Home » Lang leve het categoraal onderwijs

Lang leve het categoraal onderwijs

Het onderwijs zou alle leerlingen gelijke kansen moeten bieden. Toch ontstaat in de samenleving steeds meer een kloof tussen lager- en hogeropgeleiden. De splitsing op het voortgezet onderwijs – door categorale scholen met slechts één onderwijsniveau – wordt de afgelopen jaren vaak als boosdoener aangewezen. Maar zijn categorale scholen wel zo slecht?

Te vroeg een keuze maken?

Vroegselectie zou één van de zwakke punten zijn van het Nederlandse onderwijs. Al in 2015 pleitte de MBO Raad in een manifest voor funderend onderwijs met onderwijsniveaus in één klas, omdat het voor veel leerlingen te vroeg is om op twaalfjarige leeftijd al een keuze te moeten maken. Toch zijn er ook leerlingen die juist op een categorale school tot bloei komen.

Aparte vestigingen per niveau

In een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau staat te lezen dat in theorie de kans groter is dat jongeren van verschillende onderwijsniveaus en achtergronden elkaar ontmoeten op brede scholen. Voorwaarde daarvoor is dan wel dat de verschillende onderwijstypen en -niveaus bij elkaar in één gebouw zitten. In de praktijk is er veelal sprake van aparte vestigingen voor de verschillende niveaus. In dat geval is de kans op onderlinge ontmoeting en uitwisseling net zo klein als op een categorale school.

Ontwikkeling en zelfvertrouwen

Ondanks dat er zeker voordelen zijn van klassen met gemengde niveaus, zijn er nadelen, bijvoorbeeld op cognitief vlak. Docenten zien ook voordelen van categorale scholen, zo blijkt uit het SCP-rapport. Gymnasiumleerlingen zouden zich op een categoraal gymnasium cognitief beter ontwikkelen, omdat ze omringd zijn door leerlingen van gelijk niveau. Een brede school biedt niet altijd genoeg uitdaging, waardoor leerlingen zich vervelen en afhaken. En ook voor kinderen in vmbo-basis/kader kan het positief zijn om op een school met gelijken te zitten. Dit zorgt voor meer zelfvertrouwen, omdat ze niet steeds het gevoel hebben de zwakkere leerling in de groep te zijn.

Het gemiddelde als norm

In een NRC-artikel komt ook het sociaal-emotionele aspect naar voren, voor zowel  gymnasium- als voor vmbo-leerlingen. Leerlingen gedijen op een plek waar ze de norm zijn. Daar voelen ze zich veiliger. Op een brede school bepalen de gemiddelde leerlingen de norm. En daar vallen zowel de leerlingen met een hoger als die met een lager niveau buiten. Dit maakt dat ook sommige gymnasiumleerlingen op een brede school niet goed presteren. Omdat ze buiten de groep vallen, of zich vervelen en daardoor ongemotiveerd raken.

Kansen van categoraal onderwijs

Het verwijt dat gymnasia alleen zijn voor leerlingen met welgestelde, hoogopgeleide ouders en dat ze daarom bijdragen aan de tweedeling in de samenleving wordt in hetzelfde artikel aangestipt. Uit onderzoek blijkt namelijk dat leerlingen uit zwakkere milieus juist baat hebben bij een categoraal gymnasium. Dit vergroot de kans dat ze binnen de gestelde tijd een diploma halen. Het probleem is dus niet het categoraal onderwijs, maar het feit dat hier nog altijd relatief weinig leerlingen uit diversere milieus naartoe gaan.

Meer lezen?

In een column in het NRC schrijft Stine Jensen over haar ervaring. Haar tweelingzus koos voor een categoraal gymnasium, zijzelf volgde het vwo op een brede scholengemeenschap.

Wat zijn volgens jou de voordelen van het categoraal onderwijs? Deel je mening met ons via onderstaand reactieformulier.

Laatste onderwijsnieuws

Onbeperkt toegang
met je OvM account

Met het OvM account krijg je als onderwijsprofessional toegang tot meer artikelen en regel je welke informatie je wilt ontvangen. Bijvoorbeeld de nieuwsbrief of Juf & Meester.