Dagelijks bereiken duizenden vluchtelingen de buitengrenzen van Europa. Griekenland en Italië zitten met de handen in het haar: waar laten we al die mensen? Duitsland en Frankrijk willen samen optrekken om de vluchtelingen eerlijker over Europa te verdelen.
Op de vlucht
Wereldwijd zijn er zo’n 60 miljoen mensen op de vlucht. Eritreeërs vluchten voor onderdrukking, Somaliërs voor terrorisme, Syriërs en Irakezen voor oorlog en etnisch geweld. En zo kun je nog wel even doorgaan. Het leven in deze landen is voor de gewone burgers een hel. Vluchten is vaak de enige kans op verbetering van de omstandigheden. Buurlanden als Turkije en Sudan vangen verreweg het grootste deel van de vluchtelingen op, maar meer dan opvangkampen kunnen ze niet bieden. Daarom trekt een deel van de vluchtelingen verder naar Europa. Vorig jaar vroegen ruim 560.000 mensen asiel aan in EU-landen en dit jaar worden dat er misschien wel twee miljoen.
Vluchtelingen in de EU
De meeste vluchtelingen komen aan in Italië en Griekenland, op eilanden als Lampedusa en Kos. Beide landen willen en kunnen zoveel mensen niet opvangen. Dat hoeft ook niet, want de meeste vluchtelingen willen verder reizen naar andere landen in de EU, vooral naar Hongarije en Duitsland. Maar ook die landen weten niet wat ze aan moeten met zoveel nieuwkomers. Aan de andere kant zijn er veel landen in de EU die nauwelijks vluchtelingen opnemen. De regeringsleiders van Duitsland en Frankrijk willen nu dat er afspraken worden gemaakt om de vluchtelingen eerlijker te verdelen. Daarvoor zouden in Griekenland en Italië registratiecentra opgericht moeten worden. Daar bepalen ambtenaren of iemand asiel krijgt. Een vaste verdeelsleutel moet de vluchtelingen vervolgens spreiden over de Europese landen. Of dat gaat lukken is de vraag, want landen die nu nog weinig vluchtelingen opnemen, zitten er niet op te wachten om meer mensen op te moeten vangen.
Bronnen
Bron 1 Hongarije wil geld zien.
Bron 2 3.000 vluchtelingen per dag in Macedonië.
Bron 3 EU niet erg gastvrij.
