Onderwijs van Morgen https://www.onderwijsvanmorgen.nl/ Thu, 14 Mar 2024 14:47:24 +0000 nl hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.3.2 https://www.onderwijsvanmorgen.nl/wp-content/uploads/2022/12/favicon.png Onderwijs van Morgen https://www.onderwijsvanmorgen.nl/ 32 32 Lied van de maand: Je speelt gitaar https://www.onderwijsvanmorgen.nl/lied-van-de-maand-je-speelt-gitaar/ Mon, 18 Mar 2024 06:00:00 +0000 https://www.onderwijsvanmorgen.nl/?p=32526 Een singer-songwriter liedje voor een rustmoment in de groep.

The post Lied van de maand: Je speelt gitaar appeared first on Onderwijs van Morgen.

]]>
Groep 7-8

Een singer-songwriter liedje voor een rustmoment in de groep. Hieronder vind je een ingezongen lied, een karaokeversie en tips die je kunt gebruiken in je les.

  • Vertel de kinderen dat dit het genre singer-songwriter is: iemand speelt gitaar en zingt tegelijkertijd zonder dat er al te veel andere instrumenten bij komen kijken. Er wordt een verhaal verteld aan de hand van de tekst. Wat vinden de kinderen van dit genre? Kennen ze het? Hebben ze andere voorbeelden?
  • In het liedje komt de volgende zin voor: ‘speel je van trap naar trap’. Weten de kinderen wat daarmee bedoeld wordt? Want het is natuurlijk geen echte trap! Leg uit dat een lied bijna altijd uit akkoorden bestaat. Wijs de kinderen op de akkoordsymbolen boven de tekst. De verschillende akkoorden in een nummer worden ook wel ‘trappen’ genoemd.
  • Dit is een zacht liedje: zing het zacht en lief met de groep.

Download de bladmuziek

Ingezongen lied

Karaoke

Sophie van Hilten is student aan het Utrechts Conservatorium. ’s Avonds voor ze gaat slapen, hoort ze haar buurman altijd gitaar spelen. Naar dat getokkel kan ze uren luisteren!

The post Lied van de maand: Je speelt gitaar appeared first on Onderwijs van Morgen.

]]>
De kracht van het klavertjevier: een geluksmuur in de klas https://www.onderwijsvanmorgen.nl/de-kracht-van-het-klavertjevier-een-geluksmuur-in-de-klas/ Fri, 15 Mar 2024 06:00:00 +0000 https://www.onderwijsvanmorgen.nl/?p=32657 Maak een eigen geluksmuur en vul je klas met positieve energie. Perfect om de Dag van het Geluk en de lente te vieren!

The post De kracht van het klavertjevier: een geluksmuur in de klas appeared first on Onderwijs van Morgen.

]]>
Maak je klas klaar voor een gelukkig voorjaar! Download de vrolijke klavertjesvier en creëer samen met de kinderen een muur vol positieve berichten. De Internationale Dag van het Geluk en de start van de lente vallen allebei op 20 maart, en met deze activiteit maken jullie daar een kleurrijk feest van.

The post De kracht van het klavertjevier: een geluksmuur in de klas appeared first on Onderwijs van Morgen.

]]>
Natuur dichtbij: stoepplantjes https://www.onderwijsvanmorgen.nl/natuur-dichtbij-stoepplantjes/ Fri, 15 Mar 2024 06:00:00 +0000 https://www.onderwijsvanmorgen.nl/?p=32653 Geen natuur in de stad?! Kijk eens naar beneden of naar een muur en ontdek de allerlei prachtige stoepplantjes.

The post Natuur dichtbij: stoepplantjes appeared first on Onderwijs van Morgen.

]]>
Vaak wordt er gedacht dat er in de stad niet zoveel natuur te vinden is, maar er is meer natuur dan je misschien denkt. Grote kans dat je dagelijks langs (of over) allerlei stoepplantjes loopt. Ze zitten tussen de stoeptegels voor jouw deur of groeien tegen de muur van een gebouw. Ze blijven vaak onopgemerkt, maar ze zijn prachtig én belangrijk. Ontdek meer over deze ondergeschoven plantjes en ga ernaar op zoek!

Botanisch stoepkrijten

De term ‘stoepplantjes’ werd door de Hortus in Leiden in het leven geroepen. Stoepplantjes vind je tussen stoeptegels, tegen de muur van een gebouw, rond een lantaarnpaal, in de berm of tussen het gras op een grasveld. Deze talloze plantjes werden eeuwenlang weggezet als ‘onkruid’: ze werden met man en macht uit de grond getrokken, weg geschoffeld of bespoten met gif.

In 2021 werd botanisch stoepkrijten een rage: elk stoepplantje dat tijdens een ommetje werd gespot, werd met stoepkrijt voorzien van een naam.

Stadsvergroening

Steeds vaker klinkt de roep om ‘vergroening’ van de stad. Stoepplantjes mogen nu blijven staan en dat geldt ook voor bermplantjes. Misschien is het je wel opgevallen dat in mei veel bermen niet worden gemaaid (maai-mei-niet), zodat de bloeiende planten blijven staan. Hiermee zijn veel bijen, vlinders en andere insecten geholpen, want stoepplantjes (en bermplantjes) zijn niet altijd alleen maar groen. Soms moet je iets beter kijken en dan zie je dat ze prachtige bloemen hebben. Met de nectar van deze bloemen voeden onder andere bijen en vlinders zich. Behalve dat veel insecten zich kunnen voeden door het groen in de stad, heeft het vergroenen nog andere voordelen. Planten zorgen er dat de stad koeler blijft en dat regenwater makkelijker wegloopt. Bovendien is gebleken dat mensen gelukkiger en meer ontspannen zijn als er meer groen om hen heen is.

Burgeronderzoek

Vandaag de dag worden ongeveer 800 soorten als stoepplantje erkend. De paardenbloem is een van de bekendere. Welke stoepplantjes je tegenkomt, hangt af van de omgeving en de omstandigheden. De ene plant houdt van een zonnige plaats, de andere vindt de schaduw fijn. Wist je dat jij kunt bijdragen aan wetenschappelijk onderzoek naar stoepplantjes? Onderzoekers zijn bijvoorbeeld benieuwd welke plantjes waar voorkomen, hoeveel ervan voorkomen en waarom ze juist daar staan. Je kunt onderzoekers helpen door een wandeling te maken met je telefoon in de aanslag. Als je een stoepplantje spot, kun je met apps zoals Plantnet of ObsIdentify bekijken welk plantje het is. De foto’s die je hierin uploadt, worden meegenomen in verschillende onderzoeken. Ze noemen dit ook wel burgeronderzoek.

Lesidee

Wanneer biologen planten een naam geven, verstoppen ze daarin vaak informatie over hoe de plant eruitziet, over de geur, de kleur of waar hij voorkomt. Er zijn ook veel planten die door het leven gaan met een dierennaam. Download het printblad met stoepplantjes en bekijk het met jouw groep. Kunnen jullie je voorstellen waarom biologen de planten deze naam hebben gegeven? Verzin zelf een betere naam! De kinderen kunnen op weg naar huis turven hoeveel stoepplantjes ze ontdekken.

The post Natuur dichtbij: stoepplantjes appeared first on Onderwijs van Morgen.

]]>
Seksueel grensoverschrijdend gedrag: de roze olifant op school https://www.onderwijsvanmorgen.nl/seksueel-grensoverschrijdend-gedrag-de-roze-olifant-op-school/ Thu, 14 Mar 2024 09:09:17 +0000 https://www.onderwijsvanmorgen.nl/?p=32532 Alisa Lalicic, docent burgerschap in het middelbaar beroepsonderwijs, praat met een collega en studenten over seksueel grensoverschrijdend gedrag in het onderwijs.

The post Seksueel grensoverschrijdend gedrag: de roze olifant op school appeared first on Onderwijs van Morgen.

]]>
‘Zijn dat billen…?’ Op de kerstborrel hadden ze elkaar voor het eerst gesproken. Ze (een vriendin van me) werkt pas een paar maanden op de desbetreffende school. Het is fijn als collega’s belangstelling tonen, geeft ze toe. Hij is een flink stuk ouder en werkt al jaren op de school. Ze beschrijft hem als een gewone collega met een rauw randje. ‘Ach, het stelt niks voor’, en ze wuift met haar hand. ‘Gewone collega’s sturen niet ongevraagd foto’s van hun billen’, en zo tref ik de kern van de roze olifant. Seksueel grensoverschrijdend gedrag gebeurt óók in het onderwijs.

Voor studenten vaak een ongemakkelijk onderwerp om tijdens een les te bespreken, voor mij als docent burgerschap des te interessanter. Door het luchtig te houden ontstaan er openhartige gesprekken. Studenten noteren anoniem vragen die ik klassikaal beantwoord. ‘Wat is 69? Wat vinden jongens aantrekkelijk aan een meid? Op welke leeftijd moet je voor het eerst seks hebben? Hoe weet je of je goed zoent?’ Ik stel vragen terug als: Wat is ‘normaal’ en op welk moment en hoe zeg je nee? Met praktische antwoorden en soms een eigen ervaring maakt de les bij iedereen indruk.

Seksueel grensoverschrijdend gedrag treft ook onze studenten op stage. Gad-ver-damme.

Enkele dagen na de les heb ik een gesprek met een student: ‘Hij zegt dat ik er mooi uitzie op mijn profielfoto en raakt me aan als hij met me praat.’ De paniek is duidelijk voelbaar als ze eindelijk durft te vertellen wat er aan de hand is op haar stage. Sinds die ene keer dat haar stagebegeleider haar op zaterdagavond heeft gevideobeld, durft ze niet meer te gaan. Deze man zou qua leeftijd haar vader kunnen zijn. Zo’n verhaal waarvan je hoopt dat het verzonnen is. Seksueel grensoverschrijdend gedrag treft ook onze studenten op stage. Gad-ver-damme.

Flauwe grappen over homo’s, schunnige opmerkingen over uiterlijkheden, net iets te ver gaan op een borrel. ‘Bij ons gebeurt dat niet’ vind ik nog walgelijker dan een billenfoto of een perverse stagebegeleider. Wat voor de één een grap is, is voor een ander de grens. Die lijn is vaag. Als het aan mijn vriendin had gelegen had ze met een grapje gereageerd. Over ongevraagde naaktfoto’s van collega’s maak je geen grapjes. In plaats daarvan voeren we een gesprek over wat onze grenzen zijn en hoe we die zelf misschien weleens overschrijden. Uiteindelijk stuurt ze hem: ‘Ik wil dat je stopt, je gaat te ver.’ En daar is niets van gelogen. Niet alleen voor studenten, maar ook voor collega’s onderling is het denk ik een taboe om te spreken over billenfoto’s, ongewenste opmerkingen en persoonlijke grenzen. Ik zeg weg met die olifant.

Alisa Lalicic is docent in het middelbaar beroepsonderwijs. Na een wereldreis van twee jaar was Alisa klaar om aan het werk te gaan. Met pedagogiek als achtergrond en de ervaringen van haar reis zijn de vakken burgerschap en sociale vaardigheden haar op het lijf geschreven. Binnen het MBO daagt ze studenten uit om zelf kritisch na te denken over de wereld. Haar columns zijn een manier om persoonlijke onderwijsavonturen te delen: ‘Want dan ben je nooit alleen.’

The post Seksueel grensoverschrijdend gedrag: de roze olifant op school appeared first on Onderwijs van Morgen.

]]>
Rob gebruikt zijn ervaring als gevangenismedewerker nu op school https://www.onderwijsvanmorgen.nl/rob-gebruikt-zijn-ervaring-als-gevangenismedewerker-nu-op-school/ Thu, 14 Mar 2024 06:00:42 +0000 https://www.onderwijsvanmorgen.nl/?p=32641 Rob Blommers maakte na een succesvolle carrière in de gevangenis, de overstap naar het onderwijs.

The post Rob gebruikt zijn ervaring als gevangenismedewerker nu op school appeared first on Onderwijs van Morgen.

]]>

Docent van de maand

Naam: Rob Blommers
Beroep: Dagcoördinator
Waar: Global College Eindhoven

Portret van docent van de maand Rob

Dat hij het onderwijs in wilde, wist Rob Blommers al heel lang. Toch heeft het lang geduurd voordat hij de stap maakte. Na een succesvolle carrière in de gevangenis, werkt hij sinds dit schooljaar op het Global College Eindhoven. Niet als docent, wél als dagcoördinator.

Rob, je bent dagcoördinator op Global College Eindhoven. Wat houdt dat precies in?

Global College Eindhoven is een school met EOA-leerlingen: Eerste Opvang Anderstaligen. Dit zijn leerlingen die vanuit een ander land hier gekomen zijn. Sommige leerlingen zijn kinderen van expats, en sommigen komen bijvoorbeeld uit een oorlogssituatie. Ze moeten de taal leren en krijgen daarnaast andere vakken. Op school ben ik een soort pedagogisch medewerker. Ik heb een signalerende rol in alles wat buiten de lessen om gebeurt. Ik laat de leerlingen zich welkom voelen en observeer ze om te kijken of het goed met ze gaat. Zo kijk ik bijvoorbeeld of iemand zich tijdens pauzes afzondert, die normaal gesproken altijd bij een groep staat. Als ik zoiets opmerk, ga ik met diegene in gesprek. Ik houd daarnaast het verzuim bij. Als iemand vaak afwezig is kan dat een signaal zijn dat er iets aan de hand is met diegene of dat het thuis niet lekker gaat. Net als wanneer een leerling er vaak uitgestuurd wordt. Waar komt dat door? En kunnen we daar als school iets mee? Mocht er een diepere reden achter zitten dan stuur ik diegene door naar de Coördinator Leerlingzaken. Hij of zij kan eventueel de leerling doorverwijzen naar de zorg.

Je hebt hiervoor in een gevangenis gewerkt waar je sportlessen aan gedetineerden en personeel gaf. Wat is het grote verschil tussen werken in een gevangenis en in het onderwijs?

Eigenlijk alleen de leeftijd en de niet-criminele achtergrond. Pubers zoeken ook regelmatig het randje op, haha! Maar dan op een onschuldige manier. De leerlingen op Global College Eindhoven zijn wel veel dankbaarder dan leerlingen op een reguliere middelbare school; ze zijn dankbaar dat ze hier goed onderwijs krijgen. Ze zijn daarnaast vaak netjes en correct.

Pubers zoeken ook regelmatig het randje op, maar dan op een onschuldige manier.

En de overeenkomsten met je werk in de gevangenis?

Een enkele leerling heeft een rugzakje – net als gedetineerden die vaak het een en ander hebben meegemaakt. Beide doelgroepen hebben handvaten en ondersteuning nodig om later goed in de maatschappij mee te kunnen draaien. In de gevangenis probeerden wij de gedetineerden zo goed mogelijk voor te bereiden op een succesvolle terugkeer in de maatschappij. Op school proberen we met het team de leerlingen óók zo goed mogelijk voor te bereiden op hun toekomst in de Nederlandse maatschappij.

Zijn er vaardigheden of ervaringen die je in de gevangenis hebt opgedaan, die je nu kunt gebruiken in je huidige werk in het onderwijs?

In de gevangenis was ik constant bezig met observeren. Wat gebeurt er en welk gedrag zie ik? Ik heb daar geleerd om scherp te zijn. Die vaardigheid is heel handig nu in mijn werk op school. Veel dingen vallen mij op en daarmee kan ik weer verder handelen. Ik kijk naar wat een leerling doet of hoe hij of zij ergens op reageert. Ik kijk onder meer naar de lichaamshouding, een blik in de ogen of hoe iemand zich verhoudt in een groep.

Hoe ga je om met leerlingen die uit een moeilijke thuissituatie of zelfs een oorlogssituatie komen?

Het belangrijkste is dat je een veilige plek biedt waar ze zich welkom en thuis voelen. Dat proberen wij dagelijks met heel het team te doen. Als de leerlingen zich prettig voelen, komen ze graag naar school en is het verzuim laag. Het welkom laten voelen doe ik door bijvoorbeeld iedereen persoonlijk te verwelkomen en te begroeten. Onze docenten hebben ook goed contact met de leerlingen. Jongeren willen zich simpelweg gezien en gehoord voelen. Dat doe ik door de tijd te nemen voor ze. Op die manier voelen ze zich veilig genoeg om kwetsbare zaken te delen.

Het onderwijs bestaat uit meer dan docent zijn. Er is altijd wel een functie die bij je past.

Heb je advies voor andere professionals die overwegen om een carrièreswitch te maken naar het onderwijs?

Als buitenstaander denk je eigenlijk dat er binnen het onderwijs weinig verschillende functies zijn. Maar er zijn veel meer mogelijkheden dan je denkt. Het onderwijs bestaat uit meer dan docent zijn. Er is altijd wel een functie die bij je past. Ik zou daarom adviseren om gewoon een keer een dag op een school mee te lopen en te kijken wat er mogelijk is. Het is zo divers!

Wat vind je het mooiste aan je werk als dagcoördinator? En wat vind je de grootste uitdaging?

De connectie die ik krijg met leerlingen vind ik prachtig. Soms hoor ik echter schrijnende verhalen van leerlingen over hun thuissituatie. Dat vind ik wel lastig; dat raakt me dan. Vooral als ik weinig voor diegene kan doen is dat frustrerend.

Tot slot: wat is jouw visie op onderwijs? Waarom is goed onderwijs voor alle jongeren zo belangrijk?

Jongeren zijn de toekomst: zij moeten straks de maatschappij gaan dragen. Het is daarom belangrijk dat ze zich zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen. Het onderwijs an sich is heel belangrijk, maar het belangrijkste vind ik dat we een goed en veilig pedagogisch klimaat creëren voor ze, waarin we bezig zijn met de pedagogische ontwikkeling van de leerlingen. We moeten ze handvaten bieden waarmee ze later problemen en vraagstukken voor zichzelf kunnen oppakken en ermee aan de slag kunnen.

Wil je meer weten over de school waar Rob werkt? Bekijk dan de website van Global College Eindhoven.

Word ook docent van de maand

Heb jij een bijzonder verhaal en wil je ook als docent van de maand geïnterviewd worden? Of wil je een collega voordragen? Laat het ons weten op redactie@malmberg.nl.

The post Rob gebruikt zijn ervaring als gevangenismedewerker nu op school appeared first on Onderwijs van Morgen.

]]>
Er Was Eens: hét lees- en schrijfprogramma voor het vmbo https://www.onderwijsvanmorgen.nl/er-was-eens-het-lees-en-schrijfprogramma-voor-het-vmbo/ Wed, 13 Mar 2024 06:00:00 +0000 https://www.onderwijsvanmorgen.nl/?p=32644 Er Was Eens is een verhalenwedstrijd. Dit lees- en schrijfbevorderende programma stimuleert jongeren om te lezen en hun eigen verhaal te schrijven.

The post Er Was Eens: hét lees- en schrijfprogramma voor het vmbo appeared first on Onderwijs van Morgen.

]]>
Er Was Eens is niet zomaar een wedstrijd, het is een verhalenwedstrijd. Dit lees- en schrijfbevorderende programma stimuleert jongeren om een boek te lezen en op een creatieve manier hun eigen verhaal te schrijven.

Bij Er Was Eens combineren we lees- en schrijfonderwijs in één programma. Aan de hand van een leesboek, een gastles van een bekende jeugdauteur én zeven kant-en-klare lesbrieven stimuleert Er Was Eens het leesplezier, de taalontwikkeling en de creativiteit van jongeren. Het programma biedt vmbo-leerlingen (basis/kader/theoretisch) de kans om samen hun eigen verhalen uit te werken.  

Inzetbaar gedurende het hele schooljaar

Dit schooljaar viert Er Was Eens alweer haar elfde editie. Gedurende zeven lessen gaan vmbo-leerlingen, individueel of in groepen, aan de slag met het schrijven van hun eigen verhalen. Er Was Eens is voor docenten flexibel inzetbaar, zodat zij zelf kunnen beslissen wanneer het binnen het lesrooster past.

Leesboek, auteursbezoek en schrijfopdrachten

In de eerste les krijgen leerlingen een speciaal leesboek dat past bij hun interesses en ervaringen. Dit boek dient als inspiratiebron voor hun eigen creatieve werk. Daarnaast ontvangen ze een gastles van een bekende auteur, die laat zien hoe verschillende verhalen verteld worden en hoe ze hun eigen verhaal tot leven kunnen brengen. 

Met behulp van een multimediale lesbrief met diverse schrijfopdrachten leren de leerlingen hun eigen verhalen te vertellen, variërend van kortverhalen tot gedichten en van scenario’s tot rapteksten. Bij Er Was Eens draait het om de creativiteit en eigenheid van jouw leerlingen. 

Als kers op de taart ontvangt iedere deelnemer aan het eind van het schooljaar de Er Was Eens-bundel met alle ingezonden verhalen. Oftewel, hun eigen verhaal in een écht boek.

De verhalenwedstrijd

Een vakjury, bestaande uit bekende Nederlanders, beoordeelt alle ingezonden verhalen en selecteert de drie beste inzendingen. Deze groepen leerlingen krijgen de kans om hun verhaal op video aan de jury te presenteren, waarbij een professionele cameraploeg hun pitch vastlegt. De winnende groep ontvangt een feestelijke uitreiking op school en voor elke leerling uit de winnende klas een boekenkast met tien leesboeken voor thuis. 

WIN! Deelname aan Er Was Eens met de hele klas

Vul het formulier in en maak kans op een Er Was Eens-probeerpakket* t.w.v. 350 euro, inclusief leesboek en gastauteur op school!

Ja, ik maak graag kans op het Er Was Eens-probeerpakket!

* Het Er Was Eens-probeerpakket is een aanbieding exclusief deelname aan de wedstrijd of opname in de verhalenbundel.

The post Er Was Eens: hét lees- en schrijfprogramma voor het vmbo appeared first on Onderwijs van Morgen.

]]>
Mag het een meester meer zijn? https://www.onderwijsvanmorgen.nl/mag-het-een-meester-meer-zijn/ Fri, 08 Mar 2024 06:00:00 +0000 https://www.onderwijsvanmorgen.nl/?p=32554 De ChristenUnie roept met een motie op tot verandering en wil meer meesters voor de klas.

The post Mag het een meester meer zijn? appeared first on Onderwijs van Morgen.

]]>
Het klinkt je vast bekend in de oren: op een gemiddelde basisschool vind je meer vrouwen dan mannen in de teamkamer. Veel meer zelfs, want slechts 13% van de leerkrachten in het basisonderwijs is een man. De ChristenUnie roept met een motie op tot verandering en wil meer mannelijke leerkrachten. ‘We willen voorkomen dat de leraar voor de klas een zeldzaam en uitstervend fenomeen wordt.’

Een op de acht leerkrachten is een man en dat is te weinig, zo vindt ook een merendeel van de Tweede Kamer. Zij hebben aangegeven mee te willen stemmen met de motie waarin het kabinet en de onderwijsinstellingen worden opgeroepen dit te gaan regelen. ‘Ook mannelijke rolmodellen zijn nodig’, zei ChristenUnie-Kamerlid Don Ceder vorige week. Daarom moeten onderwijs en politiek een doel stellen: in 2035 zouden drie op de tien afgestudeerde pabo-studenten man moeten zijn.

Meer dan een rolmodel

Het is goed dat het besproken wordt, maar alleen met zo’n motie halen ze dat doel natuurlijk niet, zegt oud-lector Onderwijskunde Gerda Geerdink. ‘Een paar jaar geleden was er een motie om de pabo te splitsen in een boven- en onderbouwopleiding. Maar daar ben je er ook niet mee. Ik denk dat de veranderingen meer op de vloer moeten plaatsvinden.’

Geerdink deed jarenlang onderzoek naar de rol van de man in het onderwijs. En zo weinig mannen, dat is niet goed. Meesters dienen niet alleen als rolmodel, ze brengen ook andere interessegebieden mee de klas in; ICT, techniek of sport bijvoorbeeld. Daar stemt Lennox van basisschool de Saffier mee in. ‘De meester praat meer over voetbal en de juffen doen iets meer spelletjes’, vertelt hij aan het Jeugdjournaal wanneer ze vragen naar de verschillen tussen meesters en juffen.

Hij-instromers en Paboys

Een van de veranderingen die op de werkvloer al zijn ingezet is het opleidingstraject pabo-ALO. Deze combinatie van de pabo en de Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO) zorgt ervoor dat de student in 5 jaar twee bachelordiploma’s behaalt. Ze kunnen daarna zowel in het klaslokaal als tussen de dikke matten en trapezoïde aan de slag. Het traject begon op de Hogeschool van Arnhem-Nijmegen (HAN) en is inmiddels over een zestal hogescholen uitgerold. De opleiding lijkt naast enthousiaste studenten ook een positief effect te hebben op het aantal mannelijke leerkrachten. De verhouding tussen mannen en vrouwen is zo goed als gelijk, vertelt HAN-docent Koen Jansen.

Meer mannen voor de klas, dat kan zeker geen kwaad, zegt ontwikkelingspsycholoog Steven Pont in een interview met Radio1. Hij benoemt in het gesprek initiatieven als de ‘Paboys’ en de ‘hij-instromers’. In dat laatste project worden mannen uit fysiek zware beroepen aangemoedigd om nog 10 tot 15 jaar in de maatschappij mee te draaien als leerkracht.

Ook Stichting Meestert! zet zich actief in voor het aanpakken van het tekort. Het initiatief verbindt meesters, studenten en zij-instromers, geeft voorlichting en lanceert ludieke acties. Het doel is duidelijk: ‘om te luisteren, met elkaar in gesprek te gaan en vooral om verleid te worden de pabo te gaan doen. Op weg naar een baan waarbij je iedere dag influencer bent voor heel veel kinderen.’

Lees verder

Missen jongens een mannelijke leerkracht voor de klas?

Wel het basisonderwijs, maar niet de kleuters?

The post Mag het een meester meer zijn? appeared first on Onderwijs van Morgen.

]]>
Juf Wendy: ‘Ze verslinden het ene na het andere Engelse boek.’ https://www.onderwijsvanmorgen.nl/juf-wendy-ze-verslinden-het-ene-na-het-andere-engelse-boek/ Thu, 07 Mar 2024 11:46:23 +0000 https://www.onderwijsvanmorgen.nl/?p=32521 Juf Wendy is vakleerkracht Engels en geeft op een activerende manier Engels aan groep 1 t/m 8.

The post Juf Wendy: ‘Ze verslinden het ene na het andere Engelse boek.’ appeared first on Onderwijs van Morgen.

]]>

Leerkracht van de maand

Naam: Wendy Bootsma
School: De Voorhof, Vianen
Groep: leerkracht Engels en Explore (plusklas)
Hoe lang al voor de klas: ruim 20 jaar, 4 jaar als vakleerkracht Engels

Portret van leerkracht van de maand Wendy Bootsma

Juf Wendy is vakleerkracht Engels en geeft op een activerende manier Engels aan groep 1 t/m 8.

Hoe doe je dat: Engels op een activerende manier aan groep 1 t/m 8 geven?

Ik kijk altijd eerst naar de leerlijn en de lessen. Wij hebben de methode ‘Join in’ en daar staan al veel actieve werkvormen in. Soms voeg ik iets toe. Daarbij laat ik kinderen zo veel mogelijk met hun lijf leren. Ik gebruik bijvoorbeeld graag de digiboard software en de flashcards met de afbeeldingen van de woorden erop. Daarmee doen we dan ‘mix en ruil’. Dat is een coöperatieve werkvorm waarbij elk kind met een kaartje door de klas loopt. Je zoekt een andere leerling, zegt in het Engels wat er op het kaartje staat, wisselt van kaartje en gaat weer door naar de volgende leerling. In de bovenbouw gebruiken kinderen wisbordjes bij deze werkvorm.

Wat voor werkvormen gebruik je nog meer?

In onze methode zitten ook veel liedjes, dus we zingen ook. Verder zoek ik naar activiteiten die bij de thema’s passen. Bij het thema ‘boodschappen’ krijgen de kinderen winkelmandjes en kunnen ze bij elkaar iets kopen bijvoorbeeld. Die werkvormen wissel ik steeds, zodat het aantrekkelijk en afwisselend is.

Ook gebruiken we veel Engelse boeken. We zijn bezig om een goede Engelse bibliotheek aan te leggen op school. Ik kom regelmatig de klas in met een prentenboek: ‘Hé we hebben een nieuw boek, waar zou het over gaan?’ Dan lees ik een stuk voor. Vanaf groep 5 praten we ook in het Engels over het boek. Over wie gaat het? Wat gebeurt er?

Mogen de kinderen zelf ook een Engels boek kiezen?

Ja, we hebben bij de gewone Nederlandse bieb een vak met Engelse boeken. Als ze een boek voor in de klas kiezen, mag dat er ook een in het Engels zijn. Het was in het begin een beetje onwennig, maar ik zie nu steeds meer kinderen uit dat Engelse vak een boek pakken. Sommige kinderen vinden dit heel leuk. Die verslinden het ene na het andere boek.

Door te kiezen voor een vakleerkracht geef je het meer prioriteit.

Waarom heeft je school gekozen voor een vakleerkracht Engels, in plaats van Engels door de groepsleerkracht?

Omdat we zien dat Engels steeds belangrijker wordt door internationalisering en digitalisering. Kinderen pikken het ook zelf op door de media en via games. Het is dus niet alleen handig voor later, ook in hun dagelijks leven speelt het. Door te kiezen voor een vakleerkracht geef je het meer prioriteit. Ik heb meer ruimte om tijd en kennis in de lessen steken dan groepsleerkrachten. Bovendien houden we zo de doorgaande lijn goed in de gaten.

Hoeveel uur Engels krijgen de kinderen? Hoe is de opbouw?

Het begint met elke week twintig minuten bij de kleuters tot een uur in de bovenbouw.

Bij groep 1 en 2 gaat het echt om kennis maken met de taal; verhaaltjes, liedjes, kleuren, tellen. Vanaf groep 3 komt het spreken erbij. Vanaf groep 5 gaan we meer schrijven. Bij groep 6 moeten kinderen aan het eind van een hoofdstuk ook een soort afsluitende opdracht doen, zoals het zelf maken van een weerbericht. In groep 8 komen er toetsen en echte presentaties.

Het lijkt me een uitdaging om in zo weinig tijd ook echt iets te bereiken…

In het begin dacht ik dat ook. Nu ik het voor het vierde jaar doe, blijkt het rendement veel groter dan ik dacht. Ik merk dat de kinderen in de bovenbouw al best veel weten. Zeker als ik het vergelijk met mijn eigen kinderen die in groep 5 pas voor het eerst Engels kregen. Het voordeel van beginnen bij de kleuters is dat kinderen het gewoon vinden. Ze komen op school en krijgen Engels. Het hoort erbij. Je merkt dat ze daardoor minder geremd zijn in Engels spreken en doen. Door de doelgerichte en aantrekkelijke lessen, is de betrokkenheid groot. En het cyclisch werken met de woordenschat is ook effectief. Thema’s komen steeds terug en worden uitgebreid.

Nu ik het voor het vierde jaar doe, blijkt het rendement veel groter dan ik dacht.

Wat doe je als kinderen de taal niet durven te spreken?

Spreekoefeningen zijn bij jonge kinderen nooit in hun eentje voor de hele groep. Ze oefenen in tweetallen of drietallen waarbij iedereen tegelijk praat. Zo komt er geen nadruk te liggen op jou als persoon.

Ik spreek nagenoeg geen Nederlands in de les. Kinderen mogen wel in het Nederlands spreken en vragen stellen. Dan geef ik in het Engels antwoord of geeft een andere leerling uitleg.

Het niveau verschilt erg tussen de kinderen. Ik kijk altijd naar wat wel kan. Dat vraag ik ook aan de kinderen zelf. Stel de opdracht is om tien woorden te leren. Hoeveel woorden lukt jou wel? Eerst moeten ze het zelfvertrouwen hebben dat ze iets kunnen. Daar bouw ik op voort.

Wat heb je zelf met de Engelse taal?

Op mijn zesde ging ik voor het eerst naar familie in Amerika. Daar spraken ze Engels tegen me en lazen ze Engelse boekjes voor. Ik werd er als kind heel nieuwsgierig door. Ik haalde thuis van die plaatjesboeken uit de bieb met ‘bike – fiets.’ Ik keek naar Engelse tv-programma’s en heb veel geschreven en gesproken met mijn Amerikaanse ooms, tantes en nichtjes. Nog steeds lees ik veel Engelse boeken. Het voelt bijna als mijn tweede taal.

En dat enthousiasme wil je graag met de kinderen delen…

Engels is een taal die veel gesproken wordt. Het is handig om je in veel verschillende landen te kunnen uiten. Dat je echt een gesprek kunt voeren, in plaats van alleen zeggen ‘twee broden alsjeblieft.’ In de tijd dat ik veel reisde heb ik enorm plezier gehad van het feit dat ik de taal meer dan gemiddeld beheers. Daardoor hoorde ik meer verhalen en leerde ik meer achtergronden te begrijpen. Dat plezier van het leren van een andere taal wil ik graag delen door samen met de kinderen te leren en te ontdekken. Ik vind dit echt de leukste baan!

Laat je niet remmen omdat je denkt dat je de taal niet goed genoeg spreekt.

Wat wil je andere leerkrachten meegeven?

Ik hoop dat leerkrachten meer met Engels doen in de klas. Laat je niet remmen omdat je denkt dat je de taal niet goed genoeg spreekt. Doe een spelletje, zing een liedje of pak eens een Engelstalig prentenboek om voor te lezen. Er zijn zoveel mogelijkheden! Er is er vast een manier die bij jou past.

Word ook leerkracht van de maand

Heb jij een bijzonder verhaal en wil je ook als leerkracht van de maand geïnterviewd worden? Of wil je een collega voordragen? Laat het ons weten op redactie@malmberg.nl.

The post Juf Wendy: ‘Ze verslinden het ene na het andere Engelse boek.’ appeared first on Onderwijs van Morgen.

]]>
Kennisupdate: tevredenheid bij onderwijspersoneel https://www.onderwijsvanmorgen.nl/kennisupdate-tevredenheid-bij-onderwijspersoneel/ Thu, 07 Mar 2024 06:00:00 +0000 https://www.onderwijsvanmorgen.nl/?p=32308 In Kennisupdate bespreken we telkens verschillende onderzoeksresultaten. Deze keer: tevredenheid bij onderwijspersoneel.

The post Kennisupdate: tevredenheid bij onderwijspersoneel appeared first on Onderwijs van Morgen.

]]>
Het onderwijs is altijd in ontwikkeling en daarmee ook het onderzoek naar het onderwijs. In deze rubriek bespreken we telkens verschillende onderzoeksresultaten. Deze keer: tevredenheid bij onderwijspersoneel.

Eind 2023 presenteerde DUO Onderwijsonderzoek & Advies een rapport over de tevredenheid van mensen die werkzaam zijn in het onderwijs. Afgelopen twee schooljaren heeft het bureau in totaal 14.756 medewerkers uit het primair onderwijs geïnterviewd. En wat blijkt? Onderwijspersoneel is vooral in het po behoorlijk tevreden!

Tevreden over directeuren en werkcultuur

Gemiddeld geeft onderwijspersoneel in het primair onderwijs een 8,4 aan zijn of haar werktevredenheid. Een relatief hoge score, hoger dan medewerkers in het voortgezet onderwijs (7,9) en andere sectoren (8,0). Vooral de factoren werksfeer, werkinhoud en de directeur krijgen een hoge score. Werkdruk en communicatie scoren – niet onverwacht – lager, maar krijgen ook een ruime voldoende met respectievelijk een 6,6 en een 7,5.

De verschillen in tevredenheid tussen het primair en voortgezet onderwijs waren al zichtbaar in het vorige onderzoek tussen 2017-2019 en die zijn nog groter geworden. Dit komt doordat medewerkers in het basisonderwijs tevredener zijn geworden. De onderzoekers veronderstellen dat de maatregelen die gericht waren op het verlagen van de werkdruk, daadwerkelijk effect hebben.

Loyaal aan de school

Een andere positieve uitkomst uit het onderzoek is de loyaliteit die medewerkers voelen aan de school. Dit hebben de onderzoekers gemeten door te vragen in hoeverre de medewerkers hun school als werkplek zouden aanraden. Van de medewerkers in het primair onderwijs zou 38% de school promoten en 10% raadt werken op de eigen school af. De rest, 52%, is hier niet mee bezig. Voor het voortgezet onderwijs liggen die getallen anders: 23% promoot de school en 24% raadt werken op de eigen school af. Ook hier is 52% er niet mee bezig.

Deze scores meten de loyaliteit en hoe gemakkelijk scholen met hun eigen personeel nieuwe collega’s kunnen aantrekken. Bovendien zegt het iets over de concurrentiekracht van een school. Een structureel hoge score houdt volgens de onderzoekers verband met een constante instroom van nieuwe leerlingen op die school.

De tevredenheid bij personeel werkzaam in het primair onderwijs stijgt. Toch valt er nog wat te winnen wat betreft de communicatie en de werkdruk. Het is zaak om hier aandacht aan te blijven besteden, zodat de onderzoeksresultaten over een aantal jaar nóg positiever zijn.

Meer lezen?

Onderzoek: Hoe tevreden en loyaal zijn medewerkers in PO en VO?

The post Kennisupdate: tevredenheid bij onderwijspersoneel appeared first on Onderwijs van Morgen.

]]>
‘Door de doeltaal te spreken, leren leerlingen authentieker taalgebruik’ https://www.onderwijsvanmorgen.nl/door-de-doeltaal-te-spreken-leren-leerlingen-authentieker-taalgebruik/ Wed, 06 Mar 2024 06:00:00 +0000 https://www.onderwijsvanmorgen.nl/?p=32426 In het vreemdetalenonderwijs is het zeer effectief om de doeltaal als voertaal te gebruiken in de les. Zo pak je dit het beste aan.

The post ‘Door de doeltaal te spreken, leren leerlingen authentieker taalgebruik’ appeared first on Onderwijs van Morgen.

]]>
In het vreemdetalenonderwijs is het zeer effectief om de doeltaal als voertaal te gebruiken in de les. Geef je Frans, dan spreek je zo veel mogelijk die taal in de les. Maar in de praktijk gebeurt dat lang niet altijd. Hoe pak je dit het beste aan?

De methode heet het doeltaal-voertaalprincipe, in de les wordt dan voornamelijk de doeltaal gesproken, door docent en leerlingen. Maar uit cijfers blijkt dat docenten de voertaal soms ronduit weinig spreken. Zo legde het Duitsland Instituut in 2022 docenten de vraag voor hoe veel Duits zij spraken in de les. In de onderbouw geeft een grote meerderheid (79 procent) van de docenten aan dat ze minder dan de helft van de tijd de doeltaal spreken. Bij 33 procent gaat het zelfs om minder dan een kwart van de tijd. In de bovenbouw lukt het 50 procent om meer dan de helft van de les in de doeltaal te spreken. 

Als reden zegt 47 procent van de docenten dat dit komt omdat de leerlingen de taal niet begrijpen en een te kleine woordenschat hebben. Ook motivatie (23 procent) en zelfverzekerdheid van leerlingen (16 procent) worden als reden genoemd.  

Verloren leermomenten

Het gebruiken van de doeltaal heeft vooral nut als het gebruikt wordt als voer- en instructietaal, aldus Gerard Westhoff, emeritus hoogleraar didactiek van de moderne talen. Elk woord Nederlands is een verloren leermoment, zegt hij in Didactief. Gebruik je de doeltaal, dan leer je leerlingen een authentieker taalgebruik, een beter grammaticagebruik en krijgen ze een grotere woordenschat.

Westhoff vindt het ouderwetse taalonderwijs weinig effectief, met woordjes stampen en grammaticale oefeningen. Je wilt communiceren, dus het moet meer gaan over spreekvaardigheid, zegt hij. Dat blijkt ook uit het onderzoek van taalkundige Audrey Rousse – Malpat (4) aan Rijksuniversiteit Groningen. Zij zegt dat impliciet taalonderwijs, waarin er in de les geen of zo min mogelijk uitleg over grammatica wordt gegeven, maar zoveel mogelijk in de doeltaal gesproken wordt, effectiever is. Hiermee komen leerlingen na hun eindexamen van school met de kennis en kunde om in het betreffende land daadwerkelijk een gesprek te kunnen voeren.

De conclusie in het onderzoek van Rousse – Malpat was de grote hoeveelheid doeltaal in de klas, in combinatie met de hoeveelheid tijd die aan herhaling, imitatie en productieve vaardigheden werd besteed, effectiever is dan het oefenen van grammaticale regels.

Doeltaal als leermiddel

Om succesvol te zijn, moet deze methode wel op de juiste manier aangepakt worden, aldus Sebastiaan Dönszelmann, vakdidacticus moderne vreemde talen en docent Algemene Didactiek bij de VU Lerarenopleiding. In zijn promotieonderzoek genaamd ‘Doeltaal-Leertaal’ schrijft hij onder meer over de uitdagingen die de methode biedt. Zo moet de doeltaal tijdens de les ingezet worden als leermiddel. Anders is er het risico dat de leerlingen de taal lijken te begrijpen, maar onvoldoende meedoen en weinig progressie boeken. Ze leren dan niets nieuws, aldus Dönszelmann.

Om de doeltaal als voertaal in te zetten, is het van belang om het evenwicht te bewaken tussen uitdaging en begrip. De leerlingen worden uitgedaagd om actief te luisteren en met de taal bezig te zijn, zonder dat dit ten koste gaat van het begrip ervan, zegt de vakdidacticus. Houd dus in gedachten dat je methode niet te veel gericht is op communicatie en elkaar begrijpen. Een groter leerrendement is te realiseren door het doeltaalgebruik te didactiseren, aldus Dönszelmann. Zet het dus intensief in als leermiddel. 

Om leerlingen in de klas de doeltaal te laten spreken, moeten zij zich ook wel veilig genoeg voelen om dit te doen. Zijn leerlingen terughoudend in het spreken van een vreemde taal, maak dan herhaaldelijk duidelijk dat fouten maken niet erg is. Zorg voor een veilige sfeer in de klas en deel complimentjes uit, is het advies. 

Bravoure, de nieuwe methode Frans van Uitgeverij Malmberg geeft je de handvatten om elke les in te zetten op spreek-/gespreksvaardigheid en leerlingen daarin succes te laten beleven. Je geeft leerlingen het vertrouwen dat ze het kunnen.
Iedere les kun je starten met Parlons. Thematisch uitgewerkte ideeën voor zeven minuten spreekplezier, in Bravoure is dit een belangrijk vertrekpunt. Begin je les in het Frans en geef je leerlingen vanaf het begin het vertrouwen dat ze het kunnen.

Download gratis een proefles en ga aan de slag met je klas!

The post ‘Door de doeltaal te spreken, leren leerlingen authentieker taalgebruik’ appeared first on Onderwijs van Morgen.

]]>
Droom groot: kinderen uit groep 4 en 5 schreven een eigen boek https://www.onderwijsvanmorgen.nl/droom-groot-kinderen-uit-groep-4-en-5-schreven-een-eigen-boek/ Tue, 05 Mar 2024 06:00:00 +0000 https://www.onderwijsvanmorgen.nl/?p=32331 Juf Judith Sparenberg van OBS De Pijler in Rotterdam gaf een opdracht uit de methode Taal Actief een unieke en creatieve draai.

The post Droom groot: kinderen uit groep 4 en 5 schreven een eigen boek appeared first on Onderwijs van Morgen.

]]>
Juf Judith Sparenberg van OBS De Pijler in Rotterdam gaf een opdracht uit de methode Taal Actief zo’n unieke en creatieve draai, dat de kinderen er niet meer mee willen stoppen. Malmberg ging op bezoek bij groep 4 en 5 van De Pijler en belandde in een waanzinnige fantasiewereld. ‘Droom groot, geef ik de kinderen mee.’

‘Schrijf een fantasieverhaal’, luidde de opdracht in Taal Actief, tijdens een van de lessen in groep 4 vorig schooljaar. In deze les leren de kinderen een titel, inleiding, kern en slot schrijven. Een hele opgave. ‘De kinderen vonden het in het begin een beetje moeilijk, want waar begin je?’, vertelt Judith. Gelukkig heeft ze een creatieve geest en is zo’n opdracht perfect aan haar besteed. Ze gaf de kinderen een voorzetje. ‘Ons lokaal kijkt uit op straat, en ik verzon een fantasiesituatie: stel dat er een bus stopt en we moeten allemaal instappen. Vervolgens gaat de bus rijden en bij elke halte stapt steeds één kind uit. In wat voor wereld beland jij dan?’ Judith kleedde haar verhaal aan met grappige details: zo zag de bus er van binnen uit als een woonkamer met schemerlampen.

Het verhaal van de juf wakkerde duidelijk de fantasie van de kinderen aan, want één kind gooide meteen haar handen in de lucht: ‘In Peppa Big-land!’ Een ander zag zichzelf uitstappen op Mars, waar hij vervolgens rondzweefde tussen de marshmallows.

Ga maar schrijven

De toon was gezet. ‘”Ga maar schrijven”, zei ik. Dat was soms worstelen voor de kinderen, want een verhaal opstellen moeten ze natuurlijk nog leren in groep 4. Dat was niet erg: als ze maar alles opschreven wat in hen opkwam’, zegt Judith. ‘Er kwamen zulke bijzondere fantasieën uit. Echt hele verhalen. In de herfstvakantie zocht ik voor ieder kind op internet afbeeldingen die bij hun verhaal pasten en daar maakte ik een schilderijtje van met de taalles achterop. Als aandenken.’

Eind goed, al goed, toch? Nou nee, de geslaagde opdracht kreeg een bijzonder staartje. Na een schoolbezoek van kinderboekenschrijfster Janneke Schotveld zette Judiths zus de juf aan het denken: ‘Jij maakt zoveel leuke dingen met die kinderen; waarom schrijf jij geen kinderboek?’

‘Eigenlijk hoeft dat niet, dacht ik’, zegt Judith, die het idee wel zag zitten. ‘Het verhaal was er namelijk al. Ik legde het idee van een boek voor aan de kinderen en die vonden het meteen te gek.’ Dus ging Judith aan het schrijven, met de verhalen van de klas en een klein beetje van haar eigen fantasie. Ondertussen las ze stukken voor, zodat de kinderen konden meedenken. ‘We hebben zo met elkaar gelachen. Een aantal kinderen zag al voor zich hoe het boek werd verfilmd, en hoe ze er geld mee konden verdienen om hun ouders te helpen. Heel vertederend.’

Inmiddels heeft de juf het boek laten afdrukken en is de klas doorgestroomd naar groep 5. Toen ze het boek voorlas aan haar nieuwe groep 4, ontstond er iets moois. ‘De kinderen van groep 4 en 5  zochten elkaar op om over de verhalen te praten en er ontstond verbinding. Met mijn huidige groep 4 werken we nu aan een nieuw boekje, met weer compleet nieuwe verhalen. Ook leuk: een vader maakt de illustraties.’

Alles uit je les halen

Aangestoken door het enthousiasme van de groep, ging methodespecialist Michiel Boudewijn van Malmberg langs bij OBS De Pijler om het fantasieboek te beleven. ‘De kinderen van groep 4 en 5 ademen lezen. Geweldig om te zien’, vertelt hij. ‘Ze mochten voorlezen uit eigen en andermans werk, en het leesniveau is hoog. Judith heeft oog voor wat kinderen kunnen en haalt dat eruit met dit initiatief dat niet alleen het leesplezier vergroot, maar ook gewoon heel erg leuk is. Het laat zien wat je allemaal met een les uit Taal Actief kunt doen en welke kansen daaruit voortkomen.’

Zo is er bijvoorbeeld Aston, die droomt dat hij van de tribune wordt geroepen in een volle kuip om mee te voetballen met Feyenoord. Hij droomt en denkt rood-wit. Chifae schrijft over Bloemenland en andere kinderen wanen zich in een boekenbos, compleet met reuzen en kabouters.

Judith merkt dat de kinderen door het boekenproject meer interesse hebben in lezen en schrijven. ‘Het wordt door het digitale tijdperk steeds moeilijker om ruimte te maken voor lezen, schrijven en creativiteit. Het samen maken van het boek is een manier om te laten zien hoe belangrijk die dingen zijn, op het niveau van het kind.’ Haar wens is om het boek echt uit te geven. ‘Ik wil de kinderen laten zien dat je groot mag dromen, en ze meegeven dat ze nog een hele toekomst voor zich hebben waarin de mogelijkheden eindeloos zijn.’

Een kind uit groep 4/5 van OBS De Pijler in Rotterdam met Methodespecialist Michiel Boudewijn van Malmberg
Het boek van zelfgeschreven boek van groep 4/5 van OBS De Pijler in Rotterdam

Meer over Taal actief

Wil je meer weten over Taal actief? Op malmberg.nl vind je meer informatie over deze taalmethode.

The post Droom groot: kinderen uit groep 4 en 5 schreven een eigen boek appeared first on Onderwijs van Morgen.

]]>
Verspreid geluk met complimentenkaartjes https://www.onderwijsvanmorgen.nl/verspreid-geluk-met-complimentkaartjes/ Mon, 04 Mar 2024 14:44:51 +0000 https://www.onderwijsvanmorgen.nl/?p=32432 Geluk delen maakt gelukkig! Met deze kaartjes kun je direct aan de slag.

The post Verspreid geluk met complimentenkaartjes appeared first on Onderwijs van Morgen.

]]>
Geven en delen maakt gelukkig, en geluk werkt aanstekelijk als je het doorgeeft. Een positieve spiraal, dus! Met de complimentenkaartjes die je gratis kunt downloaden maak je een mooie start.

Als iemand weet wat het betekent om te geven, ben jij dat wel als leerkracht. Dagelijks geef je je tijd, aandacht en passie voor de ontwikkeling van het kind. Hopelijk krijg je daar ook veel voor terug. Het doorgeven van geluk kan veel impact hebben binnen én buiten de klas.

Als een olievlek

Geluk, blijdschap en positiviteit zijn namelijk aanstekelijk en verspreiden zich als een olievlek binnen een sociale kring, ontdekten wetenschappers. Eén iemand kan geluk indirect tot wel drie personen doorgeven. Dat betekent dat geluk kan doorsijpelen naar een vriend, een vriend van die vriend én de buurvrouw van de vriend van die vriend, bijvoorbeeld. Ga maar eens na wat dat betekent voor iedereen in de klas, en vervolgens daarbuiten. Alle reden om bewust geluk met elkaar door te geven.

Geluk maak je samen

De betekenis van ‘geluk’ is voor iedereen anders, maar duidelijk is dat we geluk vooral vinden in onze relaties met anderen en niet per se in veel geld of spullen. Onderzoekers van Harvard Medical School omschrijven ‘geluk’ daarom niet als iets dat je in je eentje voor jezelf probeert te winnen, maar als een samenwerking van de groep. “Geluk is niet één gebeurtenis”, zegt psycholoog Nancy Etcoff van de afdeling psychiatrie van Massachusetts General Hospital in dit artikel van Harvard. “Het zit ‘m in de opbouw van kleinere stappen, zoals het voelen van dankbaarheid en het helpen van anderen.”

Jong geleerd is oud gedaan

Laat het geven aan anderen nu net in de aard van het beestje zitten bij zowel mensen als veel diersoorten, aldus ander onderzoek. Als we gul zijn naar anderen toe, wordt hetzelfde beloningssysteem in de hersenen geactiveerd als wanneer we genieten van eten of intimiteit. Het is dus zowel positief voor de ontvanger als voor de gever.

Ook kinderen weten intuïtief al wat delen en geven is: al vanaf vijftien maanden kunnen zij spontaan iemand helpen. “Iedereen kan geluk doorgeven, juist ook jonge kinderen. Het maakt ze blij, geeft ze energie en verbindt hen met anderen”, zegt Anke Appel-den Boer. Zij richtte met psycholoog en bedrijfskundige Clara de Boer Gelukskoffer op, een inspirerend lespakket ter bevordering van sociale en emotionele vaardigheden bij kinderen. De lessen zijn gebaseerd op de positieve psychologie. Het laatste thema binnen de Gelukskoffer is gericht op het doorgeven van geluk, zodat kinderen leren over wat het is om maatschappelijk bij te dragen. Dit is een belangrijk onderdeel in de Wet Burgerschap.  “Het mooie aan kinderen is dat ze vaak niet bezig zijn met de waarde van spullen of het terugkrijgen van iets. Van deze puurheid van een kind kunnen we ontzettend veel leren.”

Gelukkig geven: zo doe je dat

Geven maakt gelukkig, maar alleen als er een goede balans in zit, schrijft auteur en filantropisch expert Jenny Santi in tijdschrift Time. Wie te veel van zichzelf geeft, doet dat ten koste van zichzelf, bijvoorbeeld je gezondheid of werkgeluk. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Santi deelt een aantal manieren om een gelukkige gever te zijn. Dit geldt zowel voor volwassenen als voor kinderen.

1. Geef je passie aan

Het gaat er niet alleen om hoeveel je geeft, maar ook om met hoeveel liefde je het doet, volgens Santi. Geven wordt makkelijker en leuker als je geeft aan iets dat voor jou goed voelt. Waar heb jij passie voor? Zo zette leerkracht en leesfanaat Martin Dogger mee de ‘Leesknokploeg’ op, waarmee hij zijn enorme plezier voor lezen doorgeeft aan kinderen.

2. Geef tijd

Moet geven altijd geld kosten? Natuurlijk niet! Volgens Santi is ‘tijd’ het meest waardevolle cadeau voor de ontvanger én de gever. Geven kan dus ook in de vorm van helpen of een dienst bewijzen. Kijk bijvoorbeeld naar de complimentkaartjes van Gelukskoffer die je onderaan dit artikel kunt downloaden. Wat is er leuker dan dat iemand de tijd neemt om jou een welgemeend compliment te geven?

3. Pas je geefgedrag aan op je interesses en talenten

Onbaatzuchtig geven wordt snel overweldigend als je jezelf uit het oog verliest, meent Santi. Onderzoek daarom jouw interesses en talenten, en kijk welke behoeften van anderen daarop aansluiten. Zo deelde de creatieve groep 3 leerkracht Stephanie van den Handel knutselideeën voor leerkrachten op Instagram. Die werden zo goed ontvangen, dat Stephanie een knutselboek voor in de klas maakte.

Log in om de kaartjes te downloaden

Om de kaartjes te kunnen downloaden moet je zijn ingelogd. Heb je nog geen account? Meld je dan aan, het is GRATIS.

The post Verspreid geluk met complimentenkaartjes appeared first on Onderwijs van Morgen.

]]>