Home » Materiaal 12+ » Wie moet het allerlaatste woord hebben?

Wie moet het allerlaatste woord hebben?

In 2014 sloot de Europese Unie een zogenoemd associatieverdrag met Oekraïne: een samenwerkingsakkoord op het gebied van handel en politiek. Voor het verdrag was unanimiteit nodig. Alle 28 EU-lidstaten moesten instemmen. Voorstanders benadrukten dat Oekraïne met 45 miljoen consumenten voor Europese bedrijven een interessante markt is, maar critici vreesden dat het verdrag zou leiden tot toetreding van Oekraïne tot de EU. Dat laatste zou problemen op kunnen leveren voor de relatie van de EU met Rusland. In het oosten van Oekraïne is er namelijk een gewapend conflict waarbij pro-Russische separatisten strijd voeren met het Oekraïense leger. Het actiecomité GeenPeil vond dat de mening van Nederlandse burgers gehoord moest worden voordat Nederland akkoord zou gaan met het verdrag. In april 2016 mocht de Nederlandse kiezer zich tijdens een referendum uitspreken over het Oekraïneverdrag. Bijna een derde van de kiezers bracht een stem uit. Ruim zestig procent stemde tegen het verdrag.

Senaat

Het ging om een raadgevend referendum en niet om een bindende volksraadpleging. Naar aanleiding van de uitslag liet premier Rutte wel een bijlage aan het verdrag toevoegen waarin onder meer staat dat het akkoord geen begin is van toetreding van Oekraïne tot de EU en dat er niet op militair gebied samengewerkt wordt. Eerder dit jaar stemden de Tweede Kamerfracties van VVD, D66, GroenLinks en PvdA in met het Oekraïneverdrag, maar deze partijen hebben samen geen meerderheid in de Eerste Kamer. Daar had het kabinet steun nodig van partijen die ook na het toevoegen van de bijlage aan het Oekraïneverdrag zeer kritisch waren, waaronder het CDA. Deze partij stemde in de Tweede Kamer tegen het verdrag, omdat volgens CDA-leider Buma ‘de nee-stem niet genegeerd mag worden’. In de Eerste Kamer stemden negen van de twaalf CDA-senatoren vóór het samenwerkingsakkoord. ‘Wij hechten aan stabiliteit’, zei CDA-senator Ben Knapen in de Volkskrant. ‘Betrouwbaarheid en voorspelbaarheid zijn voor een klein land dat moet leunen op zijn Europese omgeving cruciale eigenschappen.’

Nee

‘Bij een bindend referendum was dit politieke toneel niet mogelijk geweest en was het ‘nee’ van de bevolking ook gewoon ‘nee’ gebleven’, schrijft Ronald van Raak (SP) op de partijwebsite. Samen met de Partij voor de Dieren, 50PLUS en PVV stemde de SP zowel in de Tweede als Eerste Kamer tegen het verdrag. Van Raak vindt dat in een democratie de bevolking haar vertegenwoordigers altijd moet kunnen terugfluiten. ‘En omdat een ‘nee’ ook echt ‘nee’ moet zijn’, aldus Van Raak.

Aan de slag met Maatschappijleer

Onbeperkt toegang
met je OvM account

Met het OvM account krijg je als onderwijsprofessional toegang tot meer artikelen en regel je welke informatie je wilt ontvangen. Bijvoorbeeld de nieuwsbrief of Juf & Meester.