Kunstmatige intelligentie (AI) is inmiddels niet meer weg te denken uit het onderwijsdebat. Waar de één vreest dat leerlingen ChatGPT of andere tools gebruiken om hun huiswerk ‘te laten maken’, ziet de ander vooral kansen. Want AI kan, mits je het goed inzet, juist een waardevolle bondgenoot zijn in het taalonderwijs.
Uit onderzoek blijkt dat jongeren steeds minder lezen en schrijven, met als gevolg dat de leesvaardigheid van jongeren achterblijft. Nu AI-tools als ChatGPT zijn opgekomen, is men bang dat deze tools de tendens alleen maar verergeren. AI zou de menselijke creativiteit vervangen, oppervlakkigheid in de hand werken en jongeren passief maken. Maar is dit terecht? AI kan je leerlingen namelijk ook motiveren door het als een interactieve en gepersonaliseerde assistent in te zetten.
Meer motivatie
Hebben je leerlingen bijvoorbeeld moeite met grammatica of interpunctie? Met AI-tools kunnen zij direct feedback krijgen op hun schrijfwerk, waardoor ze sneller leren en fouten beter herkennen. Ook kan AI suggesties doen voor zinsopbouw, woordenschat of structuur. Daarmee krijgen je leerlingen inspiratie om hun teksten te verbeteren of uit te breiden, zonder dat ze alles uit handen geven. Met AI kunnen leerlingen ook op een speelse manier hun creativiteit verkennen: van het schrijven van een kort verhaal op basis van een prompt tot het oefenen van dialogen in een vreemde taal. Door deze directe en persoonlijke feedback ervaren leerlingen meer successen. Dit kan juist voor een hogere motivatie en meer zelfvertrouwen zorgen. En juist dát is nodig om taalvaardigheid te ontwikkelen.
AI als hulpmiddel, niet als vervanger
Toch is het belangrijk om AI te zien voor wat het is: een hulpmiddel of assistent, geen vervanger van de docent. AI genereert teksten, maar begrijpt de context niet zoals een mens dat kan. Daarom blijven docenten onmisbaar. AI kan feedback geven, maar jij als docent biedt de kaders, begeleidt keuzes en bewaakt leerdoelen. Zo blijft de menselijke maat behouden. Oftewel: de docent is de regisseur!
Een belangrijke taak voor docenten is leerlingen leren evalueren wat AI produceert. Is een tekst wel kloppend, volledig en geschikt voor de context? Door hier klassikaal of in groepjes aandacht aan te besteden, ontwikkelen leerlingen kritisch denken; een vaardigheid die ze hun hele leven nodig hebben. Oftewel: AI kan leerlingen een vliegende start geven, maar het is de docent die stimuleert dat ze daarna zelf verder gaan. Door AI-teksten te verbeteren en persoonlijk te maken, raken ze meer betrokken bij hun leerproces.
Zo zet je AI in in de klas
Hoe kun je als taaldocent AI praktisch en zinvol inzetten?
- Schrijfworkshops met AI
Laat je leerlingen een korte tekst door AI genereren, bijvoorbeeld een inleiding op een betoog. Vraag ze vervolgens die tekst te beoordelen, aan te vullen of te herschrijven. Zo leren ze kritisch kijken en schrijven. - Feedback vergelijken
Laat leerlingen hun eigen tekst en een door AI verbeterde versie naast elkaar leggen. Bespreek wat AI heeft aangepast en waarom het wel of geen verbetering is. - Creatieve schrijfopdrachten
Gebruik AI om verrassende details voor opdrachten te genereren: een verhaal dat begint met een willekeurige zin, een brief vanuit het perspectief van een historisch figuur of een dialoog in een vreemde taal. Jij bepaalt de opdracht, AI het onderwerp of bijvoorbeeld de eerste zin van de tekst. Dit maakt schrijven speelser en toegankelijker. - Persoonlijke ondersteuning
Zet AI in als extra hulp voor leerlingen die moeite hebben met grammatica of spelling. Terwijl de rest van de klas zelfstandig werkt, kunnen zij met een AI-tool oefenen en direct feedback krijgen. - Kritische discussie
Bespreek met leerlingen de ethische kanten van AI: wat betekent het voor originaliteit of voor eerlijkheid bij toetsen? Zo maak je AI niet alleen een hulpmiddel, maar ook een gespreksonderwerp dat leerlingen bewust maakt van hun rol in de digitale samenleving.
Praktijkvoorbeeld uit de klas
Als docent Nederlands in de bovenbouw of op het mbo kun je je leerlingen bijvoorbeeld een sollicitatiebrief laten schrijven met behulp van een AI-tool.
De opdracht bestaat twee stappen: eerst laat iedere leerling AI een conceptbrief maken op basis van een vacature. Vervolgens moeten ze de tekst aanpassen en personaliseren. Vergelijk de AI-teksten klassikaal met de verbeterde versies van de studenten zelf.
Wat krijg je? Een interessante discussie over woordkeuze, toon en overtuigingskracht. Waarschijnlijk gaan je leerlingen inzien dat AI handig is als startpunt, maar dat de kracht van een tekst pas ontstaat als je ‘m persoonlijk maakt en in je eigen schrijfstijl.
Valkuilen en risico’s
AI kent ook risico’s. Door daar bewust mee om te gaan, kun je als docent veel valkuilen voorkomen. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld in de verleiding komen om AI al het werk te laten doen. Geef daarom opdrachten waarbij de AI-tool slechts een beginpunt is en de leerling altijd een eigen bijdrage moet leveren. Daarnaast zijn niet alle AI-tools even zorgvuldig met gegevens. Bespreek daarom met leerlingen het belang van privacy, gebruik bij voorkeur veilige onderwijsplatforms en laat ze nooit persoonlijke informatie invoeren. AI kan ook foutieve informatie geven. Benadruk daarom dat AI een sparringpartner is, geen autoriteit. Leer leerlingen altijd controleren en beargumenteren waarom ze bepaalde keuzes maken.
Waardevolle bondgenoot
Kortom, AI kan een waardevolle bondgenoot zijn in het taalonderwijs, mits je het niet ziet als bedreiging of vervanging, maar als hulpmiddel. Het biedt mogelijkheden op het gebied van gepersonaliseerd leren, directe feedback en creatieve opdrachten. Toch blijf jij als docent de sleutel tot echt betekenisvol leren.
3 AI-tools om te proberen
- ChatGPT (OpenAI)
Toegankelijk en veelzijdig. Gebruik het voor brainstorms, creatieve prompts of het geven van eerste feedback op teksten. - QuillBot
Handig voor parafraseren en variëren in woordgebruik. Kan leerlingen helpen om teksten in eigen woorden te herformuleren. - Grammarly
Geeft directe feedback op grammatica, spelling en stijl. Werkt ook motiverend voor leerlingen die onzeker zijn over hun taalgebruik.

