Home » De staat van het onderwijs 2022, een terugblik op het afgelopen jaar

De staat van het onderwijs 2022, een terugblik op het afgelopen jaar

staat van het onderwijs

Woensdag 10 mei 2023 presenteert inspecteur-generaal van het Onderwijs, Alida Oppers, De Staat van het Onderwijs 2023. Een rapport over de belangrijkste trends en ontwikkelingen in het onderwijs van het afgelopen jaar. Ook zal blijken of de onderwijsdoelen zijn behaald. Maar wat waren ook alweer de ambities en uitdagingen voor 2022? In dit artikel blikken we terug op het rapport.

Basisvaardigheden als grondstuk voor kansengelijkheid

In de Staat van het Onderwijs werd gesproken over een groeiende urgentie om leerprestaties van de kernvakken taal, rekenen en burgerschap omhoog te krijgen. De urgentie lag dit jaar nóg hoger, omdat uit het rapport bleek dat er in voorgaande jaren te weinig was veranderd. Daarom besloot de Inspectie van het Onderwijs om ook in 2022 en de jaren erna gericht aandacht te blijven geven aan de basisvaardigheden. ‘Wie niet voldoende scoort in deze vakken voelt zich eerder buitengesloten of kan zich minder makkelijk wegwijs maken in het leven. Dat zorgt voor veel persoonlijk leed, maar veroorzaakt ook schade voor de kwaliteit van onze samenleving. De beste manier om kansenongelijkheid tegen te gaan, is voldoende toerusting bieden, dat is de kernfunctie van het onderwijs. Maar dat lukt alleen als de basisvaardigheden omhoog gaan,’ aldus inspecteur-generaal Alida Oppers.

De merkbare gevolgen van corona

Ondanks de sterke ambitie om de basisvaardigheden snel te doen stijgen, zorgde de coronapandemie voor vertraging. De pandemie hield langer aan dan gehoopt en zorgde voor merkbare gevolgen en grote teleurstelling.

Zo spraken volgens de Inspectie van het Onderwijs leerlingen en studenten van alle leeftijden na twee jaar pandemie over een verlaagd concentratievermogen. Maar ook over gevoelens van somberheid en een lagere motivatie. Het middelbaar beroepsonderwijs gaf in het bijzonder aan dat studenten het psychisch zwaar hadden, met name de groep studenten die in sommige gevallen tot wel zestig weken onderwijs op afstand volgde. Daarnaast waren belangrijke studieonderdelen zoals een stage en/of werkervaringsplek moeilijk en soms zelfs onmogelijk te realiseren vanwege de strenge coronamaatregelen.

De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) & Inspectie van het Onderwijs waren het er in 2022 dan ook over eens dat het welzijn van studenten door de coronacrisis en de daarbij behorende maatregelen is afgenomen. Opmerkelijk was wel dat de studievoortgang van studenten in het hoger onderwijs over het algemeen weinig heeft geleden onder de coronapandemie. Wel had ongeveer een derde van de studenten lagere cijfers dan normaal.

Maatwerk en flexibiliteit

Aan de andere kant gaf de coronapandemie zo nu en dan ook inspiratie. Zo besloot het primair onderwijs in de toekomst vast te willen houden aan intensiever contact met ouders, communicatie via digitale middelen en vaker in kleinere groepen instructie te geven. In het middelbaar beroepsonderwijs vonden leerlingen dat sommige lessen best online mogen blijven. Een deel van de mbo-bestuurders denkt dan ook dat de pandemie een aantal mooie voorbeelden heeft opgeleverd van maatwerk en flexibiliteit in het onderwijs.

Waar prestatieniveaus in de praktijk wél zichtbaar worden, is bij scholen die gebruikmaken van leerlingvolgsysteemtoetsen in de onderbouw. Zo bleek bij deze scholen in schooljaar 2021/2022 dat een deel van de brugklasleerlingen, op met name het vmbo, onder niveau presteert. Hieruit blijkt dat de referentieniveaus van deze leerlingen in de brugklas lager liggen dan aan het einde van het primair onderwijs.

Daarnaast zagen we leerlingen op alle niveaus in schooljaar 2020/2021 het voortgezet onderwijs verlaten met een onvoldoende voor Nederlands. Maar omdat deze eindtoetsen van elkaar kunnen verschillen is wederom niet duidelijk in hoeverre deze toetsen het referentieniveau bepalen.

Wat is er allemaal nodig om de prestaties te verbeteren?

De Inspectie van Onderwijs heeft het gebrek aan zicht op het landelijke prestatieniveau uitgelicht. Daarnaast zijn er ook verdiepende onderzoeken gedaan om vast te stellen wat verandering tot nu toe in de weg stond. Zo werd onder andere opnieuw duidelijk dat vaardigheden van onderwijsprofessionals een van de meest bepalende factoren zijn. Ruim een derde van de scholen beaamde dat om taal- en rekenvaardigheden op orde te krijgen, bijscholing van personeel hoog nodig is. Maar dan spreken we nog van gevallen waar er genoeg leraren aanwezig zijn. Want ook het lerarentekort heeft grote gevolgen voor de leerprestaties en dat tekort liep in 2022 nog verder op.

Om de prestaties te verbeteren, is het allereerst nodig zicht te hebben op de betreffende competenties. Drie vijfde van de leerkrachten in het primair onderwijs geeft bijvoorbeeld aan de leerresultaten van het leergebied ‘burgerschap’ niet bij te houden. Dat er weinig zicht is op de resultaten van burgerschapsonderwijs kwam in het bijzonder naar voren in het onderzoek naar de gevolgen van de coronacrisis. Zo bleek dat meer dan de helft van de scholen hier weinig of zelfs geen zicht op hebben. Willen we ook op dit leergebied hogere prestaties zien, dan moet er een concrete aanpak komen voor het bijhouden van deze prestaties.

In 2022 ontvingen veel scholen in het primair en voortgezet onderwijs en gemeenten daarnaast extra financiële ondersteuning uit het Nationaal Programma Onderwijs. Dit geld is bedoeld om bewezen effectieve interventies te organiseren. Hiermee moeten tot uiterlijk schooljaar 2024-2025 leerlingen naar het juiste niveau worden begeleid die een leervertraging hebben opgelopen door corona. Uit onderzoek bleek dat veel scholen en opleidingen de NPO-inzet niet op eigen kracht kregen. Zij hadden daar extra hulp bij nodig. Onderwijsinspecteurs gaven daarbij aan dat deze groep scholen groeit. Ook zou volgens hen de aanpak moeten veranderen. Om ervoor te zorgen dat deze interventies ook op de lange termijn blijven helpen de basisvaardigheden te verhogen.

Van optimisme naar het coalitieakkoord 2022

Ondanks de pijnpunten in de aangewezen oplossingen, sprak inspecteur-generaal Oppers optimistisch haar geloof in ambitie uit: ‘De urgentie van het verhogen van de basisvaardigheden is hoog, maar andere landen hebben eerder laten zien dat het mogelijk is.’ Zo wees Oppers naar Ierland en Zweden als inspiratiebron, die dankzij ‘focus’ en ‘langjarige gerichte inzet’ hun neergaande statistieken positief hebben omgedraaid. 

Deze inspiratie en optimisme weerklonk in het coalitieakkoord 2022, waarin werd gesproken van een ‘masterplan basisvaardigheden’. Een bewuste keuze voor een stabiele, meerjarige aanpak die dankzij een duidelijke focus het onderwijs zal versterken. Dit masterplan moet succesvol in de praktijk worden gebracht met behulp van gerichte investeringsmiddelen.

Congres De Staat van het Onderwijs 2023 bijwonen

Het congres De Staat van het Onderwijs vindt plaats op woensdag 10 mei 2023, van 10:00 tot 17:00 uur in DeFabrique in Utrecht. Inspecteur-generaal van het Onderwijs Alida Oppers presenteert dan het rapport ‘De Staat van het Onderwijs 2023’ aan de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Daarnaast kun je mee doen aan verschillende workshops en sessies. Je kunt het congres de gehele dag of gedeeltelijk fysiek volgen of online via een livestream. Wil je meedoen of op de hoogte blijven van de discussie? Meld je aan voor het (online) programma.

Laatste onderwijsnieuws

Onbeperkt toegang
met je OvM account

Met het OvM account krijg je als onderwijsprofessional toegang tot meer artikelen en regel je welke informatie je wilt ontvangen. Bijvoorbeeld de nieuwsbrief of Juf & Meester.