Home » Sleutels voor goed spellingonderwijs: doorgaande lijn spelling

Sleutels voor goed spellingonderwijs: doorgaande lijn spelling

Kinderen in de klas

Je hebt met de kinderen weer de hele week hard gewerkt aan spelling en toch word je soms verrast door de resultaten. Wil je meer grip krijgen op spellingonderwijs? Wil je weten wat jij en je collega’s nog beter op elkaar kunnen afstemmen? In een serie van drie artikelen bespreken we praktische sleutels voor goed spellingonderwijs.

Waarom een doorgaande lijn voor spelling?

Een doorgaande lijn voor spelling betekent eenduidigheid van groep 1 t/m 8 in aanpak, in verwoording en in ondersteunend materiaal. Dit geeft zowel kinderen als leerkrachten houvast. Verschillen in materiaal en wisseling van leerkracht kunnen ervoor zorgen dat kinderen in de loop van de basisschool niet dezelfde didactiek krijgen aangeboden. Dat doorbreekt de leerlijn spelling, waardoor kinderen in verwarring raken. Vaardigheden worden opnieuw of anders aangeboden waardoor veel kinderen dit als nieuwe lesstof ervaren. Bovendien verlies je kostbare onderwijstijd. Met een door- gaande lijn ervaren kinderen meer succes en dat bevordert het zelfvertrouwen.

Eenduidigheid in aanpak

In groep 1 en 2 leg je een belangrijke basis voor spelling. Voorbereidende activiteiten zijn bijvoorbeeld de auditieve analyse – het hakken van woorden -, woorden verdelen in  klank-groepen en een aantal letters aanbieden. Voor een goede aansluiting met groep 3 is het belangrijk dat de aanpak daar hetzelfde is. Bij de auditieve analyse leren kinderen de losse klanken in een woord te herkennen. Als je bij dit zogenaamde hakken een beweging afspreekt, zorg dan dat die voor alle groepen gelijk is. 

Voor een zuivere spellingoefening laat je na het hakken het plakken achterwege. Het plakken is namelijk een voorbereidende activiteit voor het technisch lezen. In de huidige methodes voor aanvankelijk lezen in groep 3 is het plakken inmiddels helemaal verdwenen. Daar leren de kinderen nu zingend lezen, ook wel zoemend lezen genoemd.

In taal- en spellingmethodes worden woorden tegenwoordig verdeeld in klankgroepen en niet meer in lettergrepen.

Het woord spelling verdeel je als volgt in klankgroepen: spe-lling. In lettergrepen: spel-ling.

Verdelen in klankgroepen is een voorbereiding op de aanpak van het spellen van woorden met open en gesloten letter-grepen in groep 4 en hoger. Vanaf groep 1-2 kun je al beginnen met het verdelen in klank-groepen. Overigens doen kinderen in de onderbouw dit verrassend goed, omdat ze nog niet worden gehinderd door de kennis over de geschreven taal.

Een andere voorbereiding op het spellen van de woorden met open en gesloten lettergrepen is het ordenen van de letters. Daarbij orden je de letters in: korte klanken, lange klanken, tweetekenklanken en medeklinkers. Als deze ordening door de hele school wordt gebruikt, dan profiteren de kinderen daar optimaal van. Zelfs in groep 1-2 kun je deze indeling al maken.

Vanaf de middenbouw leren kinderen de werkwoordspelling. Hiervoor gebruiken leerkrachten in veel gevallen niet alleen het methodisch materiaal, maar ook aanvullende leermiddelen en aanpakken zoals ezelsbruggetjes, werk-bladen, stroom-diagrammen. Dat is een risico: kinderen krijgen door de jaren heen verschillende uitleg, regels en visuele ondersteuning aangeboden, wat voor de meeste kinderen zeer verwarrend werkt. Omdat kinderen werkwoordspelling vaak lastig vinden, moet je die verwarring zo veel mogelijk voorkomen. Je biedt de kinderen het meeste houvast met een eenduidige aanpak en eenduidige visuele ondersteuning.

Eenduidigheid in verwoording

Voor eenduidigheid in verwoording wordt bij spelling en werkwoord-spelling instructietaal gebruikt die door de hele school hetzelfde is. Maak daarin duidelijke keuzes. Dat begint al bij het benoemen van klanken en letters.

Heb je het bij de a over /aa/ of /a/ en bij de m over /em/ of /m/? Wij adviseren om in alle groepen de klanknamen te gebruiken, dus /a/ en /m/.

Ook de namen van de categorieën en de regels, afspraken en denkstappen moeten door de hele school hetzelfde zijn. Dit klinkt vanzelfsprekend, maar in de praktijk zien we nog veel verschillen in een school. Bij de namen van de categorieën heeft de ene leerkracht het bijvoorbeeld over een beer-woord, terwijl de andere spreekt over de plaagletter. Bij de regels van woorden met open en gesloten lettergreep gebruikt de ene leerkracht de regel uit de methode, zingt een andere er een versje bij en weer een andere gebruikt de regel van zijn/haar vorige school.

Bij de werkwoorden zijn er soms verschillen over wat men verstaat onder de stam. Is de stam op jouw school hetzelfde als de ik-vorm of is de stam het hele werkwoord min -en? 

In Nederland worden beide betekenissen toegepast. Het maakt niet uit welke betekenis op jouw school wordt gebruikt, als deze maar door de hele school hetzelfde is. De betekenissen van stam leiden namelijk ieder tot een andere regel. Als je aanvullende materialen gebruikt, is het belangrijk dat je steeds dezelfde terminologie hanteert. Door binnen de school dezelfde termen te gebruiken voorkom je verwarring, pikken de kinderen de leerstof sneller op en kunnen zij eerder automatiseren.

Let ook op de verwoording die in aanvullende software wordt gebruikt. Sluiten de regels en uitleg uit die software wel aan bij de gebruiktemethode? Als dat niet zo is, dan kun je beter iets anders kiezen.

Eenduidigheid in ondersteuning

Tijdens de spellingles wordt gebruikgemaakt van verschillende ondersteunende middelen. Denk bijvoorbeeld aan wandkaarten, opzoekboekjes, blokjes, ei- en au-verhalen, stappenplannen, stroom-diagrammen en software. Ook voor deze ondersteunende middelen is eenduidigheid in materiaal en gebruik noodzakelijk. Een doorgaande lijn geeft de kinderen meer grip op spelling en werkwoordspelling.

Acties voor jou en je team

Goed spellingonderwijs is een gezamenlijke verantwoorde-lijkheid. Elk lid van het team is een schakel in de doorgaande lijn. Dit betekent dat je goed van elkaar moet weten wat je doet. Het is zinvol om op jouw school de methodes van groep 1-2, groep 3 en groep 4 t/m 8 eens naast elkaar te leggen. Sluiten ze goed op elkaar aan?

Zo nee, welke aanpak, verwoording en ondersteuning kies je en voer je door in alle groepen?

Maak hierover schoolafspraken en zorg dat iedereen daarvan op de hoogte is. Deze afspraken kun je vastleggen, bijvoorbeeld in een kwaliteitskaart voor spelling. Zo kunnen ook invallers en nieuwe leerkrachten lesgeven volgens de doorgaande lijn.

Zorg dat externe begeleiders op de hoogte zijn van de gebruikte methode en eventuele schoolafspraken.
Zo kunnen zij ook aansluiten bij de doorgaande lijn Het is zeker voor zwakke spellers noodzakelijk dat.er geen verwarring in aanpak en.verwoording ontstaat.

Lees ook deel 1: Voordoen, samen doen en zelfdoen, analyse van het hele woord en continue herhaling

Lees ook deel 3: Schrijven bij spelling en het dagelijks dictee

Laatste onderwijsnieuws

Onbeperkt toegang
met je OvM account

Met het OvM account krijg je als onderwijsprofessional toegang tot meer artikelen en regel je welke informatie je wilt ontvangen. Bijvoorbeeld de nieuwsbrief of Juf & Meester.