Home » Rekenkunde op het Merletcollege

Rekenkunde op het Merletcollege

Op het Merletcollege in Grave krijgen de leerlingen van alle eerste en tweede klassen in het schooljaar 2009-2010 rekenkunde. Rekenkunde én wiskunde. In de tweede helft van het huidige schooljaar draaide er al een pilot met dit vak, met het digitale programma Rekenblokken van Uitgeverij Malmberg. Leren rekenen is nieuw in het voortgezet onderwijs en uit noodzaak geboren. Het rekenniveau van leerlingen is de laatste jaren flink gezakt. De overheid stelt de scholen verplicht te investeren in kwaliteitsontwikkeling en stimuleert dat door aan scholen een kleine zestig euro per leerling per jaar ter beschikking te stellen, voornamelijk bedoeld om het taal- en rekenniveau te verhogen. Op het Merletcollege hadden de onderbouwteams al langer in de gaten dat er iets moest gebeuren.


Docent Henk van de Burgt geeft wiskunde en rekenkunde, hij vertelt over de voorgeschiedenis van de vernieuwingen op Merlet. ‘De onderbouwteams van het Merletcollege in Grave kregen de ruimte om in het kader van de vernieuwde onderbouw een meer eigen invulling te geven aan een deel van het lesprogramma. Het mes moest aan verschillende kanten snijden: de cognitieve vaardigheden moesten gestimuleerd worden en taal en exact (rekenkunde, wiskunde en informatiekunde) moesten extra aandacht krijgen. Via een innovatieproject kwam er een subsidie ter beschikking, de gedachten gingen uit naar digitaal leren (‘digitaal leren moet je leren’).
Eerst werden gezamenlijk indicatoren vastgesteld ter beoordeling van een leerproces. Die indicatoren worden zowel op digitale als niet-digitale leerprocessen gelegd om onafhankelijk te kunnen vaststellen of een leerproces voldoende rendement oplevert en waaraan een te laag rendement toegeschreven kan worden. Die indicatoren zijn: voorkennis (wat weten we over de Cito-score van de leerling), hoe is de motivatie, wat is de verwachting ten aanzien van het vak, welke tussentijdse resultaten meten we, wat is het leerrendement (resultaat van de proefwerken) en er wordt afgesloten met een evaluatie. Zo ontstaat er een benchmark waarmee je leerproces en resultaat met elkaar in verband kunt brengen.’

‘In de beginfase van het werken met digitale leermiddelen dacht nog wel eens iemand dat digitaal leren docentvervangend zou kunnen zijn, maar we weten inmiddels dat dat niet zo is. Je bent even onmisbaar maar je hebt nu wel meer verschillende rollen. Vroeger kon je een heel lesuur alleen maar bezig zijn met het overbrengen van informatie, je was enorm druk met dat proces. Als je werkt met een digitaal leermiddel heb je die stressige lessen niet meer, je werkt meer coachend, je stapt in verschillende rollen. Er zitten ook nadelen aan. Je krijgt in het onderwijs voor 50 minuten lesgeven 80 minuten betaald. Die 30 minuten is voor het voor- en nawerk. Dat kost met digitale leermiddelen wat meer tijd.’

Rekenblokken is een nieuwe methode. Henk van der Burgt hoorde van de pilot en meldde zich direct aan, met vrijwel alle eerste klassen. Rekenblokken is inzetbaar gedurende alle leerjaren van met name het vmbo. Voor het eerste leerjaar van vmbo-t, havo en vwo zijn speciale Basisvaardigheidstoetsen ontwikkeld. Deze toetsen zijn gemaakt in verschillende edities; het advies voor de leerling wordt volledig afgestemd op de meest gebruikte wiskundemethodes Getal & Ruimte, Moderne Wiskunde en Netwerk. Rekenblokken levert ook sturings- en volgfaciliteiten. Zowel leerling als docent kunnen Rekenblokken benaderen binnen de eigen Elektronische LeerOmgeving (ELO) of via de gratis Malmberg LeerOmgeving (MLO). Rekenblokken is SCORM-compliant zodat de docent zelf kan arrangeren en zo nodig individuele leerroutes kan samenstellen op basis van het advies van de digitale instaptoets.

‘We gebruiken het leerlingvolgsysteem van Malmberg en dat heb je ook nodig om goed te kunnen volgen wat de leerlingen precies doen. Het leerlingvolgsysteem geeft aan hoeveel werk een leerling gedaan heeft en hoe lang hij erover doet. Je kunt ook zien hoe vaak hij een fout gemaakt heeft voor hij het goede antwoord gaf. Dat is natuurlijk anders dan in een traditioneel systeem. Als een leerling in zijn huiswerkschrift eerst een fout antwoord opschreef en dat daarna zelf verbeterde, was het antwoord goed. In het digitale volgsysteem komt hij lager uit. Alles wordt gemeten. Het werken met een digitale methode verleidt leerlingen soms tot game-achtig gedrag, ze gaan maar wat uitproberen. Zoals een baby zijn veelvormige blokjes in alle gaatjes probeert, net zolang tot het goed is. Als je dat met dit programma doet, gaat je score naar beneden. Je wordt beloond als je eerst goed nadenkt voor je iets intypt.

Leerlingen schatten zichzelf vaak te hoog in, ze zijn ook niet meer gewend om te horen dat ze iets niet goed doen. Als je de examens van tien jaar terug nu aan leerlingen zou voorleggen zou niemand meer slagen, er heeft zich wel wat nivellering voorgedaan. Het mooie is dat we nu de middelen hebben om het onderwijs anders te organiseren en daarmee de kwaliteit weer te verhogen. We denken dat we die kwaliteit halen als we het proces kunnen optimaliseren. Door leerlingen in hun eigen tempo te laten werken aan hun eigen niveau en toch een snelle terugkoppeling op het leren geven, bied je leerlingen de kans om hun eigen rekenniveau te verhogen. Daar zijn ze wel gevoelig voor, ze voelen die maatschappelijke druk ook.’

Laatste onderwijsnieuws

Onbeperkt toegang
met je OvM account

Met het OvM account krijg je als onderwijsprofessional toegang tot meer artikelen en regel je welke informatie je wilt ontvangen. Bijvoorbeeld de nieuwsbrief of Juf & Meester.