Verdeel de studenten in groepjes. Vraag ze een foto van zichzelf te nemen en deze zo objectief mogelijk te beschrijven aan de andere groepsleden. Laat vervolgens een medestudent deze foto beschrijven. Vergelijk de overeenkomsten en verschillen. Hoe zouden de verschillen kunnen ontstaan?
Bespreek dit aan de hand van de volgende observatieregels:
- Neem jezelf niet als norm.
- Wees je bewust van het halo-effect en horn-effect.
- Wees je bewust van je eigen projecties.
- Leg geen verbanden tussen uiterlijk en gedrag.
- Houd je bij de feiten.
- Zie de persoon niet los van de omgeving.
- Als je in een situatie ingrijpt, beïnvloed je de observatie.

