Er zijn nog steeds te weinig vrouwen in de techniek, volgens minister Plasterk. Hij maakte bekend dat hij drie miljoen wil uitgeven om ervoor te zorgen dat meer meisjes beta gaan kiezen (zie persbericht van Ministerie OC&W) Niet alleen voorlichting moet helpen, maar vooral vrouwelijke rolmodellen gaan techniek en ict promoten. Onderwijsvanmorgen raadpleegde het docentenpanel en ondervroeg een van die bètavoorbeelden: de wiskundemeisjes.
Jan Helmer uit het docentenpanel vindt dat de keuze van het beroep voor een belangrijk deel te maken heeft met geld. “If you pay peanuts, you get monkeys. Een juridische of economische opleiding is in vergelijking met een technische studie redelijk eenvoudig en de vergoeding die je staat te wachten erg hoog. Ik zie ieder jaar talentvolle exacte leerlingen de economisch-juridische kant opgaan. Eeuwig zonde van het talent. Juist omdat het niet iedereen gegeven is in de exacte hoek goed te presteren en we deze mensen zo hard nodig hebben, zouden we dat meer moeten waarderen. We leven nu eenmaal in een maatschappij, waarin waardering in geld wordt uitgedrukt. Maar deze consequentie lijkt voor iedere bestuurder te duur. En waar komt hij dan mee? Met een lapmiddel: drie miljoen, daar kun je niet eens één bestuurder mee naar huis sturen.”
Hendrik Jan Groenenberg zit meer op een lijn met de minister en vindt dat de bètasector vooral een imagoprobleem heeft. “Die drie miljoen zou dus besteed moeten worden aan vrouwen die over hun leuke baan in de techniek praten. Ook zouden schoolleiders en scholen hierover voorlichting moeten krijgen.” De docent is hier op zijn eigen school al mee bezig en nodigt tijdens projecten ook bewust succesvolle dames uit de bètahoek uit die vertellen over hun baan en hoe ze die bereikt hebben.
Een ander punt is de presentatie van het vak. Jan Helmer: “Eis en geef veel en het vak stijgt in aanzien. Maar wie niets geeft, kan ook niets eisen.” Volgens Hendrik Jan Groenenberg zou het helpen als de bètavakken langer verplicht zijn in de onderbouw. “Onbekend maakt onbemind. Als je zo’n vak langer dan een jaar hebt, dan went het en is de kans groter dat meisjes het leuk vinden.”
De wiskundemeisjes, twee promovendi die een een wiskundeweblog bijhouden, onderstrepen het belang van voorbeelden uit de praktijk. Jeanine: “Het bedrijfsleven zit verlegen om bètamensen. Meisjes kunnen niet alleen wiskundeleraar worden, maar ook werken bij een bank of als consultant. Soms kun je als wiskundige ergens nog beter terecht dan een econoom, want je pikt dingen snel op!”. Daarnaast vinden de wiskundemeisjes dat de bètakant de leerlinge niet moet afschrikken en dat betekent goede voorlichting. “Wiskunde is geen gemakkelijke studie, maar je hoeft niet briljant te zijn. Bovendien kom je een eind met hard werken.” Maar het allerbelangrijkste is dat meisjes de technische kant leuk vinden en gemotiveerd zijn. “Als ze er geen zin in hebben, moeten ze het ook niet kiezen.”
Dit is zeker een motiverend verhaal van de wiskundemeisjes. Maar de vraag blijft: waar zijn die meisjes die voor bèta gaan? Heeft u een idee? Reageer! En heeft een campagne zin? Stem ook op de stelling van de week.
