Eind 2007 verscheen een rapport van de Vo-raad over de havoleerling: ‘Beter inspelen op havoleerlingen’. Op basis van dit onderzoek concludeerde de onderzoekers onder andere het volgende: “Om de problemen in de havo op te lossen, is het volgens de teamleiders cruciaal om de didactiek beter op de havoleerlingen te laten aansluiten. Dit betekent dat in de lesstof en in de organisatie van het onderwijs meer rekening moet worden gehouden met leerstijlen van leerlingen.”
Bijna vijf jaar, later geldt veel van wat in het rapport staat volgens mij nog steeds: motivatieproblemen bij leerling én docent, het niveau te laag, vakgericht boven leerlinggericht, speciaal in de bovenbouw.
Aandacht voor havisten
Scholen profileren zich regelmatig op de niveaus beneden en boven de havo. Speciale begeleiding voor de lagere vmbo-niveaus, mavo-plus klassen, aparte lesprogramma’s voor de superslimme vwo-leerling. Maar waar blijft die extra aandacht voor de circa 50.000 havotalenten die elk jaar rond deze tijd hun best doen om de eindexamens goed door te komen en met een havodiploma het voortgezet onderwijs af te sluiten?
Verplicht programma
Mijn oudste zoon zit in havo 3 en gelukkig is er op zijn school wel degelijk de gedachte aanwezig dat havoleerlingen recht hebben op hun eigen, speciale begeleiding. Dit vindt plaats via een verplicht te volgen tweejarig programma in havo 3 en 4, dat de leerlingen voorbereidt op een toekomst in het hbo. Ik ben daar blij mee, maar op hoeveel scholen bestaat een visie op de havist en is die ook nog concreet uitgewerkt? En wat hebben scholen nodig aan ondersteuning om hun havo-aanbod goed af te stemmen op hoe ‘de havist’ denkt, werkt en leert?
Facta studiedag
Komend najaar organiseert Facta een studiedag voor teamleiders en coördinatoren die op hun school dagelijks met de havist werken. Op die dag wordt met elkaar nagedacht en worden ideeën uitgewisseld over leerlinggerichte benadering, organisatie, didactiek en leermiddelen. Een prima initiatief dat kan helpen om de aandacht voor de havist goed op de agenda te krijgen.
Graag nodig ik u uit om te reageren op dit artikel. Als u zich hierin herkent, maar ook als u het helemaal niet met mij eens bent. En heeft u inzichten, aanpakken, obstakels of wat dan ook met betrekking tot dit onderwerp? Laten we ze met elkaar delen.
Helder artikel, Hans, waarin je terecht aandacht vraagt voor ‘de’ havo-leerling. Ook bij natuurkunde en scheikunde is inmiddels de roep om aparte aanpak van beide groepen leerlingen gehoord. Uitgevers kunnen hier een rol in spelen door geen theezakjesmodel (vwo-auteurs schrijven eveneens havo-materiaal) te hanteren, maar aparte auteursteams voor havo en vwo te installeren, ieder met een specifiek geformuleerde opdracht. Voor Nova bovenbouw (zowel natuurkunde als scheikunde) ontwikkelen we op die manier materiaal. Daarbij is aandacht voor vervolgopleidingen (hbo op havo, wo op vwo), maar wordt de stof voor havo-leerlingen aangeboden vanuit toepassing, terwijl de stof voor vwo wordt aangeboden vanuit onderzoek. De organisatie voor docenten wordt er echter niet eenvoudiger op, aangezien het makkelijker (voor docenten) is als havo- en vwo-lijn zoveel mogelijk parallel lopen.
ik zie bij mijn kinderen op het vwo over het algemeen een bijzonder arme didactiek: heel veel lezen over en heel weinig onderzoek en reflectie. Veel te veel feiten leren en overhoren daarvan. zelfs bij natuur en scheikunde wordt vaak lesgegeven met uitsluitend het boek in de hand. De experimenten worden niet gedaan, maar er wordt over gelezen. Jammer.
Mijns inziens heeft ons onderwijssysteem zelf voor dit probleem gezorgd. Ik ben het eens met de stelling dat met name de “superslimme” en de “hulpbehoevende” leerling veel aandacht krijgt. Zwart-wit gezegd De VWO-er is een denker en de VMBO-er is een doener. Allemaal knappe koppen die dit uitgezocht hebben. Maar ik ben van mening (oud Havist) dat het niks met slim zijn heeft te maken. Maar goed als dat het uitgangspunt is dan hangt de Havo-leerling er echt een beetje tussenin. Terwijl dat volgens mij onnodig is. Natuurlijk IQ speelt een rol maar nog vele malen belangrijker is hoe leert iemand, wat is zijn leerstijl. Op dit moment werkt ons leersysteem mijns inziens teveel met de hokjes theorie en praktijk. Hierdoor duwen we de leerlingen die goed uit de voeten komen met theorie in het VWO en degenen die goed tot hun recht komen in de praktijk duwen we in het hokje VMBO. Degenen die niet in een van deze hokjes passen zijn de Havisten. Juist omdat ze te slim zijn voor het VMBO en te onhandig voor het VMBO. Vervolgens krijgen de havisten les van superslimme theorie ophoestende ex-VWO-ers. Wordt het niet eens tijd om naar de leerling zelf te kijken op welk niveau dan ook, misschien kunnen we het de leerling ook eens zelf vragen ipv alles voor hen in te vullen. Eindelijk eens op zoek gaan naar hun talenten ipv voor hun te bepalen wat (in theorie) goed voor hen is. Ga eindelijk eens gebruik maken van leerstijlen. Stel net als Gardner eens de vraag hoe is een leerling slim ipv hoe slim is een leerling. Kijk eens naar kwaliteiten ipv van uitdagingen. Kolb kan er ook nog bij. Beste leraren maak je werk ook voor jezelf weer leuk.
Bij het genoemde Nova gaan we voor zowel havo- als vwo-leerlingen uit van vier leerstijlen: leerlingen kunnen de stof vanuit een bepaalde context benaderen (twee keuzes), vanuit de theorie, vanuit maatschappelijke situaties of vanuit experimenten. Daarbij kan de toetsing van vaardigheden en kennis hetzelfde zijn. De leerlingen beheersen namelijk aan het einde allen dezelfde stof, maar hebben mogelijk een verschillende weg gekozen om dat niveau te bereiken.
‘@ Eugene. Kijk, daar word ik nu vrolijk van. Er zijn meer wegen die naar Rome leiden.
Belangrijke discussie. Het levert ook wat op om je te realiseren dat veel van de HAVO 3 en 4 problematiek vooral jongens betreft; scholen hebben er moeite mee juist hen te motiveren. Citaat gardner ok, realiseer je echter ook dat leerstijlen in de loop van de adolescentie behoorlijk kunnen wijzigen. Biedt dus als school veel verschillende wegen aan. Meer hierover op mijn website, http://www.laukwoltring.nl/pages/nl/gebieden/onderwijs.php
Een belangrijke kwestie is dat de havo-klassen van 2012 worden bevolkt door leerlingen die enkele decennia geleden in de mavo-klassen zaten. Zie:
http://bit.ly/GWnMlS
Dat is niet de schuld van die leerlingen, maar een gevolg van onze veranderde selectie (met lagere instroomeisen). Zo hebben we zelf een daling van het havo-niveau over onszelf afgeroepen.
Op zich is het geen ramp, het is alleen een – drastische – verschuiving van de schotten tussen de schooltypen. Kennelijk willen we deze nieuwe indeling, waarbij leerlingen van voormalig ‘goed havoniveau’ nu allang naar het vwo gaan, en leerlingen van ‘voorheen mavoniveau’ nu massaal in het havo zitten.
Het havo-diploma is daardoor minder waard dan vroeger. De vraag is hoe erg we dat vinden.
Een belangrijke kwestie is dat de havo-klassen van 2012 worden bevolkt door leerlingen die enkele decennia geleden in de mavo-klassen zaten. Zie:
http://bit.ly/GWnMlS
Dat is niet de schuld van die leerlingen, maar een gevolg van onze veranderde selectie (met lagere instroomeisen). Zo hebben we zelf een daling van het havo-niveau over onszelf afgeroepen.
Op zich is het geen ramp, het is alleen een – drastische – verschuiving van de schotten tussen de schooltypen. Kennelijk willen we deze nieuwe indeling, waarbij leerlingen van voormalig ‘goed havoniveau’ nu allang naar het vwo gaan, en leerlingen van ‘voorheen mavoniveau’ nu massaal in het havo zitten.
Het havo-diploma is daardoor minder waard dan vroeger. De vraag is hoe erg we dat vinden.