Home » Puberbrein 7 – Oefening baart geluk

Puberbrein 7 – Oefening baart geluk

Trouwe lezers zullen het filmpje herkennen van het artikel over intrapersoonlijke intelligentie dat ik schreef na een bezoek aan een les Gelukskunde van Theo Wismans van het Charlemagne College in Landgraaf. Dit artikel van bijna een jaar geleden is nog steeds zeer actueel en ik raad u aan het nog eens te lezen. Het is vooral zinvol, omdat we hier nader ingaan op de werking van het brein bij het ondervinden van, en het streven naar geluk. De titel van dit artikel is ontleend aan hoofdstuk 4 van het inmiddels beroemde boek van Lone Frank (2010): De vijfde revolutie.

Neurorevolutie in de klas
Lone Frank is een Deense neurobiologe die een reis maakt langs de voornaamste neurowetenschappers ter wereld. Uit haar bevindingen blijkt, dat we aan de vooravond staan van wat zij een neurorevolutie noemt. Wat hebben wij aan deze bevindigen in het onderwijs, in de klassenpraktijk van alle dag? Dit artikel beoogt het vak Gelukskunde vanuit een ander perspectief te bezien dan naar voren komt in het veel gelezen artikel van Theo Wismans. Theo doceert het vak vanuit een christelijk perspectief. Ik probeer aan dit perspectief een meer profane verklaring te geven en wel vanuit de razendsnel opkomende neurowetenschappen. Ik neem daarbij geen standpunt in, maar probeer vanuit deze wetenschappen een verklaring voor geluk te vinden. U zult merken dat beide perspectieven elkaar soms uitsluiten maar elkaar ook kunnen aanvullen. In de christelijke literatuur wordt het leven vaak beschreven als een tranendal, waar de mens doorheen moet om geluk te vinden. Ook Sigmund Freud beweerde in zijn Das Unbehagen in der Kultur, dat het geluk van mensen geen deel uitmaakt van het maatschappelijk plan. De Engelse filosoof Stuart Mill was van mening dat het beter is een ontevreden Socrates te zijn dan een tevreden dwaas. En Albert Einstein, ook niet de minste, schaarde Welzijn en Geluk onder de  doelen die te vergelijken zijn met de ambities van een varken  (Lone Frank, 2010). Maar tegenwoordig zien we in de westerse cultuur het streven naar geluk en welzijn niet langer als verdacht en eigenlijk dom. We zijn weer terug bij de hedonistische filosofie van de Oudheid: we mogen geluk en genot weer opnemen in onze levensdoelen.

Maar wat is geluk in de hoofden van mensen?
Geluk blijkt moeilijk te definiëren te zijn. Wikipedia geeft als een van de definities – “Gelukkig zijn is het tegengestelde van ongelukkig zijn, wat bestaat uit een gevoel van ontevredenheid, en vaak samengaat met depressie”. Een definitie dus vanuit het tegengestelde. Wordt geluk misschien genetisch bepaald? Er dienen zich immers ten aanzien van het verschijnsel geluk toch een aantal vragen aan: Hoe is het mogelijk dat je buurman, een man van middelbare leeftijd die niet getalenteerd en betrekkelijk arm is toch altijd zo tevreden en gelukkig blijkt te zijn? Hoe kan een knappe jonge actrice  die door haar aanbidders op handen wordt gedragen en alles heeft wat haar hartje begeert toch zo zuur en depressief zijn?

De geneticus David Lykken van de Universiteit van Minnesota publiceerde in 1998 een onderzoek naar geluk onder 4.000 Amerikaanse twee-eiige en een-eiige tweelingen en kwam tot de conclusie dat geluk voor 50% afhankelijk was van het erfelijk materiaal. Lone Frank sprak daarover met Richard Davidson, de koning van het geluksonderzoek. In 2006 rekende Time Magazine hem tot een van de 100 invloedrijkste denkers aller tijden.

Davidson heeft ontdekt dat het geluksniveau mogelijk voortkomt uit asymmetriëen in de hersenactiviteit. Kort gezegd heeft hij ontdekt dat de primaire locaties van geluk en tevredenheid zich bevinden in de linker prefrontale cortex. Wat blijkt? Het basishumeur, het ijkpunt, is de afspiegeling van de verhouding in activiteitsniveau tussen de linker- en de rechterhersenhelft. Hoe meer het activiteitsniveau opschuift naar links, hoe gelukkiger de individuele mens is. Dit geven MRI-scanners tenminste aan.

Wat betekent deze conclusie?
Zoals bekend bevindt de prefrontale cortex zich in het evolutionair jongste deel van ons brein. Dit deel wordt ook wel de regisseur of de stuurman genoemd. We hebben het al eerder gehad over het verschil tussen de linker- en de rechterhersenhelft. We weten dat de linkerhersenhelft zich meer richt op details en minder op de grote lijn. Richard Davidson heeft het geluksniveau gemeten van mediterende Tibetaanse monniken. Zij bleken zeer hoog op de factor geluk te scoren. Het activiteitsniveau in de linker prefontale cortex bleek veel sterker te zijn dan van de rechter prefontale cortex. Hij concludeerde dat de monniken door het mediteren in staat waren de negatieve emoties vanuit de amygdala te neutraliseren of tenminste te dempen. Hun ijkpunt schoof dus steeds op naar links.

Belangrijk voor onze leerlingen
Davidson stelt ook dat ons brein zo plastisch is (zie ook: M. Sitskoorn, 2006) dat pubers goed kunnen worden getraind in het nadenken over filosofische en existentiële vraagstukken. Gelukskunde, lessen in geluk, van S. Scholtes, T. Seeverens en T. Wismans biedt hiervoor een uitstekend handvat. Ik adviseer scholen vanaf de brugklas leerlingen te leren na te denken over alles wat belangrijk is voor hun leven en hierover samen met een docent filosofie (Gelukskunde) na te denken. Standaard, iedere week een uur, een schoolleven lang. Op deze manier leren zij  hun menselijke brein, de neocortex en dan met name de linker prefrontale cortex, de oudere en primitievere breinen te beheersen. Het zal leerlingen in staat stellen boven hun genetische basisniveau van geluk uit te stijgen.
Aarzel niet op dit artikel te reageren!

 

Laatste onderwijsnieuws

Een lachend meisje met een bloem in haar haar

Lied van de maand: Het wordt weer lente

Een stoer rocknummer over de lente! Hieronder vind je een ingezongen lied, een karaokeversie en tips die je kunt gebruiken in je les.

Bekijk

Onbeperkt toegang
met je OvM account

Met het OvM account krijg je als onderwijsprofessional toegang tot meer artikelen en regel je welke informatie je wilt ontvangen. Bijvoorbeeld de nieuwsbrief of Juf & Meester.