Met plezier liet ik de presentaties van jonge docenten aan mij voorbijgaan tijdens een landelijke bijeenkomst. Het ene idee was nog creatiever dan het andere. Zoals dat gaat bij starters, bij de een denk je ‘hoho, rustig aan’, bij de ander juist ‘nounou, daar mag wel wat vaart in’. Maar ineens bekroop me een gevoel bij één van de presentaties. Zat ik op het puntje van mijn stoel omdat hier iets bijzonders gebeurde of hadden we met z’n allen net de verkeerde afslag genomen?
Twee docenten maatschappijleer vielen op. Enthousiast, scherp, maar ook overtuigd van zichzelf. Tijdens hun entree maakte ik een kleine frons. Vandaag de dag is het lastig om iets van kledingstijl te vinden en ik heb mijn carrière als moderecensent gelukkig nooit serieus doorgezet. Misschien ben ik wat old school als ik vind dat je neutraal en fatsoenlijk gekleed voor een klas hoort te staan. Grappig genoeg benoemde een van hen dat meteen zelf: ‘Je ziet vast al aan mijn kleding waar ik op het politieke spectrum zit.’ En ja, dat bleek. De val van het kabinet noemde hij ‘de mooiste dag van zijn leven’, en enkele dieptepunten van rechts waren voor hem juist hoogtepunten.
Mijn mond houden is alleen niet mijn sterkste kant.
Ik probeerde nieuwsgierig te blijven, maar betrapte mezelf op een houding met de armen over elkaar. Niet vanwege mijn persoonlijke overtuiging overigens, maar omdat ik hoopte dat dit niet de toon van zijn lessen zou zijn. Ze vertelden over hoe ze verkiezingen op school organiseren. Niet nieuw, maar hun creatieve afsluiting, het vieren van de uitslag, was origineel. Toch borrelde er bij mij een vraag op die ik eigenlijk niet wilde stellen. Mijn mond houden is alleen niet mijn sterkste kant.
Dus ging mijn vinger omhoog: ‘Wat als de uitslag niet de kant opgaat van jouw eigen voorkeur? Vier je dat dan ook?’ Hij lachte: ‘Dat gaat niet gebeuren, want in mijn regio stemt men toch wel links.’ Ik stelde een ander scenario voor: stel dat leerlingen tóch kiezen voor rechts. Zijn gezicht betrok: ‘Dan hebben we gefaald, dan is een serieus nagesprek nodig.’
De zaal knikte met hem mee, maar zelf proefde ik teleurstelling. Ik vond het nodig om duidelijk te zijn: ‘als je leerlingen iets wil leren over democratie, dan zit je op de goede weg. Maar als je ze wil winnen voor je eigen politieke overtuiging, dan ben je wat mij betreft niet geschikt voor dit vak. In het eerste geval vier je namelijk de uitkomst van een democratisch proces, hoe pijnlijk ook voor jou. In het tweede geval vier je alleen jezelf.’ Dat mocht ik van hem vinden.
Vrijheid van meningsuiting betekent ook vrijheid om tegengesproken te worden.
Na afloop zocht hij me op in de pauze. ‘Maar u zou toch ook schrikken als de hele klas op rechts stemt?’ Ik legde uit dat in de regio waar ik werk veel ouders en collega’s rechts stemmen. Juist de veiligheid om uit te spreken en gesprekken te voeren over je overtuigingen, is de essentie van democratie. In je lessen sta je boven je eigen voorkeur en overtuiging, hoe lastig dat soms ook is en creëer je een omgeving waarin verschillen veilig besproken kunnen worden.
‘Leerlingen moeten toch weten waar de gevaren zitten? Welke waarden we moeten nastreven?’ hield hij vol. ‘Natuurlijk’, zei ik, ‘maar als overtuigen van jouw waarheid je missie is, solliciteer dan bij een partijbureau. Daar zou je een uitstekende kracht zijn. In het onderwijs geldt iets anders: leerlingen helpen zelf te denken, zelf te oordelen en naar elkaar te luisteren. Vrijheid van meningsuiting betekent ook vrijheid om tegengesproken te worden. Het moet schuren, want juist daar ontstaat vorming. Dat is de plek van de docent: erboven, niet ertussen.’ We kletsten nog wat door, tot overeenstemming kwamen we niet, maar het gesprek was waardevol. Dat is misschien wel juist het punt. En mocht school ooit toch een politieke arena worden, dan rest mij altijd nog een carrière als moderecensent.

Danny Weeda is directeur van een kleine familiaire middelbare school. Hij heeft bijna twintig jaar voor de klas gestaan en staat nog steeds in goed contact met de leerlingen van zijn school. Met zijn frisse kijk op onderwijs stelt hij vaak en graag de vraag: waarom? Dat geeft mooie gesprekken en discussies die soms uitmonden in een artikel of column. ‘De wijze waarop de jeugd zich een weg baant door het leven is een eervol iets om getuige van te zijn en geeft verhalen voor het leven.’

