan hun eigen leerlingen. Zij komen uit goede milieus, rijden dan elke dag naar het ruige Rotterdam om die jongeren te temmen en moraal aan te brengen en rijden vervolgens terug naar hun eigen veilige vinexwijken. Daar ontstaat miscommunicatie. Zij kunnen zich – misschien – niet inleven in hun leerlingen, ik kan dat wel.’

Hoe zou je jouw manier van lesgeven omschrijven? Wat voor docent ben jij?

‘Ik denk dat ik wel een chille docent ben. Ik heb een goede band met mijn leerlingen; ik neem ze serieus, probeer op hun niveau te komen en ze echt te zien. Mijn stijl is losjes; ik hou van een grap maken of af en toe even gek doen. Daartegenover staat dat ik regels wel belangrijk vind. Als leerlingen vervelend doen, stuur ik ze eruit. Ik speel hard op de bal, zacht op de man. Ik maak duidelijk dat ik bepaald gedrag niet oké vind, maar dat het niet persoonlijk is. 

Pubers zijn eigenlijk een “ondankbare doelgroep” om les te geven. Ze zullen niet snel aan jou teruggeven wat voor impact je op ze hebt gehad. Wellicht dat ze pas later denken: tof wat die meneer Klavert voor mij heeft gedaan of wellicht heb je voor sommigen ook weinig betekend. Daar moet je je bewust van zijn en dus moet je je ego opzij zetten. Des te specialer is het als een leerling wél zijn of haar dankbaarheid uit.

Zo had ik vorig schooljaar de diploma-uitreiking van de eerste lichting leerlingen die ik van begin tot eind heb meegemaakt. Na de uitreiking kwam een van mijn mentorleerlingen naar me toe: “Meneer Klavert, ik wil even iets zeggen.” Ik zag hem een beetje emotioneel worden. Hij vervolgde: “Ik heb het nooit gezegd, maar in de 1e klas had ik het moeilijk met aan aantal leerlingen. Ik werd overrompeld en was ook bang. Maar u kwam telkens voor mij op en zei dat het goedkwam. Ik wist dat u er voor mij was.” Ik had oprecht helemaal niet door dat ik zoveel voor hem had betekend. Dat raakte me echt. Ik was zo blij dat hij dit tegen me gezegd had. Soms weet je niet wat je voor iemand betekent.’

Word ook docent van de maand

Heb jij een bijzonder verhaal en wil je ook als docent van de maand geïnterviewd worden? Of wil je een collega voordragen? Laat het ons weten op redactie@malmberg.nl.

Laatste onderwijsnieuws

Onbeperkt toegang
met je OvM account

Met het OvM account krijg je als onderwijsprofessional toegang tot meer artikelen en regel je welke informatie je wilt ontvangen. Bijvoorbeeld de nieuwsbrief of Juf & Meester.