Ook dit jaar ontkom ik er niet aan, dus graag heb ik het snel geregeld. Zodra mijn assistent aangeeft dat hij beschikbaar is, loop ik naar buiten en neem als eerste plaats in de bus. Voeten op het tape. ‘Lachen maar,’ zegt hij geroutineerd. Ik mag de foto even zien, maar eigenlijk vind ik het sowieso wel prima. ‘Nou, dit is de mooiste foto tot nu toe…’ grapt hij. Vandaag komt er weinig van rust, reinheid en regelmaat op school. Het is dat de meeste collega’s in week twee nog aardig in hun reserves zitten, anders zouden er heel wat bleke bekkies op de foto staan.
De dag van de schoolfoto: een chaotische modeshow zonder catwalk. Onze pubers mogen zichzelf heel wat vinden, maar zodra de fotograaf er is, zijn ze nog net zo zenuwachtig als op de rand van de zandbak bij basisschool De Regenboog, Het Kompas of Het Palet. Haren worden gekamd, krultangen uitgewisseld, jasjes rechtgetrokken en selfies gecontroleerd. Stoere neutrale blikken van de boys die stiekem balen dat ze niet met hun fatbike op de foto mogen. Dat zou het summum zijn. En waar de fotograaf zijn flauwe grappen mag maken, doe ik natuurlijk ook mee.
‘Ja, heel leuk meneer. U trekt volle zalen zeker?!’
‘Wisten jullie niet dat de fotograaf kwam?’ roep ik overdreven verbaasd met mijn armen omhoog naar een paar jongens uit de bovenbouw, terwijl ik ze van top tot teen bekijk. Ze kijken me geamuseerd aan. ‘Ja, heel leuk meneer. U trekt volle zalen zeker?!’ Touché. Tegen de grootste boef zeg ik halverwege de dag dat ik gemerkt heb dat hij al geweest is, aangezien ik de fotograaf net over zijn nek zag gaan. Hij kan er hartelijk om lachen. ‘Zullen we samen gaan? Dan blijft hij er zeker in,’ kaatst hij terug.
De teamfoto is idem. Om de lol erin te houden staan we er net zo irritant op als een klas pubers. Bij ons hoeft de fotograaf niet eens te vragen om gek te kijken op de laatste foto. De nochelante mannen naast de dames die net als de pubers zelf tiptop in orde zijn. ‘Ja hoor, daar komt ie nog een keer.’
Laten we temidden van de chaos, de krultangen en de geforceerde glimlachen vooral de lol erin houden.
Terug naar binnen loopt een groep eerste klassers naar buiten. Eentje met gebogen hoofd en moeilijke blik. ‘Hé kerel, kom op, het is maar een foto. Vergeleken met die van mij zijn alle andere foto’s juweeltjes,’ zeg ik guitig om hem een hart onder de riem te steken. Hij barst in huilen uit en loopt door. Gelukkig vangt zijn mentor hem halverwege de gang op. Geschrokken kijk ik haar aan, maar ze gebaart dat het niets met mij te maken heeft.
Even later, als het rumoer langzaam wegsterft, denk ik terug aan een fotomoment van jaren geleden. Met Meagan, een leerling uit mijn mentorgroep. Ze wilde na haar examen fotografie gaan studeren en vertelde dat enthousiast aan de fotograaf. Hij begon vol vuur over zijn eigen opleidingen en ervaringen, waarop ik haar zag kijken. Eerst naar hem, toen naar zijn bus en daarna naar de pubers in haar mentorklas. De raderen draaiden zichtbaar. Na een paar tellen fluisterde ik in haar oor: ‘Maar hij heeft er wel lol in.’
En dat is waar het vandaag misschien wel om draait: temidden van de chaos, de krultangen en de geforceerde glimlachen vooral de lol erin houden. Even stilstaan bij wie we met elkaar zijn, een bonte verzameling mensen die, al is het maar voor één moment, in dezelfde richting kijkt. … Lachen!

Danny Weeda is directeur van een kleine familiaire middelbare school. Hij heeft bijna twintig jaar voor de klas gestaan en staat nog steeds in goed contact met de leerlingen van zijn school. Met zijn frisse kijk op onderwijs stelt hij vaak en graag de vraag: waarom? Dat geeft mooie gesprekken en discussies die soms uitmonden in een artikel of column. ‘De wijze waarop de jeugd zich een weg baant door het leven is een eervol iets om getuige van te zijn en geeft verhalen voor het leven.’

